Brief regering : Voorbereiding luchthavenbesluit Gilze-Rijen
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 738 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2020
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld heeft Defensie in reactie op de milieueffectrapportage
en het ontwerpluchthavenbesluit Gilze-Rijen meer dan 800 zienswijzen ontvangen (Kamerstuk
31 936, nr. 720). Met de aanvaarding van de motie van het lid Kerstens c.s. (Kamerstuk 34 932, nr. 11) heeft u mij verzocht om in overleg met betrokkenen te bezien op welke wijze tot
een gedragen besluit kan worden gekomen. In de veelheid van kritische opmerkingen
komen twee punten prominent naar voren. Het eerste betreft de reserveveldfunctie voor
jachtvliegtuigen – nodig voor het geval er wegens grootschalig baanonderhoud op de
vliegbases Leeuwarden of Volkel niet kan worden gevlogen – waardoor de 35 Ke contour
de mogelijkheden tot woningbouw in de kernen Molenschot en Hulten beperkt. Defensie
kan deze reserveveldfunctie niet zomaar opgeven, omdat de ruimte voor operationele
activiteiten van jachtvliegtuigen schaars is. Het tweede punt van kritiek betreft
het voorgenomen aantal helikopterbewegingen en, als gevolg daarvan, de ligging van
deze contour aan de Noord- en de Zuidkant van de vliegbasis, deels over de woonkernen
van Rijen en Gilze.
Op woensdag 12 februari jl. heb ik de gemeente Gilze en Rijen bezocht, waar ik sprak
met bestuurders en omwonenden van de vliegbasis en waar ik een aantal maatregelen
en voornemens heb gepresenteerd die een gedragen luchthavenbesluit dichterbij moeten
brengen.
Twee maatregelen hebben specifiek betrekking op de zojuist genoemde punten van kritiek.
In de eerste plaats heb ik besloten voorlopig voorrang te geven aan de voorbereiding
van het luchthavenbesluit voor vliegbasis De Peel, zodat een reactivering van deze
vliegbasis op termijn mogelijk is. Als Defensie voor jachtvliegtuigen gebruik kan
maken van De Peel, dan kan de reserveveldfunctie voor jachtvliegtuigen op Gilze-Rijen
vervallen. Dit heeft geen gevolgen voor het luchthavenbesluit De Peel. Voor De Peel
blijft namelijk de toezegging uit de Kamerbrief van 12 juni 2019 van kracht, namelijk
dat de omvang van de huidige geluidszone van De Peel niet groter wordt. De maximumvariant
voor De Peel blijft 3.600 vliegtuigbewegingen door twaalf jachtvliegtuigen, jaarlijks
in drie perioden van zes weken. Dit is op 13 februari jl. nader toegelicht in de vergadering
van de Commissie Overleg en Voorlichting Milieu van de vliegbasis De Peel, die hiervan
kennis heeft genomen.
In de tweede plaats wordt de omvang van de returnveldfunctie – die nodig is voor het
geval onze helikopters niet in de Verenigde Staten kunnen blijven – gehalveerd. Hierdoor
worden de contouren aan de Noord- en de Zuidkant van de vliegbasis kleiner, zodat
de 35 Ke contour niet meer over de woonkernen van Rijen en Gilze komt.
Met deze twee maatregelen kom ik tegemoet aan twee belangrijke punten van kritiek
op de plannen van Defensie. De gemeentelijke en provinciale bestuurders die bij het
gesprek op 12 februari aanwezig waren, verwelkomden deze maatregelen als een positieve
stap op weg naar een gedragen luchthavenbesluit.
Dat betekent wel dat de luchthavenbesluiten voor de vliegbases De Peel en Gilze-Rijen
niet meer gelijktijdig, maar na elkaar worden voorbereid. Hierdoor wordt de uiterste
datum van 31 oktober 2021 voor het tot stand brengen van alle luchthavenbesluiten
overschreden. Voor de vliegbases Deelen, De Kooy, Eindhoven, Leeuwarden en Volkel
is er inmiddels een luchthavenbesluit, voor de vliegbases De Peel, Gilze-Rijen en
Woensdrecht is het luchthavenbesluit nog in voorbereiding. Tot 31 oktober 2021 behouden
de aanwijzingsbesluiten voor de militaire luchtvaartterreinen Gilze-Rijen, Woensdrecht
en De Peel hun geldigheid. Zoals reeds gemeld in de Kamerbrief van 13 september 2019
(Kamerstuk 32 670, nr. 165) met de inventarisatie van projecten die mogelijk gevolgen ondervinden van de PAS-uitspraak
leidt ook de stikstofproblematiek tot vertraging in de voorbereiding van de nog openstaande
luchthavenbesluiten, waaronder het luchthavenbesluit voor de vliegbasis Woensdrecht.
De concrete gevolgen hiervan en mogelijke oplossingsrichtingen hiervoor worden momenteel
onderzocht. Ook door de COVID-maatregelen worden de reguliere processen voor overleg
en inspraak verstoord, onder andere doordat bijeenkomsten worden afgelast. Hoe groot
de weerslag hiervan zal zijn, is nog niet aan te geven.
Tijdens het Kamerdebat van 5 juli 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 103, item 7) over de verlenging van de geldigheidstermijn van aanwijzingen van militaire luchtvaartterreinen
heb ik toegezegd er alles aan te doen om niet voor een vierde keer met een dergelijk
wetsvoorstel te moeten komen. Die toezegging kan ik niet gestand doen, deels vanwege
de koerswijziging rondom de voorbereiding van het luchthavenbesluit Gilze-Rijen die
ik hierboven heb toegelicht, deels vanwege de vertraging door toedoen van de stikstofproblematiek.
Zoals toegezegd waren tot nu toe alle inspanningen erop gericht om alle luchthavenbesluiten
tijdig, voor 31 oktober 2021, in werking te laten treden. Maar vanwege de bovengenoemde
omstandigheden bereid ik inmiddels een wetsvoorstel voor om de overgangsrechtelijke
bepaling die de geldigheidsduur van de genoemde aanwijzingsbesluiten beperkt aan te
passen, zodat er meer tijd is om de luchthavenbesluiten, voor de vliegbases De Peel,
Gilze-Rijen en Woensdrecht, voor te bereiden. Ik streef ernaar dat dit wetsvoorstel
dit najaar bij de Tweede Kamer aanhangig kan worden gemaakt.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie