Brief regering : Rapporten Brede maatschappelijke heroverwegingen
32 359 Brede heroverwegingen
Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2020
Eerder is uw Kamer geïnformeerd over de Brede maatschappelijke heroverwegingen, waarmee
                     het kabinet invulling geeft aan de motie van het lid Sneller c.s.1
In reactie op deze motie hebben ambtelijke werkgroepen gekeken naar mogelijke beleidskeuzes
                     op zestien verschillende maatschappelijke terreinen. Daarbij is in kaart gebracht
                     welke mogelijkheden er zijn voor investeringen, besparen en het stopzetten van beleid
                     en welke effecten dat heeft. Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Economische
                     Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Brede maatschappelijke
                     heroverwegingen aan2.
                  
Samenhang met uitbraak coronavirus
De Brede maatschappelijke heroverwegingen geven inzicht in mogelijke beleidskeuzes
                  voor de toekomst van ons land op de langere termijn. De rapporten zijn eind februari
                  afgerond, nog voor de uitbraak van het coronavirus in ons land. De coronacrisis heeft
                  dan ook geen rol gespeeld bij het opstellen van de opties. Zo is het rapport over
                  de zorg – zoals vooraf afgesproken – opgesteld vanuit het vraagstuk van de doelmatigheid
                  en houdbaarheid van de collectieve uitgaven. Een belangrijk vraagstuk voor Nederland
                  op de lange termijn, waarvoor diverse en soms vergaande opties zijn opgesteld om zo
                  in de toekomst politieke keuzes mogelijk te maken. Deze opties zijn met alle voor-
                  en nadelen in beeld gebracht. Op de korte termijn doet het kabinet alles wat nodig
                  is om de corona-uitbraak het hoofd te bieden. Daarbij worden soms onorthodoxe werkwijzen
                  gehanteerd en wordt ook in financiële zin maximale ruimte gecreëerd om de huidige
                  situatie het hoofd te bieden. Dit zijn maatregelen waar in de Brede maatschappelijke
                  heroverwegingen geen rekening mee gehouden kon worden. Het ondersteunen van de zorg
                  en het beschermen van de volksgezondheid staan daarbij voorop.
               
Ook op andere beleidsterreinen zet het kabinet nu alles op alles om mensen, bedrijven
                  en organisaties die getroffen worden door COVID-19 te ondersteunen. Het kabinet beziet
                  nog of de ontwikkelingen rond het coronavirus en de lessen die we leren in deze periode
                  aanleiding geven om aanvullende opties in beeld te brengen om Nederland op de lange
                  termijn te versterken.
               
Doel en opzet
Het algemene doel van de Brede maatschappelijke heroverwegingen is om in de toekomst
                  onderbouwde keuzes mogelijk te maken, door inzicht te verschaffen in effectieve beleids-
                  en uitvoeringsopties en de mogelijke gevolgen daarvan. De opties beslaan een breed
                  politiek spectrum, zodat alle partijen hieruit kunnen putten. Daarbij gaan de ambtelijke
                  werkgroepen niet in de op de wenselijkheid van de opties. Het is aan politieke partijen
                  om te bezien of en welke opties worden overgenomen voor de volgende verkiezingen.
               
De motie van het lid Sneller c.s. vraagt het kabinet om ter voorbereiding op een volgende
                  neergaande conjunctuur of economische crisis effectieve beleidsopties en hervormingen,
                  bestaand uit plussen en minnen, in kaart te brengen. Daarbij zijn ook de gerelateerde
                  moties van de leden Wiersma en Bruins3 en Van Weyenberg en Wiersma4 over respectievelijk arbeidsproductiviteit en arbeidsmarktbeleid betrokken. Met de
                  Brede maatschappelijke heroverwegingen geeft het kabinet ook invulling aan deze moties.
                  De onderwerpen zijn in de zomer vastgesteld en aan uw Kamer gestuurd. In de zomer
                  zijn zestien werkgroepen aan de slag gegaan onder verantwoordelijkheid van onafhankelijke
                  voorzitters.
               
De Brede maatschappelijke heroverwegingen passen in een breder palet aan voorbereidingen
                  voor een volgende kabinetsperiode. Zo worden binnenkort ook Bouwstenen voor een beter
                  belastingstelsel in beeld gebracht, publiceren het CPB, PBL en SCP een nieuwe serie
                  Kansrijk Beleid, en brengt de Studiegroep Begrotingsruimte een advies uit over het
                  begrotingsbeleid van de rijksoverheid. Daarnaast wordt vanuit het Ministerie van Financiën
                  een nieuwe intensiverings- en ombuigingslijst opgesteld en maakt het Ministerie van
                  VWS in samenwerking met CPB en het Ministerie van Financiën Zorgkeuzes in Kaart. Tot
                  slot wordt dit jaar ook een reguliere ronde Interdepartementale Beleidsonderzoeken
                  gestart. Deze evenwichtige verkenningen van beleidsopties dragen bij aan het verbeteren
                  van de kwaliteit van ons overheidshandelen door het kunnen maken van gefundeerde keuzes
                  in de toekomst. Dat past ook in het bredere streven van dit kabinet om meer inzicht
                  te krijgen in de kwaliteit van ons overheidshandelen, waarvoor ik ook de operatie
                  Inzicht in Kwaliteit gestart ben.
               
De Brede maatschappelijke heroverwegingen betreffen onderwerpen over de volle breedte
                  van de collectieve sector. De hoofdvragen en de minimaal te betrekken begrotingsartikelen zijn vastgelegd in taakopdrachten. De werkgroepen
                  hebben externe expertise zoveel mogelijk betrokken. Waar relevant besteden de rapporten
                  tevens aandacht aan een aantal dwarsdoorsnijdende thema’s. Dit zijn maatschappelijke
                  samenhang, brede determinanten van zorggebruik, productiviteit, digitalisering en
                  de stabiliserende functie van de overheid in de economie. Voor het dwarsdoorsnijdende
                  thema digitalisering is tevens een aanvullende rapportage opgesteld.
               
Doordat de rapporten over de volle breedte van de collectieve sector diverse opties
                  in beeld hebben gebracht bestaat er mogelijk wisselwerking tussen de opgestelde geïnventariseerde
                  maatregelen. Ook binnen een rapport kunnen varianten zijn opgenomen die elkaar uitsluiten
                  of tegenwerken. De gevolgen (o.a. maatschappelijk, economisch, juridisch, fiscaal,
                  uitvoering en budgettair) zijn zo goed mogelijk beschreven per variant. De gevolgen
                  van maatregelen moeten vanwege mogelijke wisselwerking en opstapeling van de gevolgen
                  altijd in een totaalpakket aan maatregelen worden bezien. Dit geldt in het bijzonder
                  voor de gevolgen voor de uitvoering en medeoverheden. Specifiek voor medeoverheden is het van belang om rekening te houden met de regionale en lokale context.
                  Dit vraagt om effectieve samenwerking tussen Rijk en medeoverheden.
               
De rapporten zijn op een handzame manier te vinden op Rijksfinancien.nl en worden
                  ontsloten op een manier die inzicht biedt per optie en het mogelijk maakt om een eigen
                  lijst met opties samen te stellen. Op Rijksfinancien.nl worden ook andere voorbereidingen
                  op een volgende kabinetsperiode geplaatst, zoals de Studiegroep Begrotingsruimte en
                  de Bouwstenen voor een beter Belastingstelsel.
               
De Minister van Financiën,
                  W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 W.B. Hoekstra, minister van Financiën
