Brief regering : Lopende dossiers op het gebied van Onderwijs, Cultuur, Wetenschap en Media
35 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
Nr. 160 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET
ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2020
De afgelopen weken hebben we samen met de verschillende sectoren hard gewerkt om onderwijs
op afstand mogelijk maken en om kwetsbare leerlingen en studenten op te vangen, net
als kinderen van ouders in cruciale beroepen. Ook hebben we ons ingezet voor aanvullende
steunmaatregelen voor de culturele sector en de lokale media. De komende tijd zullen
we ons vooral bezighouden met de vraag hoe alle instellingen weer op een veilige manier
open zouden kunnen gaan en hoe we vervolgens de opgelopen achterstanden weg kunnen
werken.
Met deze brief willen we uw Kamer informeren over een aantal andere dossiers waar
ondertussen ook hard aan wordt gewerkt, maar waarvan het tijdpad er door de huidige
situatie in sommige gevallen anders uit is gaan zien dan aanvankelijk met u is gewisseld.
Daarnaast sturen we met deze brief een aantal belangrijke rapporten naar Uw Kamer1.
Lopende dossiers
Cultuur
• De presentatie van de Canon en de tentoonstelling van de geboortepapieren van Nederland
zullen mogelijk in aangepaste of afgeslankte vorm plaatsvinden dan wel vertraging
oplopen.
• Eerder is toegezegd begin 2020 de campagne «weet waar je koopt» te lanceren. We verwachten
hiermee na de zomer te kunnen starten.
• Ten aanzien van de nieuwe cultuurperiode 2021–2024 is de verwachting dat de Raad voor
Cultuur zoals gepland op 4 juni zijn advies uitbrengt over de instellingen die een
aanvraag hebben ingediend voor de basisinfrastructuur (BIS). In overleg met de Raad
voor Cultuur wordt bezien welke stappen na het advies nodig zijn om de culturele sector
in het licht van de gevolgen van deze crisis goed voor de nieuwe BIS-periode te positioneren.
Media
• Speciale aandacht willen we hier vragen voor de behandeling van het wetsvoorstel implementatie
Audio visuele Mediadiensten richtlijn (AVMSD) (Kamerstuk 35 361). Wij verwachten de Nota naar aanleiding van het Verslag nog tijdens het meireces
naar uw Kamer te kunnen sturen. Gegeven de implementatiedeadline van 19 september
2020 hopen wij dat uw Kamer de verdere behandeling van dit wetsvoorstel met urgentie
wil oppakken.
• Ditzelfde geldt voor de aanpassing van de mediawet als gevolg van de visiebrief met
betrekking tot de landelijke publieke omroep. Dit wetsvoorstel ligt nu nog bij de
Raad van State; wij zouden het op prijs stellen dat dit wetsvoorstel zodra het bij
uw Kamer komt te liggen met enige spoed wordt opgepakt. Dit wetsvoorstel omvat onder
meer het verlagen van de ledeneis voor de huidige aspirant-omroepen naar 50.000 leden.
De peildatum voor de ledentelling is op 31 december 2020. De aanvraag voor de erkenning
moet op uiterlijk 1 februari 2021 in werking treden. Zolang het wetsvoorstel niet
door beide Kamers is aangenomen, geldt de huidige ledeneis van 150.000 leden voor
een erkenning. Het niet tijdig behandelen van dit wetsvoorstel kan dan ook tot gevolgen
hebben dat huidige aspiranten uit het publiek bestel vallen. Ook voor de publieke
omroepen en de NPO is het van belang dat dit wetsvoorstel zo spoedig mogelijk wordt
behandeld. De NPO en de omroepen hebben duidelijkheid nodig over de inhoud van het
wetsvoorstel voor het vaststellen van het concessiebeleidsplan en de beleidsplannen
van de omroepen.
• In de gewijzigde motie met Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 133 (t.v.v. nr. 116) van de Leden Kwint, Asscher en Westerveld, aangenomen bij Wetgevingsoverleg Begrotingsbehandeling
Media d.d. 25-11-2019 (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 142) is gevraagd om de Kamer voor de zomer te informeren. De uitwerking van deze motie
zal worden meegenomen in de brief over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in Medialand.
Vanwege de coronamaatregelen kunnen de geplande gesprekken met de stakeholders pas
later gevoerd worden; de verwachting is daarom dat uw Kamer pas na de zomer hierover
geïnformeerd kan worden.
Funderend Onderwijs
• Een aantal wetsvoorstellen lopen vertraging op door uitgestelde parlementaire behandeling
in de Eerste Kamer, waaronder het Afschaffen van de fusietoets (Kamerstuk 35 104) en de Actualisering van de deugdelijkheidseisen (Kamerstuk 35 102). Uiteraard hebben wij begrip voor deze vertraging en zullen wij nauwkeurig bezien
welke effecten dit heeft.
• Voor de wet Meer ruimte voor nieuwe scholen (Kamerstuk 35 050) geldt dat behandeling in de Eerste Kamer is uitgesteld en daarmee is inwerkingtreding
van de wet per 1 juni 2020 niet realistisch. Om tot een zorgvuldige inwerkingtreding
te komen, waar (ouder)initiatieven en gemeenten op kunnen anticiperen is publicatie
per 1 augustus 2020 wenselijk. De inwerkingtreding wordt per koninklijk besluit geregeld
zodat oude en nieuwe systematiek goed op elkaar aansluiten. Initiatiefnemers kunnen
dan vanaf 1 juni 2021 hun initiatief voor een nieuwe school kenbaar maken.
• Voor een zorgvuldige implementatie van het wetsvoorstel vereenvoudiging bekostiging
vo is meer voorbereidingstijd nodig. DUO heeft recent laten weten dat er nog meer
tijd nodig is om de onderliggende regelgeving uitvoerbaar te maken. Daarom wordt de
beoogde inwerkingtreding van de vereenvoudigde bekostiging uitgesteld naar 1 januari
2022. Het is echter van onverminderd groot belang om per 1 januari 2022 een eenvoudig,
voorspelbaar en neutraal bekostigingssysteem voor het voortgezet onderwijs in te voeren.
We beogen daarom snel na het meireces de nota naar aanleiding van het nader verslag
aan uw Kamer te sturen.
• Voor de evaluatie van de wet passend onderwijs in het po, vo en mbo geldt dat de komende
maanden verschillende gesprekken met stakeholders en het opleveren van verschillende
onderzoeksrapporten waren voorzien. Vanwege fysieke beperkingen en de focus bij stakeholders
op de aanpak van de coronacrisis, zijn de geplande gesprekken met deze stakeholders
nu niet goed mogelijk. Wij hechten eraan de evaluatie en het bepalen van de toekomstrichting
zorgvuldig af te ronden. Daartoe is het van belang dat verschillende partijen – waar
onder scholen, leerlingen, ouders, samenwerkingsverbanden en zorgprofessionals – tijd
en ruimte hebben om goed betrokken te zijn bij dit proces. We zijn dan ook genoodzaakt
meer tijd te nemen voor onze standpuntbepaling op de evaluatie en het gezamenlijk
bepalen van de toekomstrichting. In de hoop dat de coronacrisis na verloop van tijd
minder belastend zal zijn voor alle betrokken partijen, streven we er naar om u kort
na de zomer het standpunt op de evaluatie en een voorstel voor de toekomst te doen
toekomen, inclusief het vervolg op het thuiszitterspact en het ontwikkelen van onderwijszorgarrangementen.
• De termijn voor het kunnen doen van een aanvraag tot deelname aan het experiment ruimte
in onderwijstijd is verplaatst naar de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 mei 2020
zodat scholen meer tijd krijgen zich hierop voor te bereiden.
• De start van pilots in het kader van de nieuwe leerweg in de VMBO wordt vertraagd
vanwege de participatie van leraren en scholen. Het precieze moment is afhankelijk
van de tijd die scholen nodig zullen hebben om weer op te starten en de ruimte die
zij daarbij zullen hebben voor bijvoorbeeld het doen van aanvragen.
• De werkzaamheden van Commissie Bevoegdheden en de experimenten rond het afsluiten
van vakken op een hoger niveau wordt vertraagd vanwege de participatie van leraren
en scholen. Het precieze moment is afhankelijk van de tijd die scholen nodig zullen
hebben om weer op te starten en de ruimte die zij daarbij zullen hebben voor bijvoorbeeld
het doen van aanvragen.
• Op 5 maart jl. is met de Kamer gesproken over de lopende actualisatie van het curriculum
in het funderend onderwijs. Tijdens dit overleg zijn door verschillende fracties kanttekeningen
geplaatst bij sommige voorstellen en de voorgenomen vervolgaanpak. Zoals in dit debat
toegezegd kom ik binnenkort met een brief met een aangepast voorstel waarin recht
wordt gedaan aan de geuite wensen en zorgen vanuit de Kamer. Betrokkenheid van het
onderwijsveld blijft noodzakelijk voor het welslagen van de actualisatie, maar ik
wil er, als eerder gesteld, voor waken om het onderwijsveld in de komende periode
te overvragen. Ook dit wordt gereflecteerd in deze bijgestelde aanpak, die ik binnen
enkele weken verwacht aan u voor te leggen.
• Het ingezette werk rond het aanpakken van het lerarentekort gaat ondanks de coronacrisis
door. Voor de zomer sturen wij een brief over de voortgang van de aanpak van het lerarentekort
waarbij de gevolgen van de coronacrisis op dit onderwerp worden meegenomen, net als
de omgang met de noodplannen van de grote steden.
Middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs en wetenschap
• Ten behoeve van de uitwerking van de Wet Taal en Toegankelijkheid (Kamerstuk 35 282) zijn in overleg met instellingen enkele AMvB’s in uitwerking. In verband met de
juridische capaciteit op OCW die nu voornamelijk op Coronamaatregelen wordt ingezet,
kunnen deze pas in het najaar worden voorgehangen bij uw Kamer. Dit betreft de AMvB’s
op het vlak van uitdrukkingsvaardigheid, de meerwaarde en het toetsen achteraf bij
numerus fixus. Vanwege de uitloop van de behandeling van dit wetsvoorstel bij de Eerste
Kamer, worden geen problemen verwacht t.a.v. de inwerkingtreding van deze AMvB’s.
• De kennisstrategie internationalisering zal in verband met beperkte ambtelijke capaciteit
en capaciteit bij andere departementen vertraging oplopen. Internationalisering zal
overigens mogelijk door de Coronacrisis in een ander daglicht komen te staan.
• De brief over instellingsaccreditatie verwachten we uw Kamer na de zomer te kunnen
sturen. Bij de vormgeving is betrokkenheid van instellingen en andere stakeholders
nodig, deze afstemming is in de komende periode niet haalbaar.
• De beleidsreactie monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs zal uw Kamer na de zomer
ontvangen.
• De beleidsreactie op het rapport van de Commissie Weckhuysen zal uw Kamer voor een
eventueel Algemeen Overleg of Schriftelijk Overleg Wetenschapsbeleid ontvangen.
Caribisch Nederland
• Gebruikelijk informeren we uw Kamer over de voortgang van de onderwijsverbetering
in het voorjaar, in aansluiting op het onderzoek van de Onderwijsinspectie. Die heeft
zijn werkbezoek daarvoor kort na aanvang moeten afbreken door het uitbreken van de
crisis. De voortgangsbrief zal dit jaar in het najaar worden gestuurd.
• Aan de afspraken gemaakt in het Vierlandenoverleg Onderwijs en Cultuur in november
2019 wordt doorgewerkt richting het ministerieel overleg dat gepland staat voor januari
2021. Daarbij gaat de prioriteit uit naar de doorstroomproblematiek. In zijn algemeenheid
geldt dat hoe langer de crisis op de eilanden aanhoudt, hoe groter het risico op (grotere)
vertraging in het realiseren van de afspraken gemaakt in de Onderwijsagenda en het
Vierlandenoverleg Onderwijs en Cultuur in de afgesproken periode.
Emancipatie
• We streven ernaar de beleidsreactie op het interdepartementaal beleidsonderzoek Deeltijdwerk
zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.
• De Minister van OCW verwacht nog voor de zomer een brief te sturen over de voortgang
van de aanpak topvrouwen voor de (semi)publieke sectoren, de ondersteunende infrastructuur
en de wettelijke- en transparantieverplichting.
• De voortgangsrapportage Emancipatie zal in verband met de Coronacrisis langer op zich
laten wachten.
Bijgevoegde rapporten
U ontvangt hierbij een aantal rapporten over het onderwijs die eerder aan uw Kamer
zijn toegezegd. Hoewel we ons op dit moment richten op het helpen oplossen van de
problemen waarmee het onderwijs op dit moment wordt geconfronteerd, hechten we er
aan niet te wachten met het openbaar maken van deze rapporten. Ze bevatten waardevolle
informatie die wij graag, op een later moment, samen met het veld en met u benutten.
Inspectierapporten
• Volgens de Wet op het onderwijstoezicht sturen wij de Staat van het Onderwijs, voorzien
van een reactie aan de Staten-Generaal. Al meer dan 200 jaar rapporteert de Inspectie
van het onderwijs (hierna: de inspectie) over de staat van het onderwijs. Met uitzondering
van 1945 heeft de inspectie ieder jaar een beeld geschetst van de kwaliteit van het
onderwijs. De inspectie doet dit op basis van onderzoek en inspectiebezoeken in 2019
en de eerste maanden van 2020. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waar de coronacrisis
het onderwijs voor stelt, onthouden wij ons dit jaar van een bestuurlijke reactie.
Wij rekenen hierbij op uw begrip.
• In overeenstemming met artikel 13, vierde lid, van de Regeling Inspectie van het onderwijs
2018 en Aanwijzing 11, tweede lid, van de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties ontvangt
u bij deze ook het jaarverslag 2019 van de inspectie.
• Tevens sturen wij u hierbij het rapport Peilingsonderzoek taal en rekenen in het basisonderwijs
2018–2019 en het rapport Extra ondersteuning in het basisonderwijs.
• Verder bieden we u het rapport «Routes naar het leraarschap» van de Inspectie van
het Onderwijs aan. Daarmee is voldaan aan de motie van de leden Kwint en Westerveld
van 25 juni 2018 (Kamerstuk 34 950 VIII, nr. 16) om zogenaamde «spoedcursussen» naar het leraarschap te inventariseren en de kwaliteit
daarvan te bezien.
• Ook is bijgevoegd de brief van de inspectie met haar reactie op de versnelde pabo-route
van LOI Hogeschool en «Dit is Wijs». De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
heeft u toegezegd de oordelen van de NVAO en inspectie toe te sturen over deze route.
Bij mijn brief d.d. 12 juli 2019 ontving uw Kamer het oordeel van de NVAO (Kamerstukken
31 293 en 31 289, nr. 476). Toen zegde ik u toe u te informeren over het oordeel van de inspectie tegelijk
met de inventarisatie van de inspectie «Routes naar het leraarschap».
Doelmatigheid en toereikendheid
• Bij dezen bieden wij u het recent door McKinsey & Company aan OCW opgeleverde rapport
«Een verstevigd fundament voor iedereen» aan. Het rapport is het resultaat van een
op verzoek van de Minister voor Basisonderwijs, Voortgezet Onderwijs en Media uitgevoerd
onderzoek naar de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging in het primair
en voortgezet onderwijs.
• Tevens bieden wij u de appreciatie van de klankbordgroep aan. Deze klankbordgroep
bestaat uit (oud)bestuurders, leraren, schoolleiders, wetenschappers en afgevaardigden
van het Ministerie van Financiën, de onderwijsinspectie en de Nederlandse Zorgautoriteit.
Zij acteerden op persoonlijke titel met Ellen van Schoten als voorzitter. De klankbordgroep
heeft gedurende het onderzoek op inhoud, proces en onderzoeksmethode McKinsey geadviseerd.
Wij danken de leden van de klankbordgroep voor hun inzet.
• Ten slotte sturen wij u een onderliggend onderzoek over opvattingen over onderwijskwaliteit
dat voorafgaand aan het onderzoek van McKinsey is uitgevoerd door een onafhankelijke
onderzoeker.
• Deze rapporten bevatten veel relevante inzichten en conclusies, zowel voor de scholen
als voor de politiek. Deze rapporten verdienen dan ook aandacht die in de huidige
corona-tijd logischerwijs niet gegeven kan worden. Wel kan het rapport behulpzaam
zijn in het licht van de opgave die ons te wachten staat bij het heropenen van de
scholen en het wegwerken van mogelijke onderwijsachterstanden. Daarom wil ik hierover
na de crisis met uw Kamer nader het gesprek aangaan en stuur ik na de zomer mijn inhoudelijke
reactie op deze rapporten. Hier betrek ik dan ook de vervolgacties bij die volgen
uit de huidige crisis.
Onderzoeksrapporten passend onderwijs
Bij deze brief ontvangt u, zoals eerder aangekondigd, nog een aantal onderzoeksrapporten
uit het Evaluatieprogramma passend onderwijs. Het betreft de laatste deelstudies,
voordat het eindrapport verschijnt:
• Impact van verevening
• Passend onderwijs in pers en politiek 1.8.2014–1.8.2019
• Schoolbesturen en passend onderwijs
Tot slot
Bovenstaande tijdpaden zijn indicatief en kunnen weer veranderen onder invloed van
actuele ontwikkelingen. Voor de invoering van al het nieuwe beleid en wijzigingen
in de regelgeving geldt bovendien dat we steeds zullen moeten kijken naar haalbaarheid
en realisatie in de instellingen, die nog lang bezig zullen zijn met de nasleep van
de crisis.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.