Brief regering : Verslag informele videoconferentie Transportministers van 18 maart 2020
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 800
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van transportministers
d.d. 18 maart 2020 onder leiding van het Kroatisch voorzitterschap.
Tijdens de videoconferentie is ingegaan op de gevolgen van het COVID-19 virus op transport.
Lidstaten en Commissie gingen daarbij zowel in op de gevolgen van de crisis op het
goederenvervoer in het algemeen, als op de gevolgen en stappen die nodig zijn t.a.v.
de verschillende modaliteiten.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Verslag informele videoconferentie Transportministers d.d. 18 maart jl.
Tijdens de videoconferentie is gesproken over de gevolgen van het COVID-19 virus op
transport. Lidstaten en Commissie gingen daarbij zowel in op de gevolgen van de crisis
op het goederenvervoer in het algemeen, als op de gevolgen en stappen die nodig zijn
t.a.v. de verschillende modaliteiten.
Het Voorzitterschap opende de informele videoconferentie voor transportministers en
benadrukte samen met de Europese Commissie, dat er werkelijk alles aan gedaan moet
worden om het transport van (essentiële) goederen, waaronder medische hulpmiddelen,
medicijnen en levensmiddelen te waarborgen. Zo opperde de Commissie de mogelijkheid
tot het instellen van «Green Lanes» voor een snelle doorstroming van essentiële goederen
bij met name grensovergangen. De oproep het goederenvervoer in stand te houden werd
door alle deelnemende lidstaten, waaronder Nederland, gedeeld. Daar waar de lidstaten
restricties hebben opgelegd met betrekking tot passagiersvervoer (o.a. vliegverbod
m.u.v. repatriëring), geven de lidstaten daarom ook aan dit voor transport van goederen
te hebben uitgesloten.
Vervolgens gaf de Commissie aan dat Europa onder bijzonder grote druk staat en de
EU-respons ordelijk en gecoördineerd moet zijn. De Commissie roept de lidstaten op
een national contact point aan te wijzen ten behoeve van een Europees platform waarop structureel informatie
gedeeld kan worden over de ontwikkelingen in het transportdomein, waarover spoedig
meer informatie beschikbaar zal komen. Inmiddels is dit door alle lidstaten gedaan
waarmee het netwerk ook in werking is getreden. Voorts riep de Commissie de lidstaten
op om de richtsnoeren voor grenscontroles te implementeren zoals deze door de Commissie
zijn uitgegeven op 16 maart 2020 (zie voor een appreciatie daarvan ook de brief van
de Ministers van EZK, SZW en Financiën van 17 maart 2020). (Kamerstuk 35 420, nr. 2)
Ook werd er tijdens de videoconferentie gesproken over de impact op verschillende
modaliteiten. Uiteraard werd er gesproken over de significante gevolgen die de crisis
heeft voor de luchtvaartsector. Nederland en alle andere lidstaten benadrukten het
belang van zeer spoedige aanname van het Commissievoorstel tot aanpassing van de slotverordening.
Deze zal met terugwerkende kracht in werking treden en geldt vanaf 1 maart. In lijn
met de inbreng van Nederland, gaven de meeste lidstaten aan blij te zijn met dit voorstel
en dat dit minstens tot aan het einde van het IATA zomerseizoen van kracht moet blijven.
Voorts gaf de Commissie ook aan nader te zullen onderzoeken welke stappen er op EU-niveau
nodig zijn in het kader van passagiersrechten. Als eerste stap heeft de Commissie
hiervoor op 18 maart 2020 richtsnoeren voor passagiersrechten uitgegeven. Daarnaast
heeft groot deel van de lidstaten vliegverboden afgekondigd voor passagiersvervoer
voor een bepaalde tijd en overwegen aanvullende nationale regels indien nodig.
Op het gebied van wegvervoer, was er veel aandacht, ook van Nederland, voor de (werk)omstandigheden
van transportwerkers. Gebrekkige sanitaire middelen en gesloten restaurants, in combinatie
met vele kilometers file aan sommige grenzen als gevolg van gezondheidschecks, vragen
om actie van lidstaten. Voor wat betreft de rust- en rijtijden en het weekend rijverbod
riep de Commissie op hier flexibel mee om te gaan. Deze oproep vond weerklank bij
een grote groep lidstaten, die op hun beurt aangaven dat zij tijdelijk ontheffing
hebben verleend of van plan zijn dit op korte termijn te doen. Voor de Nederlandse
maatregelen in dit kader verwijs ik graag naar mijn brief van 19 maart jl. over een
tijdelijk soepeler regime op specifieke onderdelen van de rij- en rusttijden regels.
(Kamerstukken 35 300 XII en 25 295, nr. 92)
Met betrekking tot de maritieme sector geven de lidstaten aan dat er actie genomen
moet worden op IMO-niveau om rechten van zeevarenden te borgen (door bijvoorbeeld
een free transfer corridor op te zetten) en onacceptabele blokkades te voorkomen. Ook roept de meerderheid van
de lidstaten op tot flexibiliteit voor o.a. de geldigheidsduur van diploma’s, kwalificaties
en certificaten voor maritiem personeel. Nu veel trainingen en examens niet door gaan
kan het voorkomen dat licenties van bijvoorbeeld zeelieden, chauffeurs en treinmachinisten
buiten hun schuld om verlopen.
De videoconferentie werd afgesloten door het Voorzitterschap en de Commissie met de
boodschap dat continue aandacht voor COVID-19 nodig blijft in de komende weken. Op
dit moment is er nog niet aangekondigd of er op (korte) termijn een nieuwe videoconferentie
zal worden georganiseerd met transportministers. Uiteraard zal ik uw Kamer hier nader
over informeren indien deze plaats zal vinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat