Brief regering : Inspraak tweede wijziging Landelijk Afvalbeheerplan
30 872 Landelijk afvalbeheerplan
Nr. 241
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2020
Het beleid voor het beheer van afvalstoffen in Nederland is opgenomen in het landelijk
afvalbeheerplan. Op 28 december 2017 is het Landelijk afvalbeheerplan 2017–2029 (LAP3;
verder het LAP) in werking getreden. In het LAP is aangegeven dat het regelmatig zal
worden geactualiseerd om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de transitie naar
een circulaire economie. Op 19 juli 2019 is de eerste wijziging van het LAP in werking
getreden. Overeenkomstig artikel 10.9, tweede lid van de Wet milieubeheer bied ik
u hierbij de inspraaknotitie van het ontwerp voor de tweede wijziging van het LAP
aan1.
Met deze wijziging breng ik het LAP in overeenstemming met recent gewijzigde kaderrichtlijn
afvalstoffen en met de komende Omgevingswet en actualiseer ik het LAP in lijn met
een aantal ontwikkelingen bij specifieke stromen. De belangrijkste wijzigingen licht
ik kort toe:
– de herziene kaderrichtlijn afvalstoffen wordt op 5 juli 2020 van kracht. Voor een
groot deel vindt deze implementatie plaats via een wijziging van wet- en regelgeving
(vb. het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen). Voor de implementatie
is het tevens noodzakelijk dat het LAP wordt aangepast. Het gaat dan om bijvoorbeeld
afwijkingsgronden voor de gescheiden inzameling van afval van huishoudens, afvalscheiding
voor bedrijven, de minimumstandaard voor afgewerkte olie en de actualisatie van het
hoofdstuk «afval of niet».
– In het LAP wordt de terminologie van de Wet milieubeheer (Wm) en de daarop gebaseerde
regelgeving, zoals het Activiteitenbesluit, gebruikt. Met de komst van de Omgevingswet
(Ow) en de daarop gebaseerde regelgeving (zoals het Besluit activiteiten leefomgeving)
is het zaak het LAP in lijn te brengen met de daarin gehanteerde begrippen en bepalingen.
De systematiek van het omgevingsrecht wijzigt. Naast meer technische zaken zoals het
vervallen van het begrip «inrichting» en de verwijzing naar de juiste regelgeving,
is dit bijvoorbeeld ook mede aanleiding voor een herziening van het beleid voor afvalscheiding
door bedrijven.
– Tot slot past deze wijziging bij het dynamische karakter dat met het LAP wordt beoogd.
Door het LAP met regelmaat te actualiseren spelen we in op ontwikkelingen in de transitie
naar een circulaire economie. Voorbeelden zijn de eisen aan de verwerking van luiers
en incontinentiemateriaal en aanpassing van het beleid omtrent matrassen en banden.
Nederland is volop bezig met de transitie naar een circulaire economie. Dit vraagt
inzet van diverse instrumenten zoals wet- en regelgeving, stimuleringsprogramma’s,
convenanten, communicatie, etc. Ook een juiste inzet van afvalbeleid past in dit rijtje;
het LAP speelt een belangrijke rol in het realiseren van de doelen behorende bij het
Rijksbrede Programma CE. Het gaat dan bijvoorbeeld om het borgen van een voldoende
hoogwaardige afvalverwerking, het voorkomen van de verspreiding van zeer zorgwekkende
stoffen via recycling en regels voor het scheiden en/of mengen van afvalstoffen met
het oog op optimaal hergebruik of recycling ervan. De voorgenomen wijzigingen zijn
bedoeld om het LAP eenduidig en actueel te houden en als instrument optimaal te blijven
benutten.
Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen