Brief regering : Sociale Veiligheid in het OV
28 642 Sociale veiligheid openbaar vervoer
Nr. 107
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2020
Geachte voorzitter,
De veiligheid en veiligheidsbeleving voor reizigers en personeel in het openbaar vervoer
is van groot belang. Reizigers en personeel moeten zich veilig voelen in het ov. Juist
in de huidige omstandigheden wordt zowel van reizigers als personeel veel gevraagd.
Om veilig van het openbaar vervoer gebruik te kunnen blijven maken gelden tijdelijk
beperkende maatregelen waar iedereen zich aan dient te houden, zoals 1,5 meter afstand
houden en achter in de bus instappen.
Om verantwoord te kunnen blijven reizen is samen met de OV-sector een protocol opgesteld.
In het protocol staan afspraken waar de vervoerders en reizigers zich aan dienen te
houden, om veilig te kunnen blijven reizen. Ook zijn algemene uitgangspunten opgenomen.
Eén daarvan is dat het openbaar vervoer rijdt en blijft rijden, vanwege het publiek
belang en de noodzakelijkheid voor de mobiliteit van Nederland. In de bijlage vindt
u het protocol «Verantwoord reizen met openbaar vervoer»1.
Hoewel de meerderheid van de reizigers zich houdt aan de gemaakte afspraken, zijn
er helaas ook voorbeelden van reizigers die dat niet doen en agressief reageren als
ze daarop gewezen worden. Dergelijk gedrag is niet acceptabel en zal ook niet getolereerd
worden door de handhavers in het openbaar vervoer en de politie. OV medewerkers en
politie verdienen zeker in deze tijd onze steun en waardering.
Samen met de partners in het ov willen we het aantal incidenten verder omlaag brengen.
Uit de laatste cijfers over subjectieve veiligheid2 zien we een positieve lijn, maar wordt ook duidelijk dat nog niet op alle vlakken
onze ambitie is bereikt. Daarom blijven de eerdere vastgestelde streefcijfers onverminderd
van kracht; minimaal een 8 voor reizigers en 7,5 voor personeel voor subjectieve veiligheid
(het veiligheidsbeleving). Om onze ambitie rondom sociale veiligheid te kunnen waarmaken
werken partijen in het ov samen, delen kennis en ervaringen en worden maatregelen
ingezet ter verbetering van de veiligheid in het ov, op de stations en op de haltes.
In deze brief informeer ik u over de voortgang van een aantal acties waarbij de partijen
in het ov samen werken aan de verbetering van de sociale veiligheid. Ten eerste het
convenant sociale veiligheid, waarin de samenwerking tussen partijen tot uiting komt.
Vervolgens wordt ingegaan op enkele maatregelen, zoals de ervaringen met de SMS/Appdienst,
de landelijke informatie uitwisseling over incidenten en de toepassing van het reisverbod.
Tot slot wordt u geïnformeerd over de Personeelsmonitor.
Convenant sociale veiligheid
Om de samenwerking tussen partijen op sociale veiligheid te waarborgen is een nieuw
convenant sociale veiligheid opgesteld. Het convenant zal binnenkort worden ondertekend
door de Ministeries van IenW, JenV, de politie, alle decentrale overheden, alle vervoerders
en ProRail. Na ondertekening zal het convenant aan de Kamer worden gestuurd en vervolgens
gepubliceerd in de Staatscourant.
In het convenant spreken partijen de gezamenlijke ambitie uit om het behaalde niveau
van sociale veiligheid in het ov te behouden en waar mogelijk te verbeteren. De samenwerking,
het delen van kennis en informatie en het bevorderen van innovatie staan centraal.
Denk daarbij aan samenwerking op de inzet van BOA’s, samenwerking op lokaal of regionaal
niveau op basis van gezamenlijk opgestelde arrangementen. Het basisambitieniveau wordt
geborgd door te streven naar realistische, haalbare en gedragen eisen ten aanzien
van sociale veiligheid en wordt gemonitord door een uniforme incidentenregistratie.
Sms/appdienst
Op mijn verzoek heeft NS in 2019 een proef van een half jaar uitgevoerd waarbij reizigers
met een sms/appdienst sociale onveiligheid in de trein kunnen melden. De proef is
uitgevoerd van 1 juli t/m 31 december 2019 en in die tijd zijn 419 meldingen binnengekomen.
De ervaringen zijn positief; reizigers geven een hoge waardering aan de dienst. De
binnengekomen meldingen gaan over overlast van verwarde personen, spreken in de stiltezone
en drankgebruik. Het zijn overlastfeiten, waarvoor deze dienst ook is bedoeld. De
meldingen zijn door NS adequaat afgehandeld.
Ik verwacht de Kamer eind 2020 te kunnen informeren over voortgang. De sms/appdienst
is in de proefgebieden nog steeds beschikbaar en NS is voornemens de sms/appdienst
stapsgewijs verder uit te breiden naar andere regio’s. Ook worden inzichten en ervaringen
gedeeld met de andere vervoerders.
Landelijke informatie-uitwisseling
Op 8 november 2016 is de gewijzigde motie van de leden Belhaj en Van Helvert (Kamerstuk
28 642, nr. 95) aangenomen. Daarin wordt gevraagd te komen tot een landelijk werkend en geïntegreerd
data-analysesysteem ter bevordering van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer.
Naar aanleiding van deze motie is de huidige situatie van informatie-uitwisseling tussen openbaar vervoer en politie in kaart gebracht en zijn zowel de mogelijke
meerwaarde als de bezwaren van een landelijk werkend data-analysesysteem onderzocht.
Tijdens dit onderzoek werd duidelijk dat niet alle partijen meerwaarde zagen in een
landelijk werkend data-analysesysteem. Ik heb u hierover bericht in mijn brief van
5 juli 20183. Daarom is ervoor gekozen een landelijke systematiek te ontwikkelen voor het uitwisselen
van informatie over incidenten. Aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
(CCV) is gevraagd hierin te faciliteren en de resultaten vindt u in het rapport «Samen
investeren in sociale veiligheid» van het CCV4. De uitkomsten van het rapport bespreek ik in het bestuurlijk overleg over sociale
veiligheid. Daar zal gezamenlijk worden bepaald hoe landelijke informatie-uitwisseling
kan bijdragen aan sociale veiligheid in het OV en meerwaarde kan bieden aan de vervoerders.
Daarnaast zal worden bepaald of het landelijk delen van informatie over incidenten
inzicht biedt in trends, nieuwe ontwikkelingen en/of specifieke risico’s voor de sociale
veiligheid. Ik verwacht de Kamer eind 2020 te kunnen informeren over de voortgang.
Reisverbod
In de brief van 5 december 20195 is uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de gewijzigde motie Van Aalst (Kamerstuk
35 300 XII, nr. 58) over reisverboden in het gehele openbaar vervoer. Ik ben in gesprek met vervoerders,
Openbaar Ministerie en politie over de ervaringen met de toepassing van het reisverbod.
Ook de vakbonden worden bij deze gesprekken betrokken. Met hen is gesproken over de
wenselijkheid en haalbaarheid van een landelijk reisverbod, evenals de wensen van
de vervoerders met betrekking tot het reisverbod in het algemeen. Vervoerders hebben
daarbij onder andere de interpretatie van het landelijk kader (de leidraad van het
Openbaar Ministerie) en verschillende ervaringen bij het opleggen en het handhaven
van het bestaande reisverbod naar voren gebracht. De vervoerders hebben in het bijzonder
aandacht gevraagd voor gevallen waarbij geweld wordt gebruikt tegen personeel of reizigers
en de mogelijkheid hiervoor de dader toegang te kunnen ontzeggen tot een ruimer gebied
dan alleen de betreffende lijn. Hoewel de wet -en regelgeving niet in de weg staat
van het opleggen van een reisverbod door meerdere vervoerders voor een groter gebied,
bestaat over de uitvoering daarvan nog geen duidelijkheid bij alle partijen. Arriva
en Connexxion hebben inmiddels een reisverbod voor hetzelfde traject opgelegd. Na
toetsing hiervan door de rechter zal er meer duidelijkheid ontstaan over de mogelijkheden
voor vervoerders om gezamenlijk een reisverbod voor hetzelfde traject op te leggen.
In aanvulling daarop ben ik in gesprek met het Openbaar Ministerie en vervoerders
over de mogelijkheden om een reisverbod op te leggen voor een ruimer gebied op basis
van samenwerking tussen meerdere vervoerders. Deze gesprekken lopen nog en ik zal
de Kamer na de zomer informeren over de uitkomsten van deze gesprekken.
Personeelsmonitor
Elke twee jaar wordt in opdracht van IenW de Personeelsmonitor Openbaar Vervoer uitgevoerd
bij alle vervoersbedrijven. Hiermee wordt periodiek inzicht verkregen in de veiligheidsbeleving
van het personeel. In 2019 is een externe evaluatie uitgevoerd over de werkwijze en
de vragenlijst van de Personeelsmonitor. Het doel hiervan is om de Personeelsmonitor
te optimaliseren, zodat er een hogere respons bereikt kan worden. Ik vind het belangrijk
dat zoveel mogelijk medewerkers in het ov hun ervaringen blijven melden want geweld
tegen ov personeel is niet acceptabel. In de bijlage vindt u het rapport «Evaluatie
Personeelsmonitor Sociale Veiligheid OV»6. In navolging van de adviezen uit dit rapport, zal in overleg met de vervoerders
in de Personeelsmonitor over 2020 een communicatiestrategie worden uitgewerkt en zal
een geoptimaliseerde vragenlijst worden meegenomen met als doel een nog hogere respons
te bereiken. De resultaten van de Personeelsmonitor over 2020 zullen in 2021 met uw
Kamer worden gedeeld.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat