Brief regering : Uitspraak rechtbank Rotterdam in casus van Nederlandse uitreizigster
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 540
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2020
Met deze brief informeer ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, uw Kamer
over de op 17 februari jl. gegeven tussenbeschikking van de rechtbank Rotterdam in
de zaak van een in voormalig strijdgebied verblijvende Nederlandse uitreizigster die
verdacht wordt van het plegen van een terroristisch misdrijf. In deze zaak is door
de uitreizigster een verzoek tot beëindiging van de strafzaak gedaan. U bent over
de beschikkingen van de rechtbank Rotterdam houdende een bevel tot gevangenneming
ter uitlevering van Nederlandse uitreizigers naar Syrië reeds eerder geïnformeerd,
bij brieven van 21 februari 20191, 22 mei 20192, 24 juni 20193 en 13 september 20194.
De rechtbank overweegt in haar tussenbeschikking dat gedurende de afgelopen twee jaar
is gebleken noch gesteld dat concrete stappen zijn ondernomen om de betrokkene naar
Nederland overgebracht te krijgen. De rechtbank heeft bij haar oordeelsvorming acht
geslagen op het belang dat het kabinet hecht aan de nationale veiligheid en aan de
berechting voor een rechter (niet noodzakelijkerwijs een Nederlandse rechter), alsmede
op de lange duur van de vervolging en het ontbreken van concrete stappen om de betrokkene
naar Nederland over te brengen. Alles overwegende oordeelt de rechtbank dat het onder
de huidige omstandigheden onredelijk is dat de vervolging in Nederland van betrokkene
nog langer doorgang vindt, maar geeft daarbij wel gehoor aan het verzoek van het OM
om deze beslissing enige tijd uit te stellen om alsnog de benodigde voortgang, althans
duidelijkheid over die voortgang, te verkrijgen. Als uitstelperiode geldt een termijn
van (ruim) drie maanden; de behandeling van de zaak zal worden voortgezet op 2 juni
2020.
Het kabinet bestudeert op dit moment de tussenbeschikking van de rechtbank Rotterdam
en de mogelijke gevolgen daarvan. Uw Kamer zal over de uitkomsten op een later moment
nader worden geïnformeerd.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid