Brief regering : 17e Voortgangsrapportage Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma
Nr. 51 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2020
Hierbij bied ik u de 17e Voortgangsrapportage (VGR17) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
                  aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 juli 2019 tot en met 31 december 2019.
               
In het HWBP-2 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid
                  rekening houdend met de inpassing van de primaire dijk- en kustverbeteringen in de
                  omgeving.
               
Al meer dan 1.000 jaar worden dijken ingezet om Nederland droog te houden. Dijken
                  zijn dragers van ons landschap. Bodemdaling en klimaatverandering hebben grote invloed
                  op de Nederlandse delta en het dijkenstelsel. Het aanleggen, versterken en onderhouden
                  van dijken is daarom nooit klaar.
               
Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 16e Voortgangsrapportage
Planning
Inmiddels voldoen 83 van de 87 projecten van het HWBP-2 aan de destijds geldende veiligheidsnorm,
                  dat is er één meer dan in de voorgaande rapportage. Op dit moment bevinden de vier
                  resterende projecten zich in de realisatiefase. In de verslagperiode is één nieuwe
                  mijlpaal bereikt. Dit betreft de oplevering van het project Hoogwaterkering Den Oever.
                  De oplevering van het HWBP-2 programma is voorzien eind 2022. Na de verslagperiode
                  is echter duidelijk geworden dat het laatste project mede door een lopende Raad van
                  State procedure vertraging oploopt. Hierdoor schuift ook de oplevering van het programma
                  HWBP-2 op. Graag verwijs ik voor nadere informatie hierover naar de passage «Ontwikkelingen
                  na de verslagperiode».
               
Voortgang
Het onderzoek naar de milieueffecten van thermisch gereinigde grond bij het project
                  Eemdijken en zuidelijke Randmeren is tijdens de rapportageperiode afgerond. Graag
                  verwijs ik voor aanvullende informatie over het project naar de passage «Ontwikkelingen
                  na de verslagperiode».
               
Zoals in eerdere voortgangsrapportages gemeld, is er onderzoek gedaan naar de bestendigheid
                  van nieuwe verlijming bij het project Waddenzeedijk Friese Kust (elastocoast) gedurende
                  het stormseizoen 2018–2019. De resultaten zijn geanalyseerd en er worden op dit moment
                  scenario’s uitgewerkt voor de vervolgstappen. Zodra het waterschap een besluit heeft
                  genomen omtrent de te nemen vervolgstappen zal ik u hierover nader informeren middels
                  de VGR.
               
Risico’s
De huidige risico’s van het HWBP-2 met de grootste impact in tijd en geld bevinden
                  zich bij twee lopende projecten, namelijk project Markermeerdijken en project Eemdijken.
                  Hiervoor worden risicoreserveringen op zowel project- als programmaniveau aangehouden.
               
In de verslagperiode heeft een actualisatie plaatsgevonden van de financiële waarde
                     van de risico’s. De totale financiële waarde van de risico’s op programmaniveau zijn
                     neerwaarts bijgesteld en bedragen op 31 december 2019 € 79 miljoen (VGR16 € 85 miljoen).
                  
De totale financiële waarde van de risico’s op projectniveau is in de rapportageperiode
                     ongewijzigd ten opzichte van VGR16. Deze risicoreservering bedraagt op 31 december
                     2019 € 107 miljoen.
                  
Financiën
Het actuele programmabudget is in de huidige verslagperiode gewijzigd en bedraagt
                  op 31 december 2019 € 2.657 miljoen. Deze wijziging betreft hoofdzakelijk de indexering
                  van het programmabudget (€ 12,9 miljoen). Tevens heeft er in de verslagperiode een
                  onterechte onttrekking aan het programmabudget plaatsgevonden van € 8,6 miljoen. Dit
                  wordt in de komende begrotingsronde gecorrigeerd.
               
De actuele programmaraming is in de huidige verslagperiode met € 11 miljoen toegenomen
                  en bedraagt op 31 december 2019 € 2.712 miljoen. De toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt
                  door de indexering, actualisering van projectramingen en projectafrekeningen.
               
Het verschil tussen de programmaraming en het programmabudget bedraagt momenteel € 55
                  miljoen. Hierop dient de eerder genoemde correctie van € 8,6 miljoen nog doorgevoerd
                  te worden. Het verschil wordt dan € 46,4 miljoen. Ten tijde van VGR16 was het verschil
                  € 50 miljoen. Op dit moment blijft het verschil tussen programmaraming en programmabudget
                  gedurende de realisatieperiode van het programma nog binnen de bandbreedte van de
                  post onbenoemd onvoorzien van de risicoreservering (€ 47 miljoen). Hiermee lijkt dit
                  verschil oplosbaar, maar het risico dat het programma niet geheel binnen het HWBP-2
                  budget te realiseren is, blijft aanwezig. Ik zal u hierover bij iedere voortgangsrapportage
                  blijven informeren.
               
Scope
In de verslagperiode zijn geen scopewijzigingen vastgesteld.
Ontwikkelingen na de verslagperiode
Project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam
Voor het project Markermeerdijken loopt een Raad van State procedure. De uitspraak
                  van de Raad van State is meerdere malen (ook na de verslagperiode) uitgesteld. De
                  huidige termijn voor de uitspraak loopt tot 15 april 2020. Het is vooralsnog niet
                  duidelijk tot welke aanpassing van de referenties de Raad van State procedure gaat
                  leiden. De gevolgen in tijd en geld voor het project worden na de uitspraak inzichtelijk.
                  Op dit moment is in ieder geval duidelijk dat er meer dan één bouwseizoen verloren
                  is gegaan, waardoor het moment van oplevering later zal plaatsvinden. Dit heeft gevolgen
                  voor de oplevering van het programma HWBP-2 als geheel, aangezien het project Markermeerdijken
                  het laatste HWBP-2 project is.
               
Project Eemdijken en Zuidelijke Randmeren
Bij het project Eemdijken en Zuidelijke Randmeren is thermisch gereinigde grond gebruikt
                     bij het verbeteren van het deeltraject Westdijk. In 2017 bleek de gebruikte grond
                     verontreinigd, waarna het algemeen bestuur van het waterschap Vallei en Veluwe op
                     4 juli 2018 heeft besloten de thermisch gereinigde grond volledig af te graven en
                     te vervangen door schone grond. Het waterschap heeft een plan van aanpak voor het
                     afgraven van de grond en het herstel van de dijk ingediend bij de provincie Utrecht.
                     De provincie heeft het plan van aanpak op 21 februari 2020 goedgekeurd.
                  
Het waterschap dient naar verwachting in het tweede kwartaal van 2020 een Verzoek
                     tot Wijziging van de subsidiebeschikking in bij de programmadirectie van het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
                     Dit Verzoek tot Wijziging zal vervolgens beoordeeld worden op subsidiabiliteit op
                     basis van de subsidieregeling van het HWBP-2.
                  
Ontwikkeling voormalig HWBP-2 project Dijkversterking Marken
Naast de HWBP-2 projecten vinden ook andere dijkversterkingen plaats. Dijkversterking
                  Marken is zo’n project, waarover uw Kamer geïnformeerd wordt via het MIRT-overzicht.
                  Ik maak van de gelegenheid gebruik u te informeren dat het project Dijkversterking
                  Marken in de voorbereiding richting uitvoering de planning herijkt heeft. Hierdoor
                  verschuiven de mijlpalen voor openstelling naar 2025–2027 en stijgt het projectbudget
                  met € 5,8 miljoen naar € 55 miljoen (prijspeil 2019).
               
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
                  C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
- 
              
                  Indiener
 C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
