Brief regering : Mogelijke steunmaatregelen Air France - KLM
29 232 Air France–KLM
Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
24 april 2020.
De wens om over de voorgenomen privaatrechtelijke rechtshandeling nadere inlichtingen
te ontvangen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven
en uiterlijk op 24 mei 2020.
De privaatrechtelijke rechtshandeling kan niet eerder worden gedaan dan op 25 mei
2020 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde
inlichtingen.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2020
De onderneming Air France–KLM met daarin de luchtvaartmaatschappijen Air France en
KLM is, evenals vele andere luchtvaartmaatschappijen, zwaar getroffen door de reisbeperkingen
als gevolg van COVID-19. Het grootste deel van de activiteiten van de luchtvaartmaatschappijen
ligt stil. De inkomsten zijn hierdoor zeer beperkt. Tegelijkertijd loopt een groot
deel van de uitgaven wel door. In de afgelopen periode is er daarom intensief contact
geweest met KLM, de holding Air France–KLM en de Franse staat over wat nodig is om
de onderneming financieel te steunen om de gevolgen van COVID-19 te doorstaan. Op
donderdag 9 april 2020 heeft de Minister van Financiën de woordvoerders staatsdeelnemingen
van de vaste Kamercommissie voor Financiën van de Tweede Kamer al vertrouwelijk geïnformeerd
over de gevolgen van COVID-19 voor Air France–KLM en de mogelijke steun van de Nederlandse
staat aan de onderneming. Op 22 april 2020 hebben de leden van de vaste Kamercommissie
voor Financiën van de Tweede Kamer hierover ook een vertrouwelijke brief ontvangen
van de Minister van Financiën en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. De
woordvoerders staatsdeelnemingen van deze commissie zijn daarnaast op 24 april 2020
opnieuw geïnformeerd door de Minister van Financiën over de situatie. Met deze brief
willen wij uw Kamer informeren over de intentie van het kabinet om financiële steun
aan KLM te verlenen.
Het intercontinentale bestemmingennetwerk op Schiphol is van groot belang voor de
Nederlandse economie en werkgelegenheid. Veel bedrijven kiezen voor Nederland als
vestigingsplaats vanwege de goede bereikbaarheid. De bereikbaarheid van Schiphol behoort
qua connectiviteit tot de top van Europa. Voor een zeer open economie als die van
Nederland is dit van groot belang. Een financieel gezond Air France–KLM met een uitgebreid
hub-netwerk op Schiphol is van groot belang om deze connectiviteit in de toekomst
te borgen. Dit is ook de reden geweest dat de Nederlandse staat vorig jaar een belang
van 14% in Air France–KLM heeft verworven. Naast de connectiviteit is Schiphol en
het gebied er omheen voor Nederland een belangrijke banenmotor. Dit staat nog los
van de hoogwaardige werkgelegenheid die in ons land gecreëerd wordt doordat bedrijven
zich in Nederland vestigen vanwege de goede bereikbaarheid via Schiphol. Daarnaast
dient dit uitgebreide netwerk ook een breder maatschappelijk belang.
Vanwege dit publieke belang is het de intentie van het kabinet financiële steun aan
de onderneming te verlenen. Hierbij trekt de Nederlandse staat zo veel mogelijk gezamenlijk
op met de Franse staat. De steun die de Nederlandse staat voornemens is te verlenen
zal bestemd zijn voor KLM, de steun van de Franse staat is bestemd voor Air France.
Door de Nederlandse staat wordt gekeken naar een steunpakket met een omvang tussen
de twee en vier miljard euro. De exacte omvang is op dit moment nog onderdeel van
gesprekken met de externe financiers en de onderneming. Naar verwachting zal dit steunpakket
bestaan uit een garantie op een lening van externe financiers en waarschijnlijk een
directe (aandeelhouders)lening verstrekt door de staat zelf. Op deze manier wordt
de financiering zo veel mogelijk door de markt gefaciliteerd en neemt de Nederlandse
staat enkel de risico’s op zich die de markt niet kan. De Franse staat heeft vandaag
aangegeven zeven miljard euro aan financiële steun aan Air France/Air France–KLM te
verlenen, eveneens in de vorm van een garantiestelling voor externe financiering en
een directe (aandeelhouders)lening van de Franse staat. De steun van beide staten
zal Air France–KLM helpen om de COVID-19 crisis te doorstaan. Vervolgens is het voor
de onderneming zaak om de schuldenpositie te verbeteren. Daarom is het niet uitgesloten
dat de bestaande aandeelhouders van de onderneming op enig moment gevraagd zullen
worden te participeren in een kapitaalstorting.
De besluitvorming van het kabinet over de precieze vormgeving van de steun is, onder
andere, nog afhankelijk van gesprekken met onder meer de onderneming, externe financiers,
de Franse staat en de Europese Commissie. Deze trajecten lopen veelal parallel aan
elkaar en zijn uiteindelijk in grote mate van elkaar afhankelijk. De onderneming en
de staat voeren gesprekken over de mogelijkheden voor een externe financiering die
eventueel gegarandeerd kan worden door de staat. Daarnaast onderzoekt de staat ook
of het nog op een andere manier bij kan dragen aan het oplossen van de liquiditeitsproblemen
van de onderneming, bijvoorbeeld door middel van een directe (aandeelhouders)lening.
Tussen de verschillende partijen en de Nederlandse staat worden momenteel gesprekken
gevoerd over de precieze financieringsvoorwaarden, zoals de risicoverdeling tussen
de partijen en de beprijzing en senioriteit van de mogelijke instrumenten. Ook is
er nauw contact met de Franse staat om er voor te zorgen dat de steunmaatregelen zo
goed mogelijk op elkaar aansluiten.
Tegelijkertijd voert de Nederlandse staat gesprekken met de Europese Commissie om
de benodigde goedkeuring voor de steunmaatregelen van de Europese Commissie te verkrijgen.
In het kader van de COVID-19 crisis heeft de Europese Commissie tijdelijke staatssteunmaatregelen
ingesteld. Deze steunmaatregelen kunnen door staten worden ingezet indien aangetoond
kan worden dat er sprake is van een ernstige verstoring van de economie van die lidstaat.
Indien dit het geval is, geeft de Europese Commissie de lidstaten de mogelijkheid
om bij te dragen aan het oplossen van liquiditeitsproblemen bij bedrijven en toegang
tot financiering voor ondernemingen mogelijk te maken. Aan deze tijdelijke staatssteunmaatregelen
stelt de Europese Commissie bepaalde voorwaarden, waaronder aan de omvang van de steun, het risico dat een staat op zich neemt
met de maatregel en de premie die de staat daarvoor ontvangt. In het geval van een
individuele maatregel aan een bedrijf, moet daarnaast worden aangetoond dat de individuele
maatregel noodzakelijk, passend en evenredig is om de eerder genoemde ernstige verstoring
van de economie van de lidstaat op te heffen. Indien de gesprekken met de onderneming
en de externe financiers in een vergevorderd stadium zijn, kan de notificatie van
de steunmaatregel formeel worden ingediend bij de Europese Commissie.
Ook is het kabinet in gesprek met de onderneming over de voorwaarden die het aan de
steun wil verbinden. Zo zal het kabinet bepaalde bedrijfsspecifieke voorwaarden aan
de steunmaatregel stellen, hetgeen het kabinet redelijk acht, omdat het gaat om belastinggeld.
Daarnaast is dit noodzakelijk om er maximaal aan bij te dragen dat de financiële steun
effectief zal zijn, de luchtvaartmaatschappij ook in de toekomst financieel gezond
zal zijn en de luchtvaartmaatschappij optimaal bijdraagt aan het publieke belang.
Het kabinet verwacht daarnaast van het management en het personeel van KLM dat ook
zij bijdragen aan het herstel en de efficiëntieverbetering van het bedrijf. De komende
tijd zullen de precieze voorwaarden met de onderneming worden afgesproken, waaronder
op het terrein van winstbestemming, arbeidsvoorwaarden, hinderbeperking, duurzaamheid
en netwerkkwaliteit.
Zo wil het kabinet indien de onderneming steun ontvangt dat er geen bonussen en dividenden
worden uitgekeerd zolang de steun aan de onderneming nog niet is terugbetaald. Hetzelfde
geldt voor de winstdelingsregeling. Tevens zal het kabinet offers van het KLM personeel
vragen, waarbij de breedste schouders, de zwaarste lasten zullen moeten dragen. Dat
betekent dat het kabinet van het management en de piloten een grotere bijdrage vraagt.
Ook op het gebied van hinderbeperking en duurzaamheid vraagt het kabinet een bijdrage
van KLM, bijvoorbeeld door het aantal nachtvluchten terug te brengen en in te zetten
op CO2-reductie. Het kabinet vraagt de onderneming een herstructureringsplan op te stellen
om weer competitief te kunnen zijn in een zwaar concurrerende markt. Ten aanzien van
een deel van deze voorwaarden kunnen op korte termijn concrete afspraken met de onderneming
worden gemaakt. Andere afspraken vergen meer tijd en zullen deel uit moeten maken
van het herstructureringsplan.
We proberen de hierboven geformuleerde processen zo spoedig mogelijk af te ronden.
Gegeven het grote aantal betrokken partijen, het belang en de complexiteit van de
materie en de noodzaak dit zorgvuldig te doen, gaan wij er vanuit hier in ieder geval
nog enige weken voor nodig te hebben.
Het kabinet ziet deze brief als start van de zogenaamde voorhangprocedure waarbij
beide Kamers schriftelijke vragen kunnen stellen over het verlenen van de steun. Zoals
de Minister van Financiën ook heeft aangegeven tijdens het vertrouwelijk overleg met
de woordvoerders staatsdeelnemingen van de vaste Kamercommissie voor Financiën van
de Tweede Kamer, bestaat ook de mogelijkheid om hen vervolgens in meer detail vertrouwelijk
te informeren over de mogelijke steunmaatregel van de Nederlandse en Franse staat
aan Air France–KLM. Dit zullen wij doen volgens de werkafspraken voor vertrouwelijke
overleggen over overheidsmaatregelen die van toepassing is op dit soort situaties
en zoals deze met de vaste Kamercommissie voor Financiën van de Tweede Kamer zijn
vastgesteld. Indien de steunmaatregel definitief is, zullen beide Kamers opnieuw geïnformeerd
worden en zal een incidentele suppletoire begroting worden aangeboden ten behoeve
van autorisatie, indien nodig vergezeld van een ingevuld garantiekader risicoregelingen.
Daarbij zal het kabinet ook antwoord geven op de door u gestelde schriftelijke vragen.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Medeindiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.