Brief regering : Verslag bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 12 en 13 februari 2020 te Brussel
28 676 NAVO
Nr. 334 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 maart 2020
Hierbij ontvangt u het verslag van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie
op 12 en 13 februari jl. in Brussel. De bijeenkomst stond in het teken van de situatie
in Irak. De ministers kwamen overeen (principebesluit) dat de NAVO bereid is om op
korte termijn de NAVO-missie in Irak uit te breiden, mits dit binnen het huidige mandaat
van de missie valt en is afgestemd op de wensen van de Iraakse autoriteiten. De NAVO
opereert in Irak immers op uitnodiging van de Iraakse regering. Het ziet ernaar uit
dat het hierbij gaat om het overnemen van trainingsactiviteiten in (de directe omgeving
van) Bagdad die op dit moment worden uitgevoerd door de anti-ISIS coalitie. Het principebesluit
van de NAVO-ministers van Defensie werd op vrijdag 14 februari jl. verwelkomd door
de anti-ISIS coalitie in een bijeenkomst van ministers van Defensie van de Coalitie
die plaatshad en marge van de Munich Security Conference (12–15 februari jl.). Deze bijeenkomst werd deels bijgewoond door de Secretaris-generaal
van de NAVO.
De ministers spraken in Brussel verder over de geloofwaardigheid van de afschrikking
en de versterking van de collectieve verdedigingscapaciteiten van de NAVO. Tijdens
het werkdiner in aanwezigheid van de nieuwe EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en Finland
en Zweden is gesproken over Europese en trans-Atlantische veiligheid. De ministeriële
bijeenkomst werd afgesloten met een sessie met de landen die een bijdrage leveren
aan de Resolute Support missie in Afghanistan. Deze sessie is op een laat moment aan de agenda toegevoegd.
Canada organiseerde een informele ontbijt-bijeenkomst over Oekraïne.
Met deze brief wordt een aantal toezeggingen gestand gedaan uit het algemeen overleg
op 5 februari jl. Dat betreft allereerst de toezegging om in te gaan op de deelactiviteiten
en het wettelijk kader m.b.t. de komende Amerikaanse oefening Defender in 2020. Ten tweede betreft dat de toezegging dat uw Kamer wordt geïnformeerd over
de verschillende aspecten van enablement. Tot slot ontvangt uw Kamer een overzicht van de absolute defensie-uitgaven van de
NAVO-bondgenoten.
NAVO-missies en operaties
De ministers bespraken de situatie in Irak en de NAVO-missie in Irak (NMI). De recente
ontwikkelingen in Irak waren de directe aanleiding voor de NAVO om zich te bezinnen
op de rol van het bondgenootschap in Irak. Bondgenoten waren het erover eens dat het
van groot belang is om te voorkomen dat de resultaten die zijn geboekt in de strijd
tegen ISIS teniet worden gedaan.
De ministers stemden in met een principebesluit tot uitbreiding van NMI binnen het
bestaande mandaat. Dit sluit aan bij de wensen van de Iraakse autoriteiten, die de
uitnodiging aan de NAVO om in Irak actief te zijn hebben herbevestigd en een uitbreiding
van activiteiten van de NAVO verwelkomen. Het ziet ernaar uit dat de uitbreiding betekent
dat nog nader te bepalen trainingsactiviteiten in (de directe omgeving van) Bagdad,
die binnen het huidige mandaat van NMI vallen, kunnen worden overgenomen van de anti-ISIS
coalitie (Operation Inherent Resolve, OIR).
De militaire autoriteiten van de NAVO hebben de opdracht gekregen om op korte termijn
en in nauwe samenwerking met OIR opties hiertoe uit te werken. Definitieve politieke
besluitvorming over deze opties vindt vervolgens op een later moment plaats. Op dit
moment is het nog niet duidelijk of en zo ja hoe dit effect heeft op de huidige Nederlandse
militaire inzet in Irak. Als dit het geval is zal de Kamer daarover op gebruikelijke
wijze worden geïnformeerd.
Ook is er besproken nader onderzoek te doen naar een grotere rol van de NAVO in Irak,
waarbij het feit dat NMI geen gevechtsmissie is, zal worden gerespecteerd. Voor Nederland
is het in algemene zin belangrijk dat een eventuele aanvullende of gewijzigde rol
van de NAVO in Irak in nauwe samenwerking met de anti-ISIS coalitie en met Irak zal
worden bekeken. De NAVO opereert in Irak immers op uitnodiging van de Iraakse regering.
Europese en trans-Atlantische veiligheid
Het werkdiner in aanwezigheid van de ministers van Defensie van Finland en Zweden
was tevens de eerste officiële kennismaking met de nieuwe EU Hoge Vertegenwoordiger.
De Hoge Vertegenwoordiger onderstreepte het belang van een goede samenwerking tussen
de EU en de NAVO, omdat beide organisaties met diverse uitdagingen worden geconfronteerd
waarvoor een gezamenlijke aanpak is vereist.
Het belang en het nut van EU-NAVO samenwerking wordt binnen het bondgenootschap sterk
gedragen. Wel wordt, zoals gebruikelijk tijdens deze sessie, herhaald dat coherentie
en complementariteit van belang zijn. Omdat alle bondgenoten slechts over één krijgsmacht
beschikken, is het van belang onnodige duplicatie te voorkomen.
Nederland riep de bondgenoten op om, in navolging van de afspraken die zijn gemaakt
over militaire mobiliteit, te komen tot een meer concrete benadering van EU-NAVO samenwerking.
Hoewel er belangrijke stappen worden gezet en de organisaties elkaar steeds beter
weten te vinden, zou Nederland graag zien dat de samenwerking op een concrete en output-georiënteerde
manier wordt versterkt.
Afschrikking en verdediging
In deze sessie werd gesproken over de belangrijke stappen die het bondgenootschap
heeft gezet om de afschrikking en verdediging te versterken. Daarbij blijft het van
belang om de combinatie van druk op en dialoog met Rusland te handhaven en een door
Rusland gestarte destabiliserende wapenwedloop niet verder te voeden. Dit betreft
dan in het bijzonder de reactie op de Russische ontwikkeling en ontplooiing van het
SSC-8 grondgelanceerde kruisvluchtwapen, wat heeft geleid tot de teloorgang van het
INF-verdrag. De ministers spreken hier in juni 2020 uitgebreider over.
Zoals toegezegd in het algemeen overleg op 5 februari jl. wordt in dit verslag stil
gestaan bij de verschillende aspecten van de enablement of SACEUR’s Area of Responsibility en ontvangt uw Kamer informatie over de deelactiviteiten en het wettelijk kader van
de Amerikaanse oefening Defender 20.
Enablement of SACEUR’s Area of Responsibility
Het woord enablement laat zich in deze context het best vertalen als «het in staat stellen» of «het mogelijk
maken». Wanneer de NAVO-bondgenoten spreken over enablement gaat het om het mogelijk maken van de verplaatsing van NAVO-eenheden en het zeker
stellen van het voortzettingsvermogen van deze eenheden. De mogelijkheden voor (snelle)
verplaatsing – enablement – worden voor het Europese gedeelte van het NAVO-verdragsgebied vooraf in kaart gebracht
en gepland, om in het geval van een crisis of een artikel 5-situatie het bondgenootschappelijk
verdragsgebied adequaat te kunnen verdedigen. Dit gebied wordt ook wel aangeduid als
het gebied dat valt onder de verantwoordelijkheid van de Supreme Allied Commander Europe. Hij is als strategisch commandant verantwoordelijk voor de militaire coördinatie
van NAVO-operaties, ook in crisistijd.
Enablement overlapt deels met militaire mobiliteit maar is meeromvattend. Het verbeteren van
militaire mobiliteit is met name gericht op het wegnemen van fysieke en juridische
barrières. Enablement omvat een geheel aan maatregelen, onder meer op het gebied van wet- en regelgeving,
capaciteiten zoals command and control, infrastructuur, logistieke ondersteuning, transport, als ook de bewaking en beveiliging
hiervan.
Door onder meer de bezuinigingen op Defensie en een periode waarin de NAVO vooral
buiten het NAVO verdragsgebied opereerde is het vermogen van de NAVO om eenheden snel
over het bondgenootschappelijk verdragsgebied te verplaatsen de afgelopen decennia
afgenomen. Zo is in veel gevallen de daar eerder voor in het leven geroepen regelgeving
niet meer van toepassing of niet toepasbaar en is infrastructuur niet meer toereikend.
In het licht van de veranderde veiligheidssituatie hebben de NAVO-bondgenoten in 2018
besloten enablement weer een prioriteit te maken. Dit betekent niet dat de bevoegdheden van SACEUR worden
uitgebreid om eigenstandig te besluiten om eenheden te verplaatsen. Enablement dient ervoor uitvoering te kunnen geven aan een besluit om eenheden in te zetten.
Dit besluit is te allen tijde een politiek besluit van de Noord-Atlantische Raad.
Zoals bekend (Kamerstuk 28 676, nr. 333) is de enablement van de snelle reactiemacht VJTF per december 2019 gerealiseerd. Thans wordt gewerkt
aan de enablement van de gehele NATO Response Force (NRF) voor eind 2021. Omdat dit een groter verband betreft, zal dit meer werk vergen.
Defender 20
De Amerikaanse oefening Defender 20 zal naar verwachting lessen opleveren voor het verbeteren van enablement. De Amerikaanse krijgsmacht oefent dan om in korte tijd een eenheid van divisiegrootte
in Europa bijeen te brengen. Daarvoor zijn een goede infrastructuur, communicatie
en samenwerking tussen alle betrokken landen van groot belang. Defender20 is niet gericht tegen een bepaald land, maar moet worden gezien als een sterk signaal
van bondgenootschappelijke eenheid en van de betrokkenheid van de Verenigde Staten
bij de veiligheid van Europa. De oefening dient om interoperabiliteit en gereedheid
van (NAVO-)eenheden te vergroten. De oefening duurt tot halverwege 2020, met redeployment-activiteiten die in het najaar worden uitgevoerd. In die periode zullen 20.000 Amerikaanse
troepen naar Europa worden verplaatst. In totaal nemen 37.000 militairen deel uit
18 landen.
Nederland speelt als doorvoerland een belangrijke rol bij het verplaatsen van het
personeel en materieel. Van eind februari tot en met medio april komen meer dan 2.800
voertuigen en uitrustingsstukken aan in de haven van Vlissingen en 1.200 militairen
op vliegbasis Eindhoven. Defensie ondersteunt Defender 20 met onder andere beveiliging, brandstof, voeding, legering en het coördineren van
transporten over Nederlandse wegen, het spoor en binnenwateren. De inspanningen zijn
er op gericht om de impact op de burgermaatschappij zo laag mogelijk te houden. Grootschalige
vervoersbewegingen, zoals vervoer per trein en over de weg, zullen daarom vooral ’s
avonds en ’s nachts worden uitgevoerd. Overige bewegingen, zoals civiel transport
en binnenvaart, gaan op in het reguliere verkeer. Om in te spelen op het actuele verkeersbeeld
is voortdurend afstemming met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, met
Rijkswaterstaat en met de Verkeerscentrale Nederland.
De doorvoer van Amerikaans materiaal over Nederlands grondgebied vindt plaats in het
kader van de standaard afspraken die gemaakt zijn binnen de NAVO en tussen Nederland
en de Verenigde Staten in het kader van host nation support. De status van het personeel is geregeld in het NAVO Statusverdrag (Trb. 1951, nr. 114) en de Notawisseling tussen de Nederlandse en de Amerikaanse regering houdende een
overeenkomst inzake legering van Amerikaanse troepen in Nederland (Trb. 1954, nr. 120). De doorvoer vindt plaats onder toepassing van de normale wet- en regelgeving van
Nederland en wordt begeleid door de Nederlandse krijgsmacht, waaronder de Koninklijke
Marechaussee.
Resolute Support
Tijdens deze werksessie spraken de bondgenoten, de operationele partners, de waarnemend
Minister van Defensie van Afghanistan en de vertegenwoordigers van de EU, de VN en
de Wereldbank over Afghanistan en NAVO’s Resolute Support Mission. De gesprekken tussen de VS en de Taliban over de strijd tegen terrorisme en een
mogelijke Amerikaanse troepenterugtrekking zijn na een opschorting van 3 maanden op
7 december jl. herstart. Het is op dit moment nog niet duidelijk of en wanneer de
gesprekken tussen de VS en de Taliban worden afgerond.
Bondgenoten en operationele partners spraken hun blijvende steun uit voor de Resolute Support-missie en de focus op het trainen, adviseren en assisteren van Afghaanse strijdkrachten
en politie. De bondgenoten en operationele partners blijven achter de vormgeving van
de missie staan, die in de context van de besprekingen tussen de VS en de Taliban
kan worden aangepast.
Nederland heeft gepleit voor een inclusief intra-Afghaans vredesproces. Bovendien
heeft Nederland aangegeven dat commitment van de NAVO en de internationale gemeenschap
in Afghanistan nog altijd nodig is om de juiste voorwaarden voor vrede te scheppen,
waaronder een duurzaam en zelfredzaam veiligheidsapparaat.
Bijeenkomst met de Minister van Defensie van Oekraïne
De Canadese Minister was gastheer van een informeel werkontbijt in aanwezigheid van
de Minister van Defensie van Oekraïne. Tijdens het ontbijt is gesproken over de veiligheidssituatie
rondom de Zwarte Zee in relatie tot de toenemende Russische dreiging. NAVO-bondgenoten
spraken steun uit voor de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne
binnen de internationaal erkende grenzen. Eveneens is gesproken over het belang van
hervormingen.
Hongarije maakt bezwaar tegen een formele NAVO-Oekraïne Raad (NUC) op ministerieel
niveau vanwege een geschil met Oekraïne over taalwetgeving in relatie tot de Hongaarse
minderheid in West-Oekraïne. Nederland is van mening dat dergelijke bilaterale geschillen
niet binnen de NAVO moeten worden opgebracht.
Lastenverdeling
Hoewel het onderwerp niet op de agenda van deze bijeenkomst stond, kwam lastenverdeling
veelvuldig aan bod. Diverse bondgenoten benadrukten dat, na het vertrek van het VK
uit de Europese Unie, 80% van de defensie-uitgaven binnen NAVO worden gedaan door
bondgenoten die geen deel uitmaken van de EU.
Zoals toegezegd in het algemeen overleg op 5 februari jl. wordt in dit verslag stil
gestaan bij de defensie-uitgaven van de NAVO-bondgenoten. Hieronder is een tabel opgenomen
met de absolute defensie-uitgaven van Europese bondgenoten en Canada. Als de absolute
getallen worden vertaald in percentages van het bruto binnenlands product, komt Nederland
in 2024 op de 26e plek van de 29 bondgenoten te staan. Ook hiervan is een tabel opgenomen.
Lastenverdeling binnen het bondgenootschap bestaat niet alleen uit een financiële
component. Ook (de aanschaf van) militaire capaciteiten (capabilities) en bijdragen aan NAVO-operaties en activiteiten (contributions) maken onderdeel uit van lastenverdeling binnen de NAVO. De NAVO stelt, op basis van
een analyse van de veiligheidssituatie, doelstellingen op voor capaciteiten die nodig
zijn om de gezamenlijke veiligheid te beschermen. Deze capaciteitendoelstellingen
worden verdeeld onder de bondgenoten, en ook Nederland heeft deze geaccepteerd. Met
het nationaal plan (Kamerstuk 28 676, nr. 308) heeft het kabinet de politieke intentie uitgesproken om structureel te investeren
in een aantal prioritaire capaciteiten die aansluiten bij de capaciteitendoelstellingen
van de NAVO. Met de extra middelen die het kabinet heeft vrijgemaakt kan een deel
van de prioriteiten uit het nationaal plan worden ingevuld. We investeren in extra
F-35»s, de ondersteuning en inzetbaarheid van onze special forces en in het cyber- en informatiedomein. Ook investeren we in ons personeel. Op dit
moment geeft Defensie daarmee geen invulling aan het gehele nationaal plan. Ook aan
de overige capaciteitendoelstellingen geeft Nederland thans nog onvoldoende invulling.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie