Brief regering : Het Resultaat Telt 2018
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 489 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2020
Vandaag publiceert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) de uitgave «Het resultaat
telt 2018» (HRT) https://magazines.igj.nl/hetresultaattelt/2020/01/index. Sinds 2003 stelt IGJ jaarlijks de Basisset Kwaliteitsindicatoren Medisch Specialistische
Zorg (basisset) vast1. Het HRT bevat de resultaten van de indicatoren van de basisset van ziekenhuizen
en particuliere klinieken.
In het HRT staat beschreven hoe de IGJ kwaliteitsindicatoren gebruikt in haar toezicht
op ziekenhuizen en particuliere klinieken. De kwaliteitsindicatoren zijn in de eerste
plaats voor zorgaanbieders en zorgverleners zelf. Door kwaliteitsindicatoren te gebruiken
krijgen zorgaanbieders en zorgverleners inzicht in de kwaliteit van hun eigen zorg
en kunnen zij de zorg voor de patiënt doorlopend verbeteren. In de tweede plaats zijn
deze kwaliteitsindicatoren een belangrijke informatiebron voor het toezicht van IGJ.
Tot slot kunnen patiënten, beleidsmakers en andere belanghebbenden de informatie gebruiken.
Het HRT biedt al deze partijen inzicht in de kwaliteitsindicatoren. Zo legt IGJ ook
verantwoording af over dit deel van haar toezicht. Deze publicatie is de afronding
van een proces dat al is gestart tijdens het verslagjaar 2018: zorgaanbieders krijgen
gedurende het jaar inzicht in de kwaliteit van de zorg in hun instelling en kunnen
daarop sturen. In juni 2019 hebben zij de gegevens aangeleverd en wordt alle informatie
openbaar, zodat zij kennis kunnen nemen van de indicatoruitkomsten van andere zorgaanbieders
en de daarbij gegeven toelichtingen. Voor patiënten en andere geïnteresseerden zijn
de data bereikbaar via de website van DHD. De particuliere klinieken hebben via een digitale vragenlijst de data aangeleverd
aan IGJ. Deze data zijn openbaar op www.data.overheid.nl.Vanaf dat moment gebruikt de inspectie de informatie ook in haar toezicht en start
zij met het geven van feedback, onder meer in de vorm van een eerste terugkoppeling
aan alle ziekenhuizen en particuliere klinieken. Met die terugkoppeling is de basis
gevormd voor het HRT 2018.
De basisset is van en voor de veldpartijen en IGJ samen
Het opstellen van de basisset gebeurt in samenwerking met de Federatie Medisch Specialisten
(FMS), Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), de Nederlandse Vereniging
van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
(NFU) en Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN). Met de basisset stellen de veldpartijen
samen met IGJ vast wat de grootste risico’s voor de zorg zijn en op welk terrein zij
gezamenlijk de ambitie hebben om de waarborgen voor goede zorg te verbeteren. De patiënt
moet er op kunnen rekenen dat overal binnen de medisch specialistische sector dezelfde
kwaliteit van zorg wordt geleverd. Daarom geldt de basisset voor zowel ziekenhuizen
als particuliere klinieken. Het hangt van onder meer het zorgaanbod van de instelling
af, welke indicatoren precies van toepassing zijn voor welke zorgaanbieder. De laatste
stap in deze cyclus is de analyse door IGJ en de terugkoppeling aan de ziekenhuizen
en particuliere klinieken.
Dialoog over kwaliteitsindicatoren, registratielast en richtlijnen
Het systeem van kwaliteitsindicatoren is gebaseerd op een doorlopende dialoog tussen
veldpartijen, ziekenhuizen, particuliere klinieken en IGJ. Deze dialoog stelt alle
betrokkenen in staat om de kwaliteitsindicatoren steeds beter te gebruiken en te ontwikkelen.
Om te komen tot een maximaal effect op kwaliteit en veiligheid van zorg en een zo
beperkt mogelijke registratielast. Een belangrijk aspect van de kwaliteitsindicatoren
is dat de ziekenhuizen en particuliere klinieken gestimuleerd worden een toelichting
te geven op hun data. Uit de gegeven toelichtingen kan IGJ voor een belangrijk deel
opmaken hoe de zorgaanbieder de kwaliteitsindicatoren daadwerkelijk gebruikt om te
leren en te verbeteren.
IGJ en de veldpartijen streven ernaar om in de basisset een gebalanceerde combinatie
van uitkomst-, proces- en structuurindicatoren op te nemen. Dit jaar ziet IGJ voor
de eerste keer een verbetering op uitkomstindicatoren, zoals de indicatoren Failure
to rescue2 en Complicaties na halsslagader operatie3. IGJ levert een bijdrage aan het verder ontwikkelen en toepassen van uitkomstindicatoren
in de zorg. IGJ ziet ook dat de indicatoren en de toelichtingen die ziekenhuizen daarbij
geven, aanleiding zijn voor de veldpartijen om de discussie te voeren over richtlijnen.
Het komt voor dat uit de indicatoren en de toelichtingen daarbij blijkt dat de richtlijn
beter wordt nageleefd dan de beroepsgroep zelf verwachtte, zoals we zien bij de indicator
Subacromiaal pijnsyndroom (SAPS)4. Maar ook dat richtlijnen landelijk onvoldoende worden nageleefd zonder dat daar
een goede verklaring bij wordt gegeven, zoals bij de indicator Pijnmeting5. IGJ vindt het belangrijk dat afspraken worden nagekomen, maar ook om daar met elkaar
het goede gesprek over te kunnen voeren.
Belangrijke bevindingen ziekenhuizen
Uitkomstindicatoren om zorg te verbeteren en van elkaar te leren
IGJ schreef in het vorige HRT over verslagjaar 2017 dat de verhouding tussen registratielast
enerzijds en de zorgverbetering anderzijds beter was bij procesindicatoren dan bij
uitkomstindicatoren. Dit was een oproep om de uitkomstindicatoren meer te gebruiken
om de zorg te verbeteren, van elkaar te leren en elkaar te inspireren. Dat is dit
jaar gelukt. Dat is goed nieuws voor zorgverleners en bestuurders, voor IGJ en natuurlijk
vooral voor patiënten!
Een positieve ontwikkeling is dat de resultaten over 2018 beter inzicht geven in hoe
ziekenhuizen hun eigen resultaten gebruiken voor verbetering van de kwaliteit van
zorg. De resultaten werden door de ziekenhuizen beter toegelicht. IGJ roept de ziekenhuizen
en particuliere klinieken op om ook toelichtingen te geven bij goede indicatoruitslagen
en om de adviezen uit de richtlijnen te bespreken in de toelichting als de instelling
heeft gekozen voor een andere organisatievorm dan in de richtlijn beschreven.
Indicatoren dragen bij aan betere uitkomsten van zorg
Het doel van het gebruik van indicatoren is een bijdrage te leveren aan goede en veilige
patiëntenzorg. Het effect van het goed gebruik van indicatoren is dat kwaliteitssystemen
beter functioneren en zorgprocessen veiliger worden ingericht. Sterker nog, het gebruik
van indicatoren draagt direct bij aan betere uitkomsten van zorg. IGJ zag tijdens
de analyse van de data over 2018 het hoogste aantal positieve resultaten in het 15-jarig
bestaan van de basisset bij meerdere uitkomstindicatoren. De uitkomsten laten een
aantoonbare en betekenisvolle verbetering van zorg zien.
Voorbeelden van betere uitkomsten door de indicatoren:
• De indicator Failure to Rescue (complicaties en vermijdbare sterfgevallen bij de chirurgische
behandeling van darmkanker). Deze indicator laat zien dat het aantal patiënten met
complicaties na de operatie is gedaald. Vervolgens was er een duidelijke daling van
het aantal patiënten met complicaties dat mogelijk vermijdbaar is overleden.
• De indicator Percentage overlijden en postoperatief neurologisch event (bijvoorbeeld
een herseninfarct) na een carotisendarteriëctomie (operatie bij vernauwing van de
halsslagader). Deze indicator laat zien dat het aantal patiënten met een herseninfarct
na een halsslagaderoperatie carotisoperatie is gehalveerd.
Informatie over patiënten na ontslag
Patiënten volgen na ontslag uit het ziekenhuis blijft lastig bij zorg waar verschillende
instellingen bij zijn betrokken. Het gaat daarbij vaak om kwetsbare patiënten waarbij
het complexe deel van de behandeling in een ziekenhuis wordt uitgevoerd en het overige
deel van de behandeling door de zorgaanbieders in een netwerk wordt aangeboden. In
de toelichtingen zou meer aandacht besteed kunnen worden aan de samenhang tussen verschillende
processen en dus ook in de relatie tussen onderlinge indicatoren, zoals bij de indicator
Heupfractuur of de indicator Percutane coronaire interventie (dotteren bij vernauwing
van de kransslagader bij het hart). Zo blijft het moeilijk om een patiënt te volgen,
moeilijker om gegevens over ontslag aan te leveren dan over opnames en nog moeilijker
om gegevens te krijgen over een periode na ontslag. Het patroon is ook dat van opname
naar ontslag niet alleen de succespercentages dalen, maar ook dat deze worden berekend
over groepen patiënten die beduidend kleiner zijn, bijvoorbeeld:
• Tussen medicatieverificatie bij kinderen bij opname en medicatieverificatie bij kinderen
bij ontslag zit een groot verschil. Bij ontslag is de groep kinderen waarover de indicator
werd aangeleverd aanmerkelijk minder.
• Bij de indicator Functionele uitkomst van kwetsbare ouderen met een proximale heupfractuur
speelt dit ook. Deze indicator laat zien dat het moeilijk is om data te verkrijgen
van kwetsbare patiënten, 3 maanden na de operatie.
Belangrijke bevindingen particuliere klinieken
De particuliere klinieken die knie- en/of heupprothesen plaatsten, presteerden goed
met de toepassing van antibioticaprofylaxe. Ook particuliere klinieken die staaroperaties
uitvoerden behaalden goede resultaten met betrekking tot de visuswinst na de operatie.
Een minder goed resultaat bij de particuliere klinieken betrof het voorschrijven van
medicatie. Slechts 58% van de particuliere klinieken, die medicatie voorschreven,
deden dat elektronisch.
Ook de systematische registratie van de behandelresultaten van patiënten met diabetische
voetwonden blijft achter.
IGJ zal in haar toezicht op de particuliere klinieken aandacht blijven besteden aan
deze onderwerpen. Aan het onderwerp «elektronisch voorschrijven» zal IGJ extra aandacht
besteden. Dit onderwerp maakt deel uit van een serie thematische inspectiebezoeken
die dit jaar bij particuliere klinieken zullen worden uitgevoerd.
Ook ZKN werkt met de bestuurders van bij haar aangesloten klinieken aan het sturen
op kwaliteitsthema’s die terugkomen in de Basisset MSZ. IGJ blijft met ZKN in gesprek
om kwaliteitsverbetering op bovengenoemde onderwerpen ook bij achterblijvers in de
sector te realiseren.
In het voorjaar van 2020 volgt tevens een publicatie over indicatoruitkomsten van
specifieke indicatoren die alleen gelden voor particuliere klinieken gerelateerd ook
aan toezichtresultaten van de particuliere klinieken over 2018.
Ten slotte
Ik ben verheugd over de in het algemeen positieve bevindingen van IGJ. De wijze waarop
ziekenhuizen en particuliere klinieken de indicatoren gebruiken toont aan dat de sector
voortdurend werkt aan steeds betere zorg. De wijze waarop ziekenhuizen gehoor hebben
gegeven aan de oproep van IGJ om in de toelichtingen meer te reflecteren op wat zij
van elkaar willen en kunnen leren onderstreept nog eens hoe belangrijk leren en verbeteren
is.
Met deze publicatie dragen de sector en IGJ ook bij aan openheid en transparantie
met betrekking tot resultaten van de indicatoren voor kwaliteit en veiligheid van
zorg. Zorgverleners, ziekenhuizen en particuliere klinieken zijn aan zet om de zorg
verder te verbeteren en nog veiliger te maken.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Indieners
-
Indiener
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.