Brief regering : Maandrapportage CBR februari 2020 over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en Klantenservice
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 814 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2020
Zoals toegezegd in het debat over het CBR op 11 september 2019 (Handelingen II 2018/2019,
nr. 107, item 12) ontvangt u hierbij de maandelijkse rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid
Medisch en Klantenservice over de maand februari1. De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen maand heeft gepresteerd vergeleken
met het base case scenario van de prognose die u op 10 september 2020 heeft ontvangen.
In februari is het aantal verlopen rijbewijzen gedaald ten opzichte van zowel januari
als december. De verwachting is dat eind april het aantal verlopen rijbewijzen weer
op genormaliseerd niveau ligt. Dit is 2–4 weken later dan het base-case scenario van
de afgegeven prognose en zal mogelijk later worden gelet op de prioritering naar aanleiding
van de aangenomen motie Postma. U wordt hier separaat over geïnformeerd.
Het aantal ingediende gezondheidsverklaringen door burgers was in februari wederom
hoog en hoger dan het aantal eindbesluiten dat genomen werd. Dit resulteerde in een
toename van de werkvoorraad gezondheidsverklaringen, al ligt deze nog wel onder de
afgegeven prognose. De prognose om in het vierde kwartaal van 2020 een genormaliseerde
werkvoorraad te hebben is nog haalbaar, maar komt wel steeds meer onder druk te staan
als gevolg van het hoge aantal ingediende gezondheidsverklaringen.
De reactietermijn van gemiddeld 7 weken is in februari gelijk aan januari. Gekozen
is om prioriteit te geven aan het wegwerken van de verlopen rijbewijzen boven een
daling van de reactietermijnen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat