Brief regering : Slaag-zak regeling voortgezet onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 417 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2020
Op 24 maart heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn besluit om de centrale examens
(CE’s) in het voortgezet onderwijs geen doorgang te laten vinden waardoor de resultaten
van het schoolexamen bepalend zijn voor het diploma.1 Ik heb daarbij aangegeven dat de praktische consequenties van dit besluit nog zouden
worden uitgewerkt. Hiervoor is een tijdelijke slaag-zakregeling gemaakt in de vorm
van een besluit, dat bepaalde artikelen uit onder andere het Eindexamenbesluit VO
vervangt. Hiermee wordt het leerlingen optimaal mogelijk gemaakt eindexamen te doen
in dit uitzonderlijke jaar. Het VO-diploma moet net als in andere jaren zijn waarde
en civiel effect hebben. Leerlingen krijgen dit jaar een volwaardig diploma waarmee
toegang tot het vervolgonderwijs wordt verkregen. Om het niveau van het diploma te
waarborgen en hierover transparant verantwoording af te leggen, monitoren we de slagingspercentages
van leerlingen, inclusief de resultaten op de verschillende vakken. Hierover zal ik
in de jaarlijkse Examenbrief aan uw Kamer rapporteren. Ik stuur deze brief mede namens
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Voor scholen is een servicedocument opgesteld waarin de nieuwe regels voor dit jaar
worden toegelicht. Dit document treft u als bijlage bij deze brief aan2. Ik licht hieronder de belangrijkste elementen toe.
Slaag-zakregeling
De slaag-zakregeling blijft zo veel mogelijk in stand, bijvoorbeeld waar het gaat
om de kernvakkenregel en het maximum aantal onvoldoendes. Deze hebben vanzelfsprekend
nu betrekking op het schoolexamen in plaats van op het samenspel van schoolexamen
en het centrale examen. Leerlingen die langdurig ziek zijn of andere bijzondere omstandigheden
hebben, mogen hun eindexamens net als anders over twee jaar spreiden. Als zij dit
jaar vakken afronden, hoeven zij volgend jaar het CE van deze vakken niet alsnog te
doen. Dit geldt ook voor leerlingen die examen doen in het voor- of voorvoorlaatste
leerjaar en dit jaar al vakken afsluiten.
Resultaatverbeteringstoetsen
Na het afronden van de schoolexamens en de herkansingen die in het programma van toetsing
en afsluiting (PTA) van de school zijn beschreven, stellen scholen uiterlijk op 4 juni
vast welke leerlingen op basis van de schoolexamenresultaten zijn geslaagd of gezakt.
Leerlingen die op basis van deze resultaten zouden zijn gezakt of hun resultaten willen
verbeteren mogen voor maximaal twee vakken een zogeheten resultaatverbeteringstoets
(RV-toets) maken. Dit is een verruiming ten opzichte van de reguliere situatie, waarbij
leerlingen in het tweede tijdvak voor één vak het centraal examen mogen herkansen.
Hier is voor gekozen vanwege de uitzonderlijke situatie en het feit dat sommige leerlingen
hadden gerekend op het centrale examen om hun cijfers op te halen. Vmbo bb- en kb-leerlingen
mogen daarnaast ook voor hun beroepsgerichte profielvak een RV-toets maken, dus in
totaal voor drie vakken. Scholen kunnen de periode na 4 juni tot de aanvang van de
zomervakantie benutten om deze RV-toetsten af te nemen en de diploma-uitreiking te
organiseren.
Leerlingen in het vso, staatsexamen en vavo
Bij de uitwerking van de maatregelen is bijzondere aandacht uitgegaan naar de positie
van leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs en individuele kandidaten voor
het staatsexamen. Leerlingen die via het staatsexamen het diploma behalen, doen dat
dit jaar op basis van het college-examen. De examinatoren die deze examens afnemen
zijn hierin goed getraind en hebben daarbij ook aandacht voor leerlingen met bijvoorbeeld
communicatieproblemen. Ook dit jaar wordt er bij de afname van het college-examen
maximaal aandacht besteed aan de afnamecondities zodat de afname zo prettig mogelijk
voor de kandidaat verloopt. Het College voor Toetsen en Examens (verantwoordelijk
voor de afname van het staatsexamen) kan hierin maatwerk bieden door voorafgaand aan
de afname van het college-examen overleg te voeren met de contactpersoon van de school
over de (ondersteunings)behoeften van individuele kandidaten. Op die manier kan de
examinator goed inspelen op de specifieke situatie van de leerling en kan de kandidaat
zo goed mogelijk laten zien wat hij of zij in huis heeft.
De herkansingsmogelijkheid van staatsexamenkandidaten is dit schooljaar uitgebreid.
Staatsexamenkandidaten die met een herkansing een diploma kunnen behalen kunnen maximaal
twee vakken herkansen en kunnen daarbij kiezen uit twee mogelijkheden:
1. twee mondelinge en/of twee schriftelijke onderdelen (van maximaal twee vakken), of
2. één mondeling, één schriftelijk en/of één praktisch onderdeel (van maximaal twee vakken).
Voor zowel het vavo als het staatsexamen geldt dat als leerlingen in de komende jaren
via een van deze voorzieningen hun diploma willen halen zij daarbij de behaalde eindcijfers
in 2019–2020 kunnen gebruiken. Leerlingen hoeven de CE’s voor reeds afgesloten vakken
dan niet alsnog te doen.
Hardheidsclausule
In de Kamerbrief over examens van 24 maart is aangegeven dat wordt uitgezocht of er
een beroepsmogelijkheid kan worden ingericht voor leerlingen.
Het kan namelijk voorkomen dat leerlingen door hun persoonlijke omstandigheden ernstig
benadeeld worden door de manier waarop scholen toepassing hebben gegeven aan de examenregels
zoals die dit jaar gelden.
Ik geef nu invulling aan dit voornemen door een hardheidsclausule in het besluit op
te nemen. Deze clausule biedt scholen de mogelijkheid om leerlingen in individuele
gevallen een extra mogelijkheid tot een resultaatverbeteringstoets te bieden. Er moet
dan sprake zijn van een «onbillijkheid van overwegende aard». Dat betekent dat de
toepassing van de regels onevenredig uitpakt voor de individuele leerling in de ogen
van het bevoegd gezag.
Daarnaast is in het besluit geregeld dat als een kandidaat ten gevolge van ziekte
of om een andere geldige reden is verhinderd bij de resultaatverbeteringstoets, de
directeur hem of haar de gelegenheid zal geven om de resultaatverbeteringstoets alsnog
af te leggen. Ook kan de directeur het mogelijk maken dat een leerling met een beperking
de resultaatverbeteringstoets geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast
aan de mogelijkheden van die leerling.
Om scholen te ondersteunen in het zelf oplossen van eventuele conflicten over de SE’s
maakt de VO-raad, in afstemming met de Inspectie, een handreiking over de meest voorkomende
geschilpunten rond de SE’s (vergelijkbaar met de handreiking die de inspectie al eerder
heeft ontwikkeld voor geschillen over CE-scores). Op deze manier wordt geborgd dat
deze wijze van geschillenbeslechting niet vrijblijvend is maar volgens richtinggevende
kaders gebeurt.
Tot slot
Dit besluit is tot stand gekomen in goed overleg en met behulp van vele partijen3 uit het veld, waaronder het vervolgonderwijs. Ik wil hen daarvoor danken en heb er
vertrouwen in dat wij met elkaar de leerlingen en leraren kunnen ondersteunen in deze
voor iedereen bijzondere situatie. Ik wens alle leerlingen de komende tijd veel succes
met het afronden van de eindexamens.
Eindexamen doen en je diploma behalen is een belangrijke gebeurtenis in je leven.
In Nederland hebben we normaal gesproken vaste momenten waarop leerlingen hun uitslag
te horen krijgen. Door het vervallen van het CE is er niet automatisch meer voorzien
in een centraal moment van afronding. Dit is echter een traditie die we ook dit jaar
in ere willen houden door één moment te nemen om collectief stil te staan bij deze
belangrijke mijlpaal. Alle betrokken partijen en ikzelf gunnen leerlingen namelijk
een mooie afsluiting van hun schooltijd. Daarom hebben we nu, mede op verzoek van
LAKS, afgesproken dat er een landelijk moment komt voor geslaagden op 4 juni, de dag
dat de SE’s worden afgesloten. Naar de invulling hiervan wordt nog nader gekeken,
ook mede afhankelijk van de ontwikkeling van het coronavirus.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Indieners
-
Indiener
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media