Brief regering : Project Zuidasdok
32 668 Structuurvisie ZuidasDok
Nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2020
Zuidasdok is een gezamenlijk project van het Rijk, de gemeente Amsterdam, de Vervoerregio
Amsterdam en de provincie Noord-Holland. Sinds oktober 2018 bent u via verschillende
brieven geïnformeerd over de vertraging van de herijkingsfase van het project. In
de brief van 23 juli 2019 (Kamerstuk 32 668, nr. 13) is aangegeven dat besloten is tot het uitvoeren van een verkenning naar nut en noodzaak
van de opgaven van het project, zowel vanuit het perspectief ruimtelijke ordening
als vervoer en transport, en naar mogelijke optimalisaties en versoberingen. In haar
rol als gezaghebbende derde heeft Sybilla Dekker1 in de afgelopen periode deze verkenning uitgevoerd. Daarnaast is besloten om de gesprekken
met de aannemer voort te zetten onder leiding van Prof. Dr. Ir. Hertogh.
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Milieu en Wonen, over
de uitkomst van beide trajecten en de besluiten die de bestuurders op 25 maart jongstleden
gezamenlijk hebben genomen.
Mw Dekker heeft in de afgelopen maanden de gevraagde verkenning naar nut en noodzaak
van het project Zuidasdok uitgevoerd. Zij heeft daarbij gesproken met een groot aantal
betrokkenen bij het project, zoals vervoerders, infrabeheerders, bestuurders, omwonenden
en omliggende bedrijven. Zij heeft ook een drietal onderzoeken laten doen: een actualisatie
van de verkeersberekeningen, een actualisatie van de kosten baten analyse (KBA), en
zij heeft de professoren Teulings en De Groot gevraagd een analyse uit te voeren van
de bijdrage van het project Zuidasdok aan de Zuidas als internationale toplocatie.
De kernboodschap van haar advies is: ga voortvarend door met de realisatie van het
project Zuidasdok en doe een eenmalige extra budgetbijdrage. Niets doen is geen optie,
de knelpunten op de A10 en vooral op de Openbaar Vervoer-terminal vereisen een spoedige
aanpak. Deze knelpunten doen zich vandaag de dag al voor; in de OV-terminal is het
op sommige momenten bijzonder druk. Mw Dekker geeft aan dat het onderzoek van Teulings
en De Groot uitwijst dat de OV-terminal op zijn maximale capaciteit functioneert,
waarmee de ontwikkeling van de Zuidas als internationale toplocatie in het geding
is. Zij geeft verder aan dat de noodzaak van uitbreiding van de capaciteit van de
A10-zuid onverkort aanwezig blijft. De huidige projectscope scoort daarbij het meest
optimaal vanuit het oogpunt van doorstroming, voertuigverliesuren en verkeersveiligheid.
Uit de actualisatie van de kosten baten analyse blijkt dat doorgaan met het huidige
project Zuidasdok voor de maatschappij als geheel meer baten dan kosten oplevert.
De welvaart van Nederland groeit door voortzetting van het huidige project Zuidasdok.
Mw Dekker concludeert dat er geen verantwoorde versoberingen te vinden zijn, niet
bij de verbreding van de A10, niet bij de tunnels, en ook niet op andere scope-onderdelen.
Een snelle realisering van de zuidelijke tunnel is nodig om het 5e en 6e spoor zo snel mogelijk gereed te kunnen hebben. Dat brengt verdere verlichting voor
de OV-terminal, maakt andere spoorinvesteringen in en rond Amsterdam mogelijk en het
levert forse capaciteitsvoordelen op voor het nationale èn internationale spoorverkeer.
Mw Dekker beveelt aan om de Bestuursovereenkomst uit 2012 in stand te laten met de
daarbij afgesproken risicoverdeling en een eenmalige extra bijdrage aan het project
te doen, met inbreng van alle partijen, voor de dekking van de hogere projectkosten.
De verkenning van mw Dekker «Voortvarend bouwen aan de toekomst» is als bijlage bij
deze brief gevoegd2.
De bestuurders hebben in gezamenlijk overleg het advies van mw Dekker besproken en
integraal omarmd. We hebben de huidige scope van het project Zuidasdok gezamenlijk
herbevestigd. Ook de doelstellingen van het project zijn gezamenlijk herbevestigd.
De omvang van het financieel tekort is fors en wordt geschat op een bedrag tussen
de € 700 en € 1.000 mln3. Rijk en regio gaan de komende periode in gesprek om de meerkosten zorgvuldig te
harden en over de invulling van het advies om een eenmalige extra budgetbijdrage te
doen, buiten de Bestuursovereenkomst uit 2012 om. Over de uitkomsten wordt u nader
geïnformeerd.
Uitvoering van het project Zuidasdok is zeer complex. De aannemer heeft aangegeven
het werk niet te kunnen en willen uitvoeren binnen de eerder gemaakte afspraken. Dat
is ook de reden geweest voor de langere duur van de herijkingsfase en de inzet van
professor Hertogh in de overleggen tussen de opdrachtgever en de aannemer Zuidplus4. Om het project beter beheersbaar te maken hebben de gezamenlijke opdrachtgevers
besloten om het project serieel in werkpakketten uit te voeren in plaats van integraal.
Daarmee wordt de complexiteit teruggedrongen en wordt de beheersbaarheid vergroot
door het verminderen van de onderlinge afhankelijkheden van de verschillende projectonderdelen.
Gevolg van de noodzaak om het project in werkpakketten serieel uit te voeren is dat
de totale realisatietijd van het project toeneemt. Er is nog sprake van een grote
planningsonzekerheid, maar de huidige verwachting is dat het laatste pakket in de
periode 2032 -2036 wordt opgeleverd.
Bij deze nieuwe aanpak, in combinatie met de aanpassingen in het samenwerkingsmodel,
de risicoverdeling en de contractvorm die nodig zijn om het project verder uit te
kunnen voeren, is in juridische zin sprake van een wezenlijke wijziging ten opzichte
van de oorspronkelijke aanbesteding. Doorgaan met de huidige opdrachtnemer, zonder
opnieuw aan te besteden staat daarom op zeer gespannen voet met de aanbestedingswetgeving.
Voor de voortzetting van de realisatie van het project Zuidasdok is daarom door de
gezamenlijke opdrachtgevers besloten tot het minnelijk beëindigen van het contract
met de huidige aannemer en het opnieuw aanbesteden van de scope van Zuidasdok in hanteerbare
deelpakketten. Het beëindigen van het contract met de huidige aannemer en het opnieuw
aanbesteden in deelpakketten betekent dat naar verwachting per pakket een aannemer
met de benodigde expertise (in concurrentie) kan worden aangetrokken. Gelet op het
belang van snelle realisatie van de OV Terminal zal aanbesteding daarvan snel opgepakt
worden. De komende periode zal hieraan verder invulling worden gegeven. Indien daar
aanleiding toe is, wordt u nader geïnformeerd.
Met de huidige aannemer is op 3 oktober 2019 een Addendum op de hoofdovereenkomst
gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over welke uitvoeringswerkzaamheden gecontinueerd
zullen worden, waaronder het inschuiven van dekken van de Brittenpassage tijdens buitendienststellingen
in 2020 en 2021 en het leveren van een definitief ontwerp voor de OV Terminal. Er
wordt naar gestreefd deze werkzaamheden de komende periode met de huidige aannemer
voort te zetten en af te ronden om verdere vertraging te voorkomen.
In de Halfjaarrapportage Zuidasdok H2–20195 zijn de ontwikkelingen in 2019 met betrekking tot de planning opgenomen. Gezien bovenstaande
ontwikkelingen wordt een aangepaste planning op zijn vroegst in de tweede helft van
2020 verwacht. Ook is afgezien van een actualisering van de prognose van de financiële
eindstand van het project. Er waren eind 2019 te grote onzekerheden die gepaard gingen
met beide, toen nog lopende, trajecten. Naar verwachting kan op zijn vroegst in de
tweede helft van 2020 een geactualiseerde prognose van de financiële eindstand worden
gerapporteerd.
Dankzij de adviezen van mw Dekker en de inspanningen van dhr Hertogh -beiden zijn
wij veel dank verschuldigd voor het uitgevoerde werk- hebben wij in grote eensgezindheid
tot deze ingrijpende conclusies over het project Zuidasdok kunnen komen. De financiële
opgave is groot, maar het inzicht, dat het project Zuidasdok kansen biedt voor de
invulling van belangrijke regionale en nationale opgaven, is herbevestigd.
De Gemeenteraad van Amsterdam, de Raad van de Vervoerregio Amsterdam en provinciale
staten van Noord-Holland ontvangen deze zelfde brief.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat