Brief regering : Beleidsreactie rapport "Financiële positie en ontwikkeling van de kleinere regionale opleidingscentra en de vakinstellingen"
33 495 Financiële positie van publiek bekostigde onderwijsinstellingen
Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2020
Bijgaand bied ik u het rapport «Financiële positie en ontwikkeling van de kleinere
regionale opleidingscentra en de vakinstellingen» aan1. In het rapport kijkt de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) naar de
huidige en verwachte financiële ontwikkeling van de kleinere roc’s en vakinstellingen
en de mogelijke effecten op de kwaliteit van het onderwijs.
De inspectie constateert dat de financiële positie van de onderzochte instellingen
momenteel gezond is. Ook is de onderwijskwaliteit bij de kleinere instellingen niet
wezenlijk anders dan bij de grotere instellingen in het mbo. Er spelen op dit moment
geen problemen die het voortbestaan van de instellingen bedreigen. Kengetallen als
liquiditeit en solvabiliteit liggen zelfs iets boven het niveau van de sector mbo
als geheel, waarbij de vakinstellingen gemiddeld iets beter scoren dan de kleinere
roc’s. Wel kan de financiële positie van vooral de kleinere roc’s onder druk komen
te staan als de daling van de studentenaantallen doorzet. De inspectie constateert
dat de ontwikkelingen rond de dalende studentenaantallen de onderzochte instellingen
zullen gaan dwingen tot meer samenwerking. Uit de gesprekken van de inspectie met
de instellingen blijkt dat het merendeel daar ook al van overtuigd is en verdere samenwerking
op termijn verwacht.
De uitdagingen die de inspectie schetst voor de kleinere roc’s en vakinstellingen
zijn herkenbaar. Dalende studententaantallen behoort tot één van de grootste uitdagingen
van de mbo-sector voor de komende periode. In het bestuursakkoord mbo 2018–2022 zijn
daarom afspraken gemaakt om dalende studentenaantallen het hoofd te bieden.2 Afgesproken is dat instellingen inzetten op samenwerking in de regio en toewerken
naar een aanscherping van hun opleidingsaanbod. Dit draagt bij aan de toekomstbestendigheid
van het onderwijsaanbod.3
Om deze samenwerking te bevorderen werk ik momenteel voorstellen uit om de regelgeving
wat betreft bestuurlijke samenwerking binnen het mbo en met het voortgezet onderwijs
te verduidelijken en te vereenvoudigen. Het wetsvoorstel maakt het bijvoorbeeld mogelijk
te fuseren – met de bijkomende (schaal)voordelen – met behoud van de eigenheid van
de fuserende instellingen.4 Dit houdt in dat de afzonderlijke instellingen ook na fusie herkenbaar blijven. Ik
ben voornemens om deze voorstellen in het najaar aan uw Kamer voor te leggen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap