Brief regering : Inzet vanaf dag één voor asielzoekers en statushouders
32 144 Herziening Wet arbeid vreemdelingen
Nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2020
Uw Kamer heeft in de afgelopen debatten over inburgering en integratie terecht aandacht
gevraagd voor de toeleiding van asielzoekers naar participatie en werk. Middels deze
brief informeer ik u, conform de toezegging tijdens het debat op 5 februari jl. (Handelingen
II 2019/20, nr. 50, debat over de toekomst van werk), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (J&V) over de mogelijkheden die hiervoor bestaan. Ook informeer
ik u over de uitvoering van de motie van de leden Paternotte en Peters over het stimuleren
van werk voor asielzoekers1 en het amendement Paternotte en Peters over het stimuleren en faciliteren van werk
voor asielzoekers2.
Voorafgaand aan de nadere toelichting over de uitvoering van deze motie en het amendement,
schets ik eerst de bijbehorende context en afwegingen met betrekking tot ondersteuning
voor de doelgroep.
Wet- en regelgeving met betrekking tot asielzoekers en werk
Naast vrijwilligerswerk mogen asielzoekers in het kader van de huidige wet- en regelgeving
maximaal 24 weken werken, binnen een periode van 52 weken. Voorwaarde hierbij is dat
hun asielaanvraag minimaal 6 maanden in behandeling is en er nog geen definitief besluit
is genomen.
Uw Kamer heeft de wens om voor asielzoekers met een grote kans op statusverlening,
oftewel kansrijke asielzoekers, een verruiming in de wet- en regelgeving mogelijk
te maken. In de huidige vreemdelingrechtelijke wet- en regelgeving bestaat het onderscheid
tussen kansrijke asielzoekers en overige asielzoekers niet. Weliswaar wordt er in
de uitvoering van het asielproces op onderdelen praktische betekenis gegeven aan dit
onderscheid, maar van een juridische afbakening is geen sprake. Daarnaast ontbreekt
een experimenteer-bepaling in de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV). Het gebrek aan deze
wettelijke afbakening en experimenteerbepaling betekent dat een verruiming van de
wet- en regelgeving daarom voor alle asielzoekers zou gelden. Een verruiming voor
alle asielzoekers is geen wenselijke aanpassing.
Ondersteuning bij activering en participatie
In plaats van het aanpassen van wet- en regelgeving zet ik mij daarom graag stevig
in voor de ondersteuning van asielzoekers en asielstatushouders bij activering en
participatie. Ik hecht eraan te benadrukken dat het ondersteuningsaanbod niet geldt
voor asielzoekers uit veilige landen van herkomst en zogenoemde «Dublinclaimanten3». De kans is namelijk nihil dat deze categorieën asielzoekers voor een asielvergunning
(in Nederland) in aanmerking komen. De verwachting is dat zij terugkeren naar hun
land van herkomst respectievelijk worden overgedragen naar de verantwoordelijke EU-lidstaat.
Mijn ministerie verstrekt subsidies voor verschillende projecten en programma’s bij
het COA voor zowel asielzoekers als personen die een asielstatus hebben verkregen.
Zo werkt het COA samen met Pharos en NOV (vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk)
aan participatiebalies op alle COA-locaties waar het aanbod van activiteiten ten behoeve
van activering, participatie en eventueel werk samenkomt. Dit aanbod is beschikbaar
voor asielzoekers en asielstatushouders bij het COA. Tevens kunnen asielzoekers en
asielstatushouders gebruik maken van een aanbod «Basaal Nederlands» dat gegeven wordt
door taalvrijwilligers. Voor kansrijke asielzoekers op een procesopvanglocatie (POL)
bestaat er een aanbod NT2-les. Het aanbod bestaat uit 24 uur taalles en wordt gegeven
op drie verschillende niveaus. Na statusverlening kunnen deze NT2-lessen worden vervolgd
in het programma voorbereiding op inburgering (voorinburgering). Het programma voorinburgering
wordt al sinds 2008 uitgevoerd door het COA en aangeboden aan alle inburgeringsplichtige
asielstatushouders op het AZC. Naast een flinke component taalles (121 uur) bevat
het programma ook een module oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA) en Kennis
van de Nederlandse Maatschappij (KNM). Tot slot voeren casemanagers van het COA met
zowel asielzoekers als asielstatushouders begeleidingsgesprekken in het kader van
activering en participatie ten tijde van hun verblijf bij het COA. Voor deze subsidies
wordt jaarlijks ongeveer € 18 mln. uitgetrokken door SZW.
Naar aanleiding van het amendement van Paternotte/Peters voor ondersteuning van activiteiten
voor kansrijke asielzoekers wordt samen met het COA een aanvullend project uitgewerkt
waarin de kennismaking met de Nederlandse arbeidsmarkt centraal staat. Middels werkbezoeken
aan een netwerk van werkgevers wordt de kennismaking tussen nieuwkomers en de Nederlandse
arbeidsmarkt actief gestart. Deze werkbezoeken geven niet enkel de doelgroep de kans
om werkgevers te leren kennen, maar geven werkgevers ook de kans om nader kennis te
maken met toekomstige medewerkers. In het tweede kwartaal van 2020 wordt gestart met
dit project.
Met behulp van AMIF-budget voert het COA daarnaast eigenstandig het project Voorwerk
uit. In dit project krijgen asielstatushouders een driedaagse training werknemersvaardigheden
waarin de deelnemers worden voorbereid op de arbeidsmarkt.
Behandeling van kansrijke asielaanvragen
Uw Kamer heeft tevens vragen gesteld over de volgordelijkheid van de behandeling van
kansrijke asielaanvragen in relatie tot de lange doorlooptijden. De Staatssecretaris
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft uw Kamer hierover op 15 november
2019 geïnformeerd middels een brief4. Hierin wordt aangekondigd dat de IND zal starten met een project waarbij kansrijke
asielaanvragen (nationaliteiten waarbij de kans op inwilliging historisch gezien en
op grond van het geldende landenbeleid groot is) projectmatig zal afdoen. Dit om te
voorkomen dat asielzoekers, waarvan de verwachting reëel is dat zij in aanmerking
komen voor bescherming, niet langer dan nodig hoeven te wachten op een beslissing.
De IND is in januari gestart met dit project dat in eerste instantie ongeveer 6 maanden
zal duren. In dit project worden asielzoekers uit Syrië, Jemen en Turkije behandeld.
De winst voor integratie ligt wat mij betreft vooral in het terugdringen van de lange
doorlooptijden van de IND en de wachttijden tot verhuizing naar de gemeente. Op het
moment deze zijn opgelost kan zo snel mogelijk gestart worden met de daadwerkelijke
inburgering in de gemeente. Zo lang de doorlooptijden niet zijn teruggedrongen tot
een aanvaardbaar niveau, dragen de bovenstaande activiteiten bij aan het zinvol benutten
van de wachttijd.
Mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid