Brief regering : Nederlandse steun voor de multinationale Taakgroep Takuba in Mali
29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies
Nr. 405
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2020
Op 5 september jl. is uw Kamer door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister
van Defensie middels een Kennisgevingsbrief (Kamerstuk 29 521, nr. 385) geïnformeerd over de ontvangst van een schriftelijk verzoek van Frankrijk waarin
wordt gevraagd om een Nederlandse deelname aan een multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF) te bespreken. Deze Taakgroep, Takuba genaamd, zal de Malinese strijdkrachten
ondersteunen door middel van advisering, assistentie, en begeleiding bij gevechtsoperaties
tegen terroristische groeperingen in de Liptako-Gourma regio. In de genoemde Kennisgevingsbrief
werd tevens gemeld dat het kabinet de wenselijkheid en mogelijkheid onderzoekt om
aan dit verzoek tegemoet te komen. Met deze brief informeren wij uw Kamer over de
uitkomst van dit onderzoek.
Het strategische belang van de Sahel, als een instabiele regio aan de randen van Europa,
blijft voor Nederland onverminderd groot. Het tegengaan van terrorisme en irreguliere
migratie in de Sahel, dient immers een direct Nederlands veiligheidsbelang en de Sahel
blijft dan ook een prioritaire regio voor Nederland. Nederland draagt in de Sahel
bij aan de aanpak van grondoorzaken van onveiligheid en instabiliteit door middel
van een geïntegreerde benadering. De Nederlandse inzet op het terrein van veiligheid
is primair gericht op het versterken van de capaciteiten van de Sahellanden om in
de toekomst hun eigen veiligheid te kunnen waarborgen. Hierbij zijn mensenrechten
en het verbeteren van de vertrouwensband tussen de autoriteiten en de lokale bevolking
belangrijke aandachtspunten. Nederland levert daarom een bijdrage van vijf militairen
aan de EU trainingsmissie in Mali (EUTM Mali) om Malinese strijdkrachten te trainen
en te adviseren en om de G5-troepenmacht te operationaliseren. Daarnaast draagt Nederland
met maximaal 15 functionarissen bij aan de civiele capaciteitsopbouwmissies van de
EU in de Sahel (EUCAP Sahel) die zich in Mali en Niger richten op de versterking van
de binnenlandse veiligheidssectoren. Bovendien levert Nederland een bijdrage van maximaal
tien KMar- politiefunctionarissen en twee tot drie militaire stafofficieren aan de
VN-missie MINUSMA.1
Het verzoek van Frankrijk om deel te nemen aan Taakgroep Takuba, volgde op een snel
verslechterende veiligheidssituatie in de Sahel. In het afgelopen jaar hebben terroristische
groeperingen grootschalige aanvallen gepleegd in onder andere Mali, Niger en Burkina
Faso, waarbij slachtoffers zijn gevallen onder zowel lokale en internationale eenheden,
als onder de plaatselijke bevolking. Op 27 november 2019 heeft Nederland een verzoek
tot bijdrage aan Taakgroep Takuba ontvangen van de Malinese president. Op 28 februari
jl. heeft Nederland eenzelfde verzoek ontvangen van de Nigerese president.
Het kabinet ziet de noodzaak van het tegengaan van de terroristische dreiging in de
Sahel, en waardeert de inspanningen van Frankrijk en andere bondgenoten op dit gebied,
inclusief het initiatief voor de oprichting van Taakgroep Takuba. Ook onderschrijft
het kabinet het belang van Europese samenwerking en verantwoordelijkheid in deze regio.
In het licht van het voorgaande heeft het kabinet besloten om samen met Europese partners
bij de oprichting van Takuba op 27 maart een politieke verklaring voor de missie mede
te ondersteunen. Daarnaast heeft het kabinet besloten om één of twee Nederlandse stafofficieren
op het hoofdkwartier van Takuba te plaatsen. Op deze manier blijft Nederland ook geïnformeerd
over de ontwikkelingen in de missie en de situatie op de grond.
Het kabinet heeft voorts besloten om in dit stadium geen bijdrage met militaire eenheden
te leveren aan Taakgroep Takuba. Uit het onderzoek naar de haalbaarheid van een Nederlandse
deelname aan Takuba, is gebleken dat Nederland in verband met de huidige inzet in
Irak en Afghanistan tot begin 2022 niet de benodigde Special Operations Forces (SOF) capaciteiten beschikbaar heeft om deel te nemen aan Takuba. Eventuele enablers, bijvoorbeeld transportcapaciteit of medevac, zijn tot de tweede helft van 2021 evenmin
beschikbaar.
Het kabinet zal in gesprek blijven met alle betrokken partners om de ontwikkelingen
ten aanzien van Takuba nauwgezet te volgen, waarbij ook aandacht wordt besteed aan
de aansluiting bij de bredere civiele en andere militaire inspanningen in de Sahel.
Ook zal het kabinet inzetten op een effectievere rol van de EU-trainingsmissie in
Mali, mede als trainingsvoorportaal voor de Malinese troepen waarmee Takuba moet werken.
Indien het kabinet in de toekomst opnieuw de wenselijkheid en mogelijkheid van een
bijdrage met militaire eenheden aan Taakgroep Takuba overweegt, zal de Kamer daarover
middels een Kennisgevingsbrief worden geïnformeerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Medeindiener
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie