Brief regering : Besluit tot invoering van statiegeld op kleine plastic flessen en uitvoering moties blikjes
30 872 Landelijk afvalbeheerplan
Nr. 245 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2020
Plastic hoort niet in het milieu thuis en mijn inzet is er daarom vanaf mijn aantreden
op gericht om een bijdrage te leveren aan de bestrijding van de plastic soep. Zo heb
ik onder meer als doel gesteld om een verregaande reductie van het aantal kleine plastic
flessen in het zwerfafval te bereiken. Via doorlopende monitoring wordt het aantal
flesjes in het zwerfafval gemonitord. Parallel aan de zwerfafvalaanpak van het verpakkende
bedrijfsleven en gemeenten heb ik zoals u bekend wetgeving voorbereid om statiegeld
te kunnen introduceren als er te weinig voortgang zou worden geboekt. Op die manier
kan worden voorkomen dat onnodig tijd verloren zou gaan.
Op basis van de monitoringsrapportage1 ben ik tot de conclusie gekomen dat er te weinig voortgang wordt geboekt met het
verminderen van het aantal plastic flesjes in het zwerfafval en daarom heb ik besloten
om statiegeld op kleine plastic flessen in te voeren. Dat betekent dat vanaf 1 juli
2021 15 eurocent statiegeld zal worden geheven op plastic flessen kleiner dan 1 liter
en net als nu al het geval is 25 eurocent op plastic flessen van 1 t/m 3 liter.
Consumenten kunnen vanaf 1 juli 2021 hun kleine plastic flessen naast de huidige inzamelpunten
bij supermarkten, ook op treinstations met bemande verkooppunten, bij grote tankstations
langs de snelweg en bij grote cateraars inleveren.
Door nu reeds versneld te beslissen over invoering heeft het verpakkend bedrijfsleven
14 maanden de tijd om op basis van de reeds gedane voorwerk een effectief en efficiënt
systeem in te richten. Ik heb met het bedrijfsleven afgesproken dat zij mij in het
najaar informeren over de voortgang van het uitrollen van het systeem.
In mijn brief van 27 september 20192 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek dat het verpakkend bedrijfsleven
door EY-Parthenon heeft laten uitvoeren naar het nieuwe statiegeldsysteem voor plastic
flessen. In dit onderzoek is een blauwdruk gemaakt van het systeem en de inrichting
ervan. Het verpakkend bedrijfsleven heeft een uitvoeringsorganisatie opgericht die
het statiegeldsysteem operationeel zal inrichten, zodat er tijdig kan worden beschikt
over een systeem voor een effectieve en efficiënte inzameling van plastic flessen.
Ik zal dit systeem algemeen verbindend verklaren ten behoeve van de collectieve organisatie
en uitvoering ervan. De uitvoeringsorganisatie werkt de komende tijd de details van
het systeem uit.
Naast de introductie van statiegeld heb ik ook een 90% norm voor gescheiden inzameling
van plastic flessen vastgelegd in de regelgeving. Deze norm treedt in werking met
ingang van 1 januari 2022. Dit is een resultaatverplichting voor het verpakkend bedrijfsleven
en hier zal het bedrijfsleven jaarlijks verslag over uitbrengen.
Ik besef dat op dit moment de maatregelen als gevolg van het coronavirus veel aandacht
en inspanning vergen van betrokken partijen. Ik heb daarvoor grote waardering. Uiteraard
moeten ook bij de uitrol van dit statiegeldsysteem alle corona voorzorgsmaatregelen
in acht worden genomen. Door in gesprek te blijven met het bedrijfsleven houd ik daarbij
een vinger aan de pols bij de implementatie van het statiegeldsysteem.
Aanpak van de blikjes
Met uw Kamer ben ik het eens dat ook blikjes niet in het milieu thuishoren en dat
daartoe een gerichte aanpak nodig is. In mijn brief van 27 september 2019 heb ik u gemeld daartoe maatregelen, waaronder wettelijke maatregelen,
nader te bezien. Uw Kamer heeft zich daarna bij moties van de leden Paternotte c.s.3 en Dik-Faber c.s.4 uitgesproken over de route voor aanpak van de blikjes in het zwerfafval.
Ik voer de in beide moties beoogde aanpak uit waarin een vergelijkbaar tweesporenbeleid
wordt voorgestaan zoals dat voor de kleine plastic flessen is gevolgd. De moties stellen
als doel een reductie van 70 tot 90% minder blikjes in het zwerfafval, alsmede 90%
gescheiden inzameling van blikjes te realiseren in het najaar 2021. Rijkswaterstaat
(RWS) zal de monitoring van blikjes in het zwerfafval voortzetten en daarover halfjaarlijks
rapporteren, zoals tot nu toe gebruikelijk was. Indien in het najaar 2021 blijkt dat
deze doelen niet worden gehaald, wordt in 2022 ook statiegeld op blikjes ingevoerd.
Parallel bereid ik de daarvoor noodzakelijke wettelijke maatregelen voor alsmede het
door mij aan uw Kamer toegezegde onderzoek naar de kosten, zodat deze op tijd gereed
zijn voor invoering conform het tijdpad van de moties.
Het toegezegde onderzoek naar de kosten- en uitvoeringsaspecten van een statiegeldsysteem
voor de blikjes is in gang gezet. Over het onderzoek wordt overleg gevoerd met alle
betrokken partijen. Het onderzoek wordt gebruikt bij het opstellen van de regelgeving.
Ik verwacht het onderzoek en de conceptregelgeving in het najaar van 2020 aan uw Kamer
te kunnen sturen in het kader van de voorhangprocedure. Publicatie van de regelgeving
in het Staatsblad zal uiterlijk voorjaar 2021 plaatsvinden. Inwerkingtreding van de
regelgeving dient plaats te vinden via een koninklijk besluit.
Parallel aan de hierboven genoemde twee sporen heeft het bedrijfsleven aangegeven
te zullen onderzoeken hoe de blikjes het beste ingezameld kunnen worden en wat daarvoor
nodig is. Ik heb aangegeven bereid te zijn de uitkomsten van dit derde spoor ook bij
de besluitvorming te betrekken.
Campagne tegen zwerfafval en voor een schoon Nederland
Statiegeld is een van de instrumenten die ik inzet in de strijd tegen zwerfafval maar
zwerfafval bestaat uit meer afvalstromen dan alleen flesjes en blikjes. Ik vind het
belangrijk om breder te kijken en zet daarom op andere vlakken ook in op preventie
van zwerfafval, bijvoorbeeld door de implementatie van de Single Use Plastics richtlijn.
Daarnaast zijn er in Nederland veel partijen die zich vrijwillig en als onderdeel
van hun verantwoordelijkheden inzetten om zwerfafval te voorkomen en op te ruimen,
van burgerinitiatieven tot inspanningen van het bedrijfsleven en gebiedsbeheerders.
Veel van deze partijen communiceren richting burgers over zwerfafval, zoals bijvoorbeeld
de campagne «Afval Stoort Ons» in de gemeente Noordoostpolder, «Schoon, doen we gewoon»
van de gemeente Den Haag of «Supporter van Schoon» van stichting Nederland Schoon.
Met een nieuwe nationale campagne wil ik deze bestaande communicatie verbinden, ondersteunen
en versterken. Ik wil met de betrokken partijen in het zwerfafvalveld dit nationale
initiatief gezamenlijk ontwikkelen. Daarbij wil ik speciale aandacht besteden aan
educatie voor jongeren, zodat ook zij nu en in de toekomst bijdragen aan een schoon
en zwerfafvalvrij Nederland. Hiermee kom ik tegemoet aan de vragen die dhr. Von Martels
hierover gesteld heeft en de toezegging die ik daarbij gedaan heb.
Het overleg met de stakeholders over deze campagne start ik zo snel mogelijk en verwacht
de campagne tegen het eind van het jaar te kunnen presenteren.
Handhaving zwerfafval
Naast communicatie kan ook handhaving nodig zijn om zwerfafval te voorkomen. Gemeenten
zijn in hun gebied verantwoordelijk voor de handhaving. Op het niet op de juiste wijze
aanbieden van huishoudelijk afval en het veroorzaken van zwerfafval staat een standaard
boete van 140 euro. In sommige gemeenten zijn bestuurlijke boetes ingevoerd. Het is
aan gemeenten om te bepalen hoeveel capaciteit zij inzetten op het handhaven van zwerfafval.
De jaarlijkse gemeentelijke enquête van Nederland Schoon laat zien dat van de 210
bevraagde gemeenten 120 gemeenten actief inzetten op het handhaven van zwerfafval.
Daarbij zetten grotere gemeenten vaker in op handhaving. De G4 en een aantal andere
gemeenten hebben recent hun inzet op de handhaving van zwerfafval verhoogd. De gemeenten
die aangeven boa's in te zetten op afval, doen dit met name op illegale dumpingen
en bijplaatsingen. Ook zijn in 2019 enkele pilots gedaan met cameratoezicht. Daarnaast
wordt door gemeenten verkend hoe met technologie een snelle signalering van zwerfafval
en bijplaatsingen gerealiseerd kan worden. Via het bestuurlijk overleg met zowel het
bedrijfsleven als de gemeenten zorg ik voor het breder verspreiden van
succesvolle ervaringen met de inzet van deze instrumenten.
Vanuit het Rijk ondersteun ik gemeenten in hun zwerfafvalaanpak met kennis en expertise
van Rijkswaterstaat. Uiteindelijk is het aan het lokale bestuur hoe zij invulling
geven aan hun verantwoordelijkheid voor het verwijderen van zwerfafval en het voorkomen
ervan.
Met de introductie van het statiegeldsysteem op kleine plastic flessen en de andere
genoemde maatregelen wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de vermindering van
zwerfafval in onze leefomgeving.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat