Brief regering : Geannoteerde agenda informele Energieraad (videoconference) op 28 april 2020
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 802 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2020
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele energieraad die op
28 april 2020 middels een videoconferentie zal plaatsvinden.
Op het moment van schrijven dient doorgang nog te worden bevestigd en is er door het
Kroatisch voorzitterschap nog geen definitieve agenda vastgesteld. Naar verwachting
zal tijdens de informele energieraad gesproken worden over maatregelen die lidstaten
nemen naar aanleiding van de uitbraak van het coronavirus (COVID-19), en zal er gesproken
worden over de integrale nationale Energie- en Klimaatplannen (INEKs).
Gezien het feit dat er geen punten ter besluitvorming geagendeerd staan, zal vertegenwoordiging
op de komende Informele Energieraad waarschijnlijk op hoogambtelijk niveau plaatsvinden.
Gezien de huidige onzekerheid valt het niet uit te sluiten dat het Kroatisch voorzitterschap
de informele energieraad besluit te annuleren. Hierover zijn op het moment van schrijven
echter nog geen signalen binnengekomen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
BIJLAGE: GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE ENERGIERAAD 28 APRIL
Tafelronde: COVID-19 gerelateerde maatregelen
Naar verwachting wordt lidstaten gevraagd om toe te lichten of lidstaten risico’s
zien voor de energiesector door de huidige situatie, wat de huidige situatie betekent
voor de nationale leveringszekerheid en wat voor maatregelen lidstaten (nationaal)
in het kader van de ingestelde crisisorganisatie nemen om deze te ondervangen. Daarnaast
zal de tafelronde vermoedelijk ook gaan over de link tussen herstelmaatregelen en
investeringen in de energietransitie.
Inzet Nederland
Crisisorganisatie
Nederland zal aangeven op dit moment geen gevaar te zien voor de leveringszekerheid
van energie ten gevolge van COVID-19. Mogelijke problemen die in Nederland zouden
kunnen ontstaan in de energiesector ten gevolge van de COVID-19 uitbraak liggen op
het gebied van het uitvallen van gespecialiseerd personeel, het stilvallen van de
aanvoer van kritieke componenten of het gebrek aan persoonlijk beschermingsmateriaal
die nodig is bij het uitvoeren van reparaties. Het kabinet onderhoudt goed contact
met partijen in deze sector en daaruit blijken geen aanwijzingen dat deze risico’s
materialiseren.
Nederland zal aangeven dat het ook in de huidige omstandigheden van groot belang is
het vrij verkeer van personen en goederen te handhaven om noodzakelijk onderhoud geen
hinder te laten ondervinden. In dit verband steunt Nederland de recent door de Europese
Commissie uitgebrachte richtsnoeren voor het vrije verkeer van personen die werkzaam
zijn in cruciale sectoren, waaronder de energiesector1.
Nederland zal in het kader van de crisisorganisatie aan lidstaten toelichten dat het
algemene beeld voor de vitale sectoren gas, elektriciteit en olie stabiel is. De genoemde
sectoren zijn goed in control en op dit moment zijn er geen problemen om de continuïteit te waarborgen. Zelfs in
het geval er 10% tot 30% uitval van personeel zou optreden, geven netbeheerders aan
nog steeds hun rol goed te kunnen vervullen. Wel is een aantal maatregelen nodig en
worden prioriteiten gesteld om de kritische processen te kunnen waarborgen. Veiligheid
en continuïteit staan hierbij voorop.
Indien gevraagd kan Nederland toelichten dat de gezamenlijke netbeheerders hebben
aangegeven dat niet-urgente werkzaamheden tot nader order worden uitgesteld. Spoedeisende
werkzaamheden worden wel nog steeds uitgevoerd. Gas- en stroomstoringen worden altijd
opgelost. Nederland kan desgevraagd toelichten dat netbeheerders vrijwillig hebben
aangegeven geen afsluitingen wegens betalingsachterstanden uit te voeren. En dat energieleveranciers
bij betalingsproblemen met begrip voor de situatie in gesprek zullen gaan om individuele
afspraken te maken.
Impact COVID-19 op energietransitie
In geval een discussie wordt gevoerd over de impact van COVID-19 op de energietransitie,
zal Nederland toelichten dat zij inzet op een zogenoemde «green recovery». Het kabinet
onderzoekt momenteel welke invloed de gevolgen van de COVID-19 uitbraak hebben op
het klimaat- en energiebeleid en op welke manier de herstelmaatregelen de vergroening
van de economie kunnen bevorderen en andersom.
Indicatie krachtenveld
Het Nederlandse beeld dat de energievoorziening vooralsnog geen gevaar loopt, komt
overeen met het beeld in de rest van Europese Unie. Maar ook in de overige lidstaten
worden maatregelen genomen en prioriteiten gesteld om kritische processen in stand
te kunnen houden.
Informatiepunt: Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplannen (INEKs)
De Raad zal worden geïnformeerd omtrent de definitieve Integrale Nationaal Energie-
en Klimaatplannen voor de periode 2021–2030, die alle Europese lidstaten conform de
Governance Verordening eind vorig jaar moesten indienen. Vijf lidstaten (Frankrijk,
Duitsland, Ierland, Luxemburg en Roemenië) hebben dit nog niet gedaan. Naar verwachting
zal de Commissie benadrukken dat snelle indiening nodig is om geen vertraging op te
lopen, hoewel te verwachten is dat in verband met COVID-19 indiening verder op zich
kan laten wachten. De Commissie is voornemens in juni met een eerste beoordeling te
komen. Hieruit zal blijken of de Europese 2030 doelstellingen in zicht zijn. Uit de
analyse van de concept INEKs die de Commissie in juni 2019 uitbracht, bleek dat deze
doelstellingen nog niet zouden worden behaald. Verschillende landen hebben sindsdien
aangegeven hun bijdrage bij te stellen.
Inzet Nederland
Nederland is voorstander van een constructieve samenwerking met de Commissie en de
andere lidstaten op het gebied van energie- en klimaatbeleid. Nederland vindt het
van belang dat lidstaten hun INEK tijdig indienen zodat in juni een gedegen analyse
kan volgen, ook met het oog op het verwachte Impact Assessment voor het ophogen van
het 2030 broeikasgasreductiedoel. De INEKs kunnen worden benut om te monitoren dat
de Unie als geheel op het juiste pad zit.
De bijdrage van Nederland aan de EU doelstellingen voor hernieuwbare energie (ten
minste 27%) en energie-efficiëntie (primair 1950 PJ, finaal 1837 PJ) voldoet aan de
verwachtingen van de Commissie.
Indicatie krachtenveld
De Commissie heeft vaker aangedrongen op tijdige indiening van de INEKs. Lidstaten
die te laat zijn met het indienen, zijn conform de Governance Verordening in overtreding.
Wellicht zal een aantal lidstaten meer tijd nodig hebben in verband met de huidige
ontwikkelingen rondom COVID-19.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.