Brief regering : Contouren verbeterd stelsel beroepsziekten, beroepsincidenten en dienstongevallen
29 628 Politie
Nr. 945 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2020
In het Algemeen Overleg van 19 december 2019 (Kamerstuk 29 628, nr. 940) heb ik met uw Kamer gesproken over de afhandeling van dossiers van (oud) politiemedewerkers
                  met de beroepsziekte PTSS (Posttraumatisch Stressstoornis). Geconstateerd is dat er
                  knelpunten zitten in het huidige stelsel. In deze brief zal ik uw Kamer informeren
                  over de contouren van een nieuw stelsel, waarmee beoogd wordt deze knelpunten weg
                  te nemen. Daarbij zal ik ook aangeven op welke wijze de politie de voornoemde dossiers
                  en de lopende zaken gaat afwikkelen.
               
Ik wil benadrukken dat dit stelsel niet alleen van toepassing is op de beroepsziekte
                  PTSS, maar op alle beroepsziekten en dienstongevallen. Bovendien moet het stelsel
                  worden bezien in de brede context van reeds ontplooide activiteiten en lopende trajecten
                  op het gebied van preventie, zorg, ondersteuning en re-integratie, waarover ik uw
                  Kamer eerder heb geïnformeerd. Zoals de activiteiten in het kader van het plan van
                  aanpak verzuim1 en inspanningen op het gebied van re-integratie2, waaronder door het programma bijzondere zorg3.
               
Knelpunten
Naar aanleiding van gesignaleerde knelpunten is in de cao 2018–2020 afgesproken om
                  een evaluatie te laten uitvoeren naar het stelsel4. Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat het stelsel vooral gericht is op de formele
                  erkenning van de beroepsziekte of het beroepsincident, het vaststellen van aanspraken
                  van de betrokken medewerker en de procedures die daarmee samenhangen. De focus van
                  het huidige stelsel is minder gericht op zorg en ondersteuning. Medewerkers hebben
                  aangegeven hierdoor de aandacht en de morele steun van de werkgever te missen. Dit
                  beeld komt overeen met de door uw Kamer en de Nationale ombudsman afgegeven signalen
                  en komt ook naar voren uit de gesprekken die de korpsleiding en ik hebben gevoerd
                  met de vakorganisaties, de Centrale Ondernemingsraad (COR) en medewerkers met PTSS.
                  In deze gesprekken is gezamenlijk vastgesteld dat het stelsel verbeterd dient te worden
                  met de volgende uitgangspunten: eenvoudiger, minder druk op de medewerker, tempo in
                  de afhandeling en re-integratie bij de politie.
               
Contouren verbeterd stelsel beroepsziekten, beroepsincidenten en dienstongevallen
Aan de hand van de geformuleerde uitgangspunten en de in de evaluatie gesignaleerde
                  knelpunten komen de korpsleiding en ik tot de volgende contouren voor het stelsel
                  beroepsziekten, beroepsincidenten en dienstongevallen. We verwachten daarmee in overleg
                  met de vakorganisaties en de COR de gewenste verbeteringen te kunnen realiseren.
               
1. Aansluiting stelsel bij bijzondere zorgplicht
De zorgplicht van de werkgever geldt voor alle medewerkers die een beroepsziekte hebben
                  opgelopen of een dienstongeval hebben gehad. Daarnaast is er een grote groep medewerkers
                  die behoort tot de doelgroep van bijzondere zorg. Voor medewerkers die onder deze
                  bijzondere zorgplicht vallen, is het voornemen om een aantal extra voorzieningen nader
                  te onderzoeken en in het nieuwe stelsel beschikbaar te stellen.
               
2. Focus op herstel en re-integratie
De medewerker die bij de uitoefening van zijn beroep letsel heeft opgelopen, krijgt
                  in het nieuwe stelsel direct de zorg, aandacht en ondersteuning die nodig is om zich
                  te kunnen richten op herstel en re-integratie. Daarnaast ontvangt de medewerker direct
                  aanspraken en voorzieningen als deze bijdragen aan het herstel. De aandacht richt
                  zich dus meer op de voorkant van het proces. De medewerker ontvangt zo snel mogelijk
                  zorg en ondersteuning. De aandacht richt zich in eerste instantie minder op formele
                  aspecten en de achterzijde van het proces. De medewerker hoeft niet te wachten op
                  zorg en ondersteuning tot er formele besluiten zijn genomen met betrekking tot erkenning
                  en daaraan verbonden aanspraken.
               
3. Vereenvoudiging
De werkgever wil zoveel mogelijk recht doen aan de medewerker, ongeacht de vraag in
                  welke situatie de medewerker als gevolg van het werk terecht is gekomen. Er wordt
                  in het nieuwe stelsel geen onderscheid meer gemaakt tussen beroepsziekten, dienstongevallen
                  en beroepsincidenten. Dat leidt tot een aanmerkelijke vereenvoudiging van het stelsel
                  en minder druk op de medewerker. Complexe criteria als overwegende mate, buitensporigheid
                  (bij psychisch letsel zoals PTSS) en gevaarzetting worden zoveel mogelijk losgelaten.
                  Voorzieningen worden direct toegankelijk en zijn gelijk voor iedere medewerker, ongeacht
                  wat hem is overkomen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden. De huidige bewijsdruk
                  bij de medewerker vervalt. Vertrouwen is het uitgangspunt en op basis daarvan ontvangt
                  de medewerker direct de zorg en de aanspraken die bijdragen aan het herstel. De medewerker
                  krijgt tijdig duidelijkheid over erkenning en overige aanspraken. Er wordt bezien
                  hoe de daarvoor benodigde informatie kan worden verkregen op een manier die minder
                  belastend is voor de medewerker. Mochten er signalen zijn dat er wellicht geen of
                  in onvoldoende mate sprake is van een relatie met de uitoefening van het beroep, dan
                  wordt nader onderzoek verricht. Als daaruit blijkt dat er geen of onvoldoende verband
                  is met de beroepsuitoefening, volgt een besluit dat de extra voorzieningen vervallen.
                  Hiertegen staat de gebruikelijke bezwaar- en beroepsprocedure open.
               
4. Uitbreiding van aanspraken en voorzieningen
Voor alle kosten die in redelijkheid gemaakt worden in relatie tot behandeling en
                  herstel geldt dat deze in het nieuwe stelsel door de werkgever worden betaald of vergoed,
                  uitgaande van de normen die voor de schadeafwikkeling zijn bepaald in het civiele
                  recht. Het bestaande pakket aan financiële aanspraken wordt daartoe in het nieuwe
                  stelsel uitgebreid met zaken die nu veelal via restschadeprocedures worden vergoed.
                  Het gaat hierbij om vermogensschade (inkomensschade en carrièreschade), de vergoeding
                  van kosten in relatie tot herstel en de compensatie in verband met verminderde zelfwerkzaamheid.
                  Voor medewerkers die onder de bijzondere zorgplicht vallen, is zoals aangegeven het
                  voornemen om een aantal extra voorzieningen nader te onderzoeken en in het nieuwe
                  stelsel beschikbaar te stellen. Deze voorzieningen dienen bij te dragen aan het gevoel
                  van erkenning en een positieve prikkel te geven voor het herstel van de medewerker.
                  Verder gaat het bijvoorbeeld om de vergoeding van gerelateerde medische zorgkosten
                  van eerste graad familieleden. Deze voorzieningen worden opgenomen in de rechtspositie
                  van het politiepersoneel.
               
5. Vergoeding resterende schade naar redelijkheid en billijkheid
Het uitgangspunt voor het nieuwe stelsel is dus dat alle schade van een medewerker
                  vanuit goed werkgeverschap op basis van de rechtspositie wordt vergoed. Als er volgens
                  de medewerker meer schadeposten aan de orde zijn, dan moet de medewerker in de huidige
                  situatie de werkgever daarvoor aansprakelijk stellen. In de uitwerking van de contouren
                  wordt gekeken of er een paritaire commissie kan worden opgericht met expertise, autoriteit
                  en onafhankelijk samengesteld om die verzoeken tot vergoeding van schade te beoordelen
                  op basis van redelijkheid en billijkheid. Op die manier wordt beoogd om gerechtelijke
                  procedures te voorkomen. Ook omdat de toetsing door de werkgever minder strikt zal
                  zijn dan de huidige toetsing door de (civiele) rechter. Uiteraard blijft de gang naar
                  de rechter in het nieuwe stelsel altijd mogelijk.
               
6. Wijziging in toekenning smartengeld
De smartengelduitkering heeft in het huidige stelsel zowel het karakter van een tegemoetkoming
                  voor gederfde levensvreugde (immateriële schade) als een compensatie in verband met
                  arbeidsongeschiktheid (schade met een materiële component). Dat leidt in de praktijk
                  tot onzuiverheid en onduidelijkheid. Het is de intentie om in het nieuwe stelsel terug
                  te gaan naar een zuivere smartengeldregeling. Het smartengeld wordt uitgekeerd als
                  compensatie voor onherstelbaar letsel en het gemis aan levensvreugde als gevolg daarvan.
                  De hoogte van het smartengeld zal aansluiten bij wat maatschappelijk gebruikelijk
                  is. Uitkeringen van smartengeld gaan in een zorgvuldige en persoonsgerichte benadering
                  plaatsvinden. Als sprake is van ernstig letsel (waaronder PTSS) wordt gedacht aan
                  een snel financieel gebaar dat in het teken staat van morele erkenning en zorg. Voorts
                  wordt onderzocht of een periodieke uitkering tot de mogelijkheden behoort. Zoals ik
                  hiervoor onder punt 4 heb gemeld wordt de vergoeding van inkomensschade in verband
                  met arbeidsongeschiktheid in het stelsel, die op dit moment nog onderdeel is van de
                  smartengeldregeling, onder de vergoeding van vermogensschade gebracht.
               
7. Re-integratie bij de politie
Geconstateerd is dat het huidige instrumentarium op het gebied van re-integratie voldoende
                  mogelijkheden biedt om de medewerker naar zijn of haar mogelijkheden te re-integreren
                  bij de politie. Er is dan ook geen aanleiding voor een inhoudelijke wijziging van
                  het stelsel voor re-integratie. Wel is het van belang dat de bestaande mogelijkheden,
                  zoals boven- en buiten formatieve plaatsingen en individuele functiesamenstelling,
                  beter worden benut. Om de medewerker naar zijn of haar mogelijkheden te re-integreren
                  krijgt de medewerker deskundige begeleiding en wordt in goed overleg gezocht naar
                  passend werk. Dit houdt in principe herplaatsing in de eigen functie in, eventueel
                  in een ander werkgebied of andere context, maar kan door de aard en zwaarte van de
                  werkzaamheden ook plaatsing in een andere functie betekenen.
               
De inzet is er primair op gericht dat re-integratie plaatsvindt binnen de politie
                  met volledige loondoorbetaling. Mocht blijken dat re-integratie bij de politie niet
                  bijdraagt aan het herstel van de medewerker en/of de medewerker niet bij de politie
                  wenst te re-integreren, dan zal de organisatie samen met de betrokken medewerker bekijken
                  welke mogelijkheden er bestaan om te re-integreren bij een andere organisatie. Ook
                  wordt bezien of re-integratie bij de politie na verloop van tijd en een gunstig verloop
                  van het herstel wel weer mogelijk is.
               
Lopende (restschade) zaken
De korpsleiding en ik vinden het van groot belang dat naast toekomstige zaken ook
                  de (lang) lopende (restschade)zaken zo spoedig mogelijk op een goede wijze afgehandeld
                  worden. Er wordt een plan opgesteld om per individuele (ex)medewerker te komen tot
                  een afhandeling die recht doet aan hun situatie op het gebied van benodigde zorg en
                  toegekende aanspraken. De jurisprudentie en de contouren voor het nieuwe stelsel worden
                  hierbij in acht genomen. Dit is overigens een ingewikkeld vraagstuk, omdat in het
                  huidige stelsel het smartengeld mede is gekoppeld aan de mate van arbeidsongeschiktheid
                  en derhalve aan inkomen. Gelijktijdig met de vaststelling van het nieuwe beleid dient
                  derhalve, als onderdeel van overgangsbeleid, te worden bepaald hoe wordt omgegaan
                  met de samenloop van smartengeld en de vergoeding van inkomensschade. Dit wordt meegenomen
                  in het plan voor de afhandeling van de lopende zaken. Daarin wordt naast de doelstelling
                  ingegaan op de uit te voeren activiteiten, de daarvoor benodigde capaciteit, de bevoegdheden
                  en wijze van besluitvorming en de verwachte planning. Uiteraard wordt gestreefd naar
                  een spoedige afhandeling van deze zaken. Ik verwacht echter dat de voorbereiding en
                  uitvoering van de afhandeling tijd zal vergen. Het gaat in lopende (restschade)zaken
                  om meer dan 200 (ex)medewerkers. De korpsleiding streeft ernaar hen snel te informeren
                  over de verdere gang van zaken zodat zij weten wat zij mogen verwachten.
               
In de afhandeling van de zorgnota’s en de erkenning van PTSS als beroepsziekte is
                  reeds vooruitgang geboekt. Een aantal van de gesignaleerde knelpunten en de door de
                  Nationale ombudsman genoemde klachten zijn daarmee inmiddels grotendeels opgelost.
                  Op dit moment loopt het proces om het huidig meldpunt PTSS te transformeren naar één
                  loket voor beroepsziekten, beroepsincidenten en dienstongevallen. Dit nieuw ingerichte
                  loket helpt medewerkers met het doorlopen van de verschillende processtappen die nodig
                  zijn voor een gunstig verloop van het herstel en de eventuele formele stappen die
                  nodig zijn. De medewerker krijgt bij het loket een vaste contactpersoon.
               
Signaleringsmodel Huizing
Ik heb uw Kamer toegezegd om in de brief over de contouren ook stil te staan bij het
                  signaleringsmodel van de heer Huizing. De heer Huizing heeft de mogelijkheid ontwikkeld
                  om met de uitkomsten van medewerkersonderzoek inzicht te krijgen in verhoogde risico’s
                  op ziekteverzuim door psychische klachten. Door moderne datatechnologie blijkt dat
                  uitval door psychische klachten goed voorspelbaar is aan de hand van patroonherkenning
                  van de antwoorden van medewerkers tijdens het onderzoek. Op dit moment wordt onderzocht
                  of en hoe we in de toekomst kunnen komen tot een werkwijze waarbij we medewerkers
                  (uiteraard na hun toestemming) individueel gedurende een periode volgen zodat we risico’s
                  op uitval vroegtijdig kunnen signaleren.
               
Slotwoord
De korpsleiding en ik streven met de geschetste contouren van een verbeterd stelsel
                  voor beroepsziekten, beroepsincidenten en dienstongevallen naar een andere benadering
                  van politiemedewerkers die letsel hebben opgelopen in de uitoefening van het politiewerk.
                  Ingrijpende gebeurtenissen die fysiek en/of emotioneel hun weerslag hebben, moeten
                  zoveel als mogelijk worden voorkomen. Als dergelijke gebeurtenissen plaatsvinden,
                  dan moet zorg, ondersteuning (materieel- en immaterieel) en begeleiding worden geboden
                  die de medewerker nodig heeft om te herstellen en te re-integreren.
               
De komende tijd treden wij met de vakorganisaties en de COR in overleg over de contouren
                  van het nieuwe stelsel en de verdere uitwerking daarvan. Het streven is om het stelsel
                  aan het einde van het jaar uitgewerkt te hebben waarna verankering daarvan in de regelgeving
                  volgt. Ook zullen afspraken worden gemaakt over de uitvoering van het nieuwe stelsel
                  en over het overgangsbeleid. De uitvoering van het nieuwe stelsel is randvoorwaardelijk
                  voor het slagen ervan. Voor het beëindigen van de huidige knelpunten is het essentieel
                  dat het nieuwe stelsel conform de bedoeling ervan wordt uitgevoerd. Dit is een cruciaal
                  uitgangspunt bij de verdere uitwerking en invoering van het stelsel. Ik ga hierover
                  tweemaandelijks met de korpsleiding in gesprek. Uw Kamer zal ik in het najaar via
                  het halfjaarbericht informeren over de voortgang.
               
Daarnaast ontvangt u in de bijlage van deze brief een afschrift van de brief aan de
                  Nationale ombudsman over PTSS bij de politie d.d. 11 maart 20205.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.