Brief regering : Externe validatie aannames bij doorrekening contourenbrief
31 753 Rechtsbijstand
Nr. 194
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2020
Op 9 november 2018 presenteerde ik de contouren van een nieuw stelsel van rechtsbijstand
(Kamerstuk 31 753, nr. 155). Aan deze contouren ligt een eerste doorrekening ten grondslag, waaruit blijkt dat
de modernisering binnen de budgettaire kaders haalbaar is. Uit de eerste doorrekening
bleek dat het geheel aan maatregelen ruimte biedt voor een vergoeding voor advocaten
die 10 tot 20% hoger is dan de vergoeding die advocaten nu gemiddeld per uur krijgen
volgens de berekeningen van de commissie-Van der Meer.
Ik hecht bij het vormgeven van het nieuwe stelsel zeer aan de inbreng van professionals.
Het was dan ook een logische volgende stap om de uitgangspunten bij de doorrekening
ter validatie voor te leggen aan experts van organisaties die dagelijks te maken hebben
met mensen met juridische problemen. In de periode van september 2019 tot en met februari
2020 heeft onderzoeksbureau Significant Public deze externe validatie uitgevoerd.
Het rapport bij deze validatie is, na afstemming met de deelnemers aan de validatiesessies,
op 27 februari 2020 opgeleverd aan het departement.
De komende tijd zullen de conclusies uit de validatie verwerkt worden in een nadere
doorrekening van de contouren. Vooruitlopend daarop stuur ik nu alvast het rapport
toe, als bijlage bij deze brief1. Met deze brief licht ik de aanpak toe en geef ik aan hoe ik de komende tijd de resultaten
zal verwerken.
Aanpak externe validatie
Bij de doorrekening van de maatregelen uit de contourennota is zoveel mogelijk gebruik
gemaakt van beschikbare cijfers en onderzoeken, maar omdat het om nieuwe maatregelen
gaat die grotendeels nog in ontwikkeling zijn, zijn ook aannames gedaan over de effecten
van de maatregelen. Ik heb u over deze aannames en uitgangspunten geïnformeerd met
de voortgangsbrief van 12 juli 2019 (Kamerstuk 31 753, nr. 177).
De modernisering van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand wordt lerenderwijs
en samen met de relevante partijen vormgegeven, waarbij de geschetste contouren steeds
op basis van beproefde werkwijzen en de meest actuele onderzoeken nader worden ingevuld.
Bij deze aanpak past ook dat de aannames die aanvankelijk voor de doorrekening zijn
gedaan, gaandeweg, op basis van actuelere informatie, waar nodig worden bijgesteld.
Kern van de opdracht van Significant Public was om de aannames bij de doorrekening
te toetsen bij de partijen met wie we de stelselvernieuwing vormgeven. Inhoudelijk
experts van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), Raad voor Rechtsbijstand (RvR),
Raad voor de rechtspraak (Rvdr), het Juridisch Loket, het Verbond voor Verzekeraars,
de Nederlandse Mediators vereniging (NMv, destijds onderdeel van de Mediatorsfederatie
Nederland (MfN)), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Divosa, Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) en de Nationale ombudsman zijn geïnterviewd en/of aanwezig
geweest bij expertbijeenkomsten van de externe validatie.
Significant Public heeft de aannames op basis van expert opinions bijgesteld. Daarbij
is voor de inschatting van de effecten van de maatregelen onderscheid gemaakt naar
verschillende rechtsgebieden (bestuursrecht, familierecht, overig civiel recht en
strafrecht). Omdat ook expert opinions een bepaalde mate van onzekerheid kennen en
de validatie is gebaseerd op slechts een beperkt aantal respondenten, zijn de gevalideerde
aannames in het rapport weergegeven met een onder- en een bovengrens, waarbinnen de
betreffende aanname naar verwachting zal liggen.
Belangrijke uitkomst
De validatie laat zien dat sommige van de eerdere aannames ongunstiger en andere gunstiger
uitvallen.
Een belangrijke uitkomst van de validatie is dat een verschuiving naar goedkopere
alternatieve rechtshulppakketten (waarin een advocaat een beperkte rol heeft) weliswaar
te verwachten is, maar in mindere mate zal optreden dan eerder ingeschat. Daarnaast
zijn de kosten van deze alternatieve pakketten naar verwachting hoger dan ingeschat.
Daar staat tegenover dat de doelmatigheidswinst van de reguliere pakketten naar verwachting
gunstiger uitvalt dan waarvan eerder is uitgegaan.
Deze combinatie van effecten heeft consequenties voor de invulling die we met rechtshulppakketten
geven aan de vereiste kwaliteits- en doelmatigheidsverbetering in de tweede lijn.
De komende periode zal ik me bezinnen op die consequenties. Ik betrek daarbij ook
de kwaliteitscriteria voor goede rechtshulp die in de afgelopen maanden samen met
de relevante partijen zijn geformuleerd onder begeleiding van adviesbureau Rebel.
Dit traject komt in april 2020 tot een afronding. Daarnaast zal ik bij die afweging
de innovatieve voorstellen betrekken die sinds 1 maart 2020 door advocaten, mediators,
verzekeraars en andere juridische dienstverleners worden aangedragen aan de Raad voor
Rechtsbijstand in het kader van de € 10 miljoen die ik beschikbaar heb gesteld als
innovatievoorziening.
Nieuwe doorrekeningen noodzakelijk voor midtermreview
Per saldo lijken de maatregelen uit de contourenbrief ook met de aangepaste aannames
te kunnen leiden tot een modernisering binnen de budgettaire kaders, al zal de opgave
groot zijn, zoals ook de quickscan marktverkenning concludeerde die ik uw Kamer in
juli 2019 toestuurde.2 Als de maatregelen uit de contourenbrief nu opnieuw zouden worden doorgerekend op
basis van de aangepaste aannames, dan zou dat laten zien dat de ruimte die er is voor
een hogere vergoeding voor advocaten niet zou veranderen ten opzichte van de raming
in de voortgangsbrief van 12 juli 2019.
Maar alleen het aanpassen van de aannames geeft nog geen zicht op waar we nu staan.
De komende maanden worden daarom nieuwe doorrekeningen gedaan op basis van de extern
gevalideerde aannames en op basis van recentere cijfers van de Raad voor Rechtsbijstand.
In die berekeningen worden ook de laatste inzichten ten aanzien van de verschillende
maatregelen meegenomen, zoals de nadere invulling van de eerste lijn. De derde voortgangsrapportage
met de validatie en geactualiseerde doorrekening vormen, samen met mijn analyse daarvan,
de in de contourenbrief toegezegde midtermreview. Deze stuur ik in de zomer van 2020
aan uw Kamer.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming