Brief regering : Maatregelen politie naar aanleiding van het coronavirus
29 628 Politie
               25 295
                Infectieziektenbestrijding
         
Nr. 943
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2020
Aansluitend bij de kabinetsmaatregelen om de fysieke contacten te beperken om de kans
                  op besmetting met het coronavirus zo klein mogelijk te maken, zijn ook bij de politie
                  maatregelen genomen om zowel de fysieke contacten met de burgers als de onderlinge
                  fysieke contacten daar waar mogelijk te beperken. Deze maatregelen dragen bij aan
                  de inzetbaarheid alsook de bescherming van de politiemedewerkers. Middels deze brief
                  informeer ik uw Kamer hierover.
               
Laat ik eerst van deze gelegenheid gebruik maken om mijn grote waardering uit te spreken
                  voor de wijze waarop hulpverleners in het algemeen en de politie in het bijzonder
                  omgaan met hun werk in deze bijzondere tijd en de inzet en flexibiliteit die zij daarbij
                  tonen. Samen met andere hulpverleners spant politie zich dag en nacht in voor onze
                  veiligheid: zij zetten een stap vooruit, ook in deze lastige tijd. Juist nu het besmettingsgevaar
                  met het coronavirus zo groot is, vind ik het onbegrijpelijk en volkomen onacceptabel
                  dat er mensen zijn die agenten of andere hulpverleners in het gezicht hoesten of spugen
                  of dreigen dit te doen. Dit is niet alleen smerig en beledigend, maar ook nog eens
                  levensgevaarlijk.
               
Aanpassing regelgeving
Bezien is hoe we agenten beter kunnen beschermen tegen verdachten die vervoerd moeten
                  worden of personen met verward gedrag die hulp behoeven. Agenten zitten namelijk met
                  deze personen in een auto en kunnen opzettelijk hoesten of spugen niet ontwijken.
                  Zaak is te zorgen dat agenten daarbij minder kans lopen op opzettelijke besmetting
                  of minder last hebben van dreiging daarvan. Daarom is besloten dat de mogelijkheid
                  om mondafscherming bij verdachten aan te brengen die vervoerd worden, waar nodig kan
                  worden ingezet. Om de inzet van de mondafscherming mogelijk te maken moet dit worden
                  toegevoegd aan de uitrusting van de politie. Dit is ook al voorzien in de stelselherziening
                  geweldsaanwending politie en geschiedt conform het huidige artikel 16, tweede lid,
                  van het Besluit bewapening en uitrusting politie. Het is een effectieve maatregel
                  om politiemedewerkers hun werk veiliger te kunnen laten doen.
               
Ook heeft mijn departement spoedwetgeving opgesteld, zojuist geaccordeerd door de
                     ministerraad, om het mogelijk te maken van verdachten gedwongen celmateriaal af te
                     nemen om zo te testen of zij ook daadwerkelijk met het coronavirus besmet zijn.
                  
Het Openbaar Ministerie (hierna: «OM») heeft een beleidskader vastgesteld op basis
                     waarvan een lik-op-stuk aanpak geldt voor corona-gerelateerde delicten. Het OM zal
                     een stevige straf eisen voor mensen die een ander in het gezicht spugen of hoesten.
                     Dit is in het bijzonder van belang voor alle hulpverleners op straat. Ook heeft het
                     OM aangekondigd deze zaken in supersnelrecht af te doen. Deze aanpak is al in de praktijk
                     gebracht.
                  
Andere maatregelen
Voorts is bezien of en in hoeverre de kabinetsmaatregelen nopen tot een tijdelijke
                  aanpassing van de regelgeving of tot een tijdelijke afwijking daarvan. Dat is bij
                  veel politiewerkzaamheden niet noodzakelijk. Aangiftes vinden bijvoorbeeld veelal
                  plaats via de elektronische weg (als het gaat om vermogensdelicten), maar ten aanzien
                  van de strafbare feiten die voor aangifte een fysieke aanwezigheid vereisen (zoals
                  zeden) worden op normale wijze, binnen de richtlijnen van het RIVM, opgenomen door
                  gespecialiseerde rechercheurs.
               
Een tijdelijke aanpassing in de regelgeving is wel aan de orde bij de toetsing van
                  politiemedewerkers in het kader van de geweldsbeheersing, de keuring van de combinaties
                  politiehondgeleider-politiehond, de geoefendheid van de leden van de mobiele eenheden
                  en bij de zogenoemde korpscheftaken. Hieronder wordt daar in meer detail op ingegaan,
                  waarbij wordt aangegeven welke aanpassingen of afwijkingen in de regelgeving zullen
                  worden doorgevoerd.
               
Geoefendheid politie
Geoefendheid leden mobiele eenheid
De Regeling mobiele eenheid 2007 bepaalt dat de leden van de mobiele eenheid tenminste
                  40 uur op jaarbasis oefenen, anders zijn zij niet inzetbaar. Deze oefeningen zijn
                  met het oog op het beperken van de kans op besmetting met het coronavirus opgeschort.
                  Gelet daarop is het wenselijk om dit jaar af te zien van deze verplichting. Conform
                  de Regeling mobiele eenheid 2007 heb ik de korpschef toestemming gegeven om in 2020
                  af te wijken van de verplichting om de leden van de mobiele eenheid dit jaar tenminste
                  40 uur te laten oefenen. De korpschef heeft mij verzekerd dat wel zoveel als mogelijk
                  wordt getracht de geoefendheid van de leden van de mobiele eenheden op peil te houden.
               
Keuring combinatie politiehondgeleider-politiehond
De Regeling politiehonden bepaalt dat de combinatie politiehondgeleider-politiehond
                  om de twee jaar wordt gekeurd. Bij een voldoende resultaat ontvangen zij een certificaat
                  dat 2 jaar en drie maanden geldig is. Nu deze keuringen de komende maanden zijn opgeschort,
                  dreigt voor een aantal combinaties dat hun certificering afloopt en zij als gevolg
                  daarvan niet meer kunnen worden ingezet. Ik zal de Regeling politiehonden zodanig
                  aanpassen dat in buitengewone omstandigheden de geldigheidsduur van bestaande certificaten
                  tijdelijk kan worden verlengd opdat deze combinaties inzetbaar blijven.
               
Toetsen geweldsbeheersing
De politie heeft de toetsen geweldsbeheersing en aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden
                  opgeschort, omdat fysiek contact hierbij onvermijdelijk is. De opschorting van voorgenoemde
                  toetsen heeft vooralsnog geen gevolgen voor bevoegdheden en de inzetbaarheid van het
                  politiepersoneel, omdat de huidige certificeringen geldig zijn tot en met 31 december
                  2020. Indien de toetsen geweldsbeheersing en aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden
                  voor langere tijd worden opgeschort, zal een toetsingsachterstand ontstaan die waarschijnlijk
                  niet is in te halen voor het einde van 2020. Het gevolg daarvan is dat mogelijk niet
                  alle medewerkers tijdig kunnen worden gecertificeerd voor 2021. Indien een dergelijke
                  toetsingsachterstand dreigt te ontstaan, zal ik in overleg met de politie en de politievakbonden
                  afspraken maken over de tijdelijke verlenging van de huidige certificeringen door
                  middel van een tijdelijke aanpassing Regeling toetsing geweldsbeheersing politie (RTGP).
               
De halfjaarlijkse schietvaardigheidstoetsen binnen de politie kunnen vooralsnog doorgaan
                  met diverse maatregelen binnen de richtlijnen van het RIVM. Op dit moment is de verwachting
                  dat de medewerkers die een vuurwapen dragen voor de deadline van 1 juli hun certificering
                  voor de tweede helft van 2020 kunnen behalen. De certificering voor schietvaardigheid
                  is alleen geldig in combinatie met de certificeringen voor geweldsbeheersing en aanhoudings-
                  en zelfverdedigingsvaardigheden. Voor de tweede helft van 2020 is dit geen probleem,
                  omdat deze certificeringen tot 31 december a.s. geldig zijn. Echter, indien de toetsen
                  geweldsbeheersing en aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden voor langere tijd
                  worden opgeschort en een niet in te lopen toetsingsachterstand ontstaat, is de tijdelijke
                  verlenging van deze certificeringen ook noodzakelijk voor de schietvaardigheidscertificering
                  in de eerste helft 2021, zelfs als de schiettoetsen wel kunnen worden afgenomen.
               
Indien de richtlijnen van het RIVM wijzigen waardoor het niet langer mogelijk is de
                  schiettoetsen op een veilige en verantwoorde wijze af te nemen zal ik in overleg met
                  de politie en de politievakbonden afspraken maken over de tijdelijke verlenging van
                  de certificeringen voor schietvaardigheid door middel van een tijdelijke aanpassing
                  van de RTGP. Tevens is in overleg met de politievakbonden en de politie besloten tijdelijk
                  af te wijken van de volgordelijkheid van bepaalde onderzoeken die is vastgelegd in
                  de Regeling aanstellingseisen politie 2002. In deze regeling staat dat in het fysiek-motorisch
                  onderzoek voor het psychologisch onderzoek moet plaatsvinden, en de geneeskundige
                  keuring voor het betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek. De volgordelijkheid
                  in het werving- en selectieproces is reeds losgelaten om ervoor te zorgen dat de niet-fysieke
                  elementen van de werving en selectie doorgang kunnen vinden en er geen onnodige vertraging
                  wordt opgelopen. Op korte termijn zal de Regeling aanstellingseisen hierop worden
                  aangepast.
               
Korpscheftaken
Het gaat hierbij in dit kader om het afgeven van jachtakten en wapenverloven en het
                  verlenen van vergunningen en afgeven van legitimatiebewijzen voor particuliere beveiligingsorganisaties
                  en particuliere recherchebureaus. Deze werkzaamheden vergen fysiek contact tussen
                  de politie en de aanvragers en zijn derhalve opgeschort zolang de RIVM-maatregelen
                  daartoe aanleiding geven.
               
Jachtakten en vergunningen
Ongeveer 3.000 à 6.000 van de ongeveer 30.000 jachtakten op basis van de Wet natuurbescherming
                  (Wnb) moeten nog verlengd worden. Daarnaast moeten ook verloven voor wapenbezit (o.a.
                  voor de schietsport) op basis van de Wet wapens en munitie (Wwm) worden verlengd.
                  Voor wat betreft de jachtakten en de wapenverloven heb ik de korpschef opgedragen
                  tot de kabinetsmaatregelen die het fysieke contact beperken besluiten te nemen op
                  basis van de overige gegevens die in deze afwegingen worden betrokken. De politie
                  volgt de verlofhouders onverminderd vanuit de politiesystemen en zodra daartoe aanleiding
                  wordt gevonden zal zij daarop acteren. Het voorgaande heeft tot gevolg dat na de contactbeperkende
                  maatregelen een inhaalslag door de politie moet worden gemaakt op het terrein van
                  het afgeven van de nieuwe verloven en aktes voor wat betreft de vereiste fysieke contactmomenten,
                  omdat dan de elementen die fysiek contact vereisen moeten worden afgelegd. Ik zal
                  hierover goed in gesprek blijven met de korpschef.
               
Vergunningen en legitimatiebewijzen beveiligingsorganisaties
Ten slotte moeten ook vergunningen en legitimatiebewijzen van beveiligingsorganisaties
                  en particuliere recherchebureaus op basis van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties
                  en recherchebureaus (Wpbr) worden verlengd. Ook deze werkzaamheden vergen fysiek contact
                  tussen de politie en de aanvragers en dat aspect van de werkzaamheden is derhalve
                  de komende maanden opgeschort. Teneinde de huidige vergunningen en legitimatiebewijzen
                  tijdelijk te verlengen zal ik de beleidsregels aanpassen.
               
Bovenstaande maatregelen gelden tot nader order. Ik heb de korpschef hier op 31 maart
                  2020 over geïnformeerd. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen
                  hieromtrent.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid