Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het abonnementstarief Wmo - Geleidelijke overgang naar ingebruikname nieuwe ICT
29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 316
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
In mijn brief van 18 december jl.1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de implementatie van het abonnementstarief. Daarbij
is toegelicht dat op advies van het CAK is gekozen voor een geleidelijke overgang
naar de ingebruikname van de nieuwe ICT-systemen van het CAK. In deze brief licht
ik, mede naar aanleiding van het verzoek van de vaste Kamercommissie van VWS in de
procedurevergadering van 3 februari jl., de huidige stand van zaken rondom de implementatie
toe en zend ik uw Kamer een beknopte tussenrapportage van de monitor abonnementstarief2.
De hoofdpunten van deze brief zijn:
• In januari is het CAK gecontroleerd gestart met de verwerking van de berichten van
vijf gemeenten. Dit heeft geleid tot een «werkende keten» waarbij inmiddels – zij
het in beperktere mate dan volgens plan beoogd – beschikkingen en facturen aan cliënten
zijn verzonden. Deze week vallen ca. 6400 beschikkingen op de mat bij cliënten.
• De implementatie verloopt echter langzamer dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat
er relatief veel incidenten zijn geconstateerd die inmiddels zijn opgelost. Ook is
er meer uitval van berichten dan vooraf verwacht. Om die redenen worden de reguliere
systeemcontroles op dit moment aangevuld met een extra «100% controle» om fouten te
voorkomen. Daarnaast werkt het CAK met de leveranciers van de ICT-systemen hard om
de uitval te verminderen. Het CAK heeft aangegeven dat de planning waarbij alle cliënten
uiterlijk in maart een factuur zouden ontvangen daardoor niet zal worden gehaald.
• Op advies van het CAK wordt doorgegaan met het ingeslagen implementatiepad, dat uitgaat
van een geleidelijke ingebruikname van de nieuwe ICT-systemen. De focus zal daarbij
liggen op het stabiliseren en robuuster maken van alle benodigde functionaliteiten,
zodat ook grote aantallen berichten door de systemen kunnen worden verwerkt.
• Het CAK heeft, mede op advies van zijn CIO, externe expertise ingeschakeld om te bezien
op welke wijze het proces van versneld kan worden zonder afbreuk te doen aan de vereiste
kwaliteit. Dit moet er toe leiden dat de voorspelbaarheid toeneemt en meer zicht ontstaat
op de precieze planning. Binnen vier weken verwacht het CAK de resultaten van dit
advies. Het CAK zal, op basis van dit advies, een meer gedetailleerde planning afgeven
zodat gemeenten zich tijdig kunnen voorbereiden op de aanlevering van berichten aan
het CAK en cliënten meer zicht krijgen op het moment dat zij een factuur kunnen verwachten.
• De gekozen wijze van implementatie betekent voor een deel van de cliënten dat zij
later (dan maart) een factuur zullen ontvangen en over een langere periode. Deze cliënten
betalen hierdoor niet meer dan anders het geval zou zijn geweest, maar wel later in
de tijd. Cliënten waarbij dit speelt zullen worden geïnformeerd en geattendeerd op
het reserveren van geld en op de mogelijkheid van een betalingsregeling. Ik vind dit
bijzonder vervelend voor cliënten en werk met CAK stap voor stap aan verbeteringen.
Het nu forceren van grotere volumes en een hoger tempo acht ik onverstandig.
• Met betrekking tot de effecten van het abonnementstarief heeft onderzoeksbureau Significant
op basis van de ontwikkeling van het Wmo-gebruik over de eerste zes maanden van 2019
een beknopte tussenrapportage opgeleverd van de monitor abonnementstarief. De monitor
laat op landelijk niveau geen trendbreuk zien in het totaal aantal Wmo maatwerkvoorzieningen;
er kunnen echter op basis van deze resultaten zoals verwacht nog geen harde conclusies
over 2019 worden getrokken. In het najaar van 2020 volgt een vollediger beeld over
2019, waarbij naast de gegevens over het gebruik in 2019 ook gegevens over de kosten
en opbrengsten in de analyse worden betrokken.
Implementatie abonnementstarief
Om de stapeling van zorgkosten te beperken is – als eerste stap – per 1 januari 2019
het abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen Wmo ingevoerd.
Als gevolg van de aanvaarding van het wetsvoorstel abonnementstarief door uw Kamer
geldt vanaf 1 januari 2020 het abonnementstarief ook voor algemene voorzieningen waarbij
sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie; alle cliënten betalen vanaf die
datum maximaal € 19 per maand.
Met de volledige invoering van deze maatregel wordt de gegevensuitwisseling in de
keten fors vereenvoudigd. Hiermee wordt de systematiek minder complex, beter uitlegbaar
voor cliënten, minder foutgevoelig en goedkoper in de uitvoering.
De overgang naar een volledig abonnementstarief is een aanzienlijke opgave die veel
vraagt van gemeenten en het CAK. Waar voorheen de bijdrage werd bepaald op basis van
gegevens over inkomen, vermogen en zorggebruik zal in de nieuwe situatie de start
en de beëindiging van de ondersteuning relevant zijn voor de bijdrage. Berichten van
gemeenten worden via het gemeentelijk gegevensknooppunt (GGK) aangeleverd aan het
CAK en moeten uiteindelijk leiden tot beschikkingen en facturen van het CAK voor cliënten.
Voor deze nieuwe gegevensuitwisseling heeft het CAK een nieuw ICT-systeem ontwikkeld
en heeft de keten zich voorbereid op de implementatie met verschillende (keten) testen.
In mijn brief van 18 december jl. heb ik uw Kamer gemeld dat, vanuit het oogpunt van
zorgvuldigheid en op advies van het CAK, is besloten een implementatiepad te volgen
dat uitgaat van een geleidelijke overgang naar de ingebruikname van het nieuwe ICT-systeem
van het CAK. Deze geleidelijke overgang biedt het CAK de mogelijkheid om de testen
af te ronden en het systeem werkende weg te optimaliseren, zodat (maximaal) wordt
voorkomen dat er fouten optreden in de verwerking tot beschikking en factuur.
Bij het CAK is een meerjarenplanning opgesteld voor de modernisering van de ICT-huishouding.
De invoering van het abonnementstarief is de eerste regeling die in dit nieuwe ICT-landschap
wordt gerealiseerd. Een deel van de nu ontwikkelde functionaliteit zal ook ingezet
worden voor andere regelingen die worden uitgevoerd door het CAK. Mede daarom vergt
de ingebruikname van het ICT-systeem voor de Wmo grote zorgvuldigheid.
Voortgang geleidelijke overgang
Het CAK is in januari conform het geschetste implementatiepad gecontroleerd gestart
met de verwerking van de cliëntgegevens van vijf gemeenten. Berichten werden in kleine
batches doorgezet en iedere stap werd zorgvuldig gecontroleerd. Dit heeft er toe geleid
dat er verschillende stappen zijn gezet.
Het CAK constateert dat het berichtenverkeer werkt: berichten met cliëntgegevens komen
vanuit gemeenten, via het gegevensknooppunt goed aan bij het CAK. Berichten passeren
daarna verschillende ICT-modules bij het CAK, met als eindresultaat een beschikking
of factuur voor de cliënt. Het grootste deel van de ca. 6.700 berichten van de vijf
gemeenten heeft deze keten doorlopen. Dit betekent dat de interne CAK keten in de
basis werkt. Van ca. 97% van de geaccepteerde startberichten is het CAK inmiddels
in staat een beschikking vast te stellen en vervolgens facturen te versturen.
Er is dus voortgang geboekt, maar de verwerking bij het CAK gaat vooralsnog aanzienlijk
langzamer dan vooraf verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat er relatief veel incidenten
zijn geconstateerd die inmiddels zijn opgelost. Ook is er meer uitval van berichten
dan vooraf was voorzien. Deze uitval wordt nu gedeeltelijk handmatig hersteld en zal
de komende periode verder worden terug gebracht naar een acceptabel niveau om ook
grotere volumes te kunnen verwerken. Vanwege deze uitval en de incidenten is vanuit
het oogpunt van zorgvuldigheid gekozen om bij iedere stap de reguliere systeemcontroles
op dit moment aan te vullen met een extra «100% controle», waarmee veel tijd is gemoeid.
Stap voor stap wordt het systeem verder geoptimaliseerd. Gaandeweg wordt de 100% controle
omgezet in een zgn. «risk-based controle» hetgeen leidt tot een versnelling van de
verwerking.
Vervolg
Als gevolg van de vertraagde voortgang heeft het CAK inmiddels aangegeven dat de eerder
afgegeven planning – waarbij het streven was dat alle cliënten uiterlijk in maart
een factuur zouden ontvangen – niet meer haalbaar is. Met het CAK en de VNG vind ik
het van groot belang dat de implementatie zorgvuldig verloopt. Daarbij willen we garanderen
dat er tijdens de overgang geen fouten ontstaan met gevolgen voor Wmo-cliënten en
voorkomen dat er voor gemeenten onnodige overlast ontstaat. Vanuit het oogpunt van
zorgvuldigheid heeft het CAK geadviseerd om het ingeslagen implementatiepad – dat
uitgaat van een geleidelijke overgang naar de ingebruikname van de nieuwe ICT-systemen
– te blijven volgen. De focus zal daarbij liggen op het stabiliseren en robuuster
maken van alle benodigde functionaliteiten.
Het CAK kan op dit moment nog niet precies aangeven op welk moment alle facturen zullen
zijn verstuurd. Dit heeft te maken met een aantal onzekerheden in het proces. Zo is
op voorhand moeilijk in te schatten hoeveel tijd is gemoeid met de verwerking van
de meer complexe scenario’s, bijvoorbeeld bij gemeenten die geen bijdrage opleggen
aan cliënten tot een bepaalde inkomensgrens. Het CAK heeft externe expertise ingeschakeld
om te bezien op welke wijze het proces versneld kan worden zonder afbreuk te doen
aan de vereiste kwaliteit. Dit moet er toe leiden dat de voorspelbaarheid toeneemt
en meer zicht ontstaat op de precieze planning. Het CAK verwacht de resultaten van
het advies binnen vier weken. Op basis hiervan komt het CAK met een gedetailleerde
planning zodat gemeenten zich gericht en tijdig kunnen voorbereiden op de aanlevering
van berichten en cliënten meer zicht krijgen op het moment dat zij een factuur kunnen
ontvangen.
Gevolgen voor cliënten
Voor de goede orde, de vertraging in de uitvoering bij het CAK leidt niet tot uitstel
van de inwerkingtreding van de wet; per 1 januari 2020 geldt het abonnementstarief
van (maximaal) € 19,– per maand voor alle Wmo-cliënten die gebruik maken van Wmo-maatwerkvoorzieningen,
inclusief de (eventuele) bijdrage voor algemene voorzieningen waarbij sprake is van
een duurzame hulpverleningsrelatie.
Zoals ook eerder aangekondigd heeft het merendeel3 van de cliënten in januari en februari een factuur ontvangen over de laatste perioden
van 2019. Voor de facturatie over 2020 geldt dat cliënten van gemeenten waarvan de
gegevens voor half maart door het CAK verwerkt worden, uiterlijk in maart een eerste
factuur ontvangen. Zoals aangegeven zal dit niet voor alle cliënten haalbaar zijn.
Dit betekent dat een deel van de cliënten op een later moment een factuur zal ontvangen
over een langere periode. Deze cliënten worden hier via verschillende kanalen over
geïnformeerd. Ook wordt hen geadviseerd om zo nodig iedere maand € 19,– te reserveren
èn wordt hen op termijn – als zij de eerste factuur over 2020 ontvangen – de mogelijkheid
van een betalingsregeling aangeboden. Indien mensen vragen hebben over de eigen situatie
kunnen zij bij de helpdesk van het CAK terecht.
Gevolgen gemeenten
Deze vertraging impliceert dat een groot deel van de gemeenten de (start)berichten
van cliënten die onder het abonnementstarief vallen nog niet kan aanleveren bij het
CAK. Zodra het CAK meer zicht heeft op de precieze planning worden gemeenten tijdig
geïnformeerd over de initiële aanlevering van de data van alle gemeenten. Vanzelfsprekend
wordt hierbij getracht de overlast voor gemeenten maximaal te beperken, onder andere
door gemeenten de tijd te geven dit goed in te plannen. De VNG informeert gemeenten
parallel aan deze brief over de huidige stand van zaken en hetgeen dit voor hun ingezetenen
betekent.
Ik betreur de vertraging van de implementatie door het CAK, maar ben op basis van
de mij ter beschikking staande informatie van mening dat de keuze voor een gecontroleerde,
gefaseerde ingebruikname van het nieuwe ICT systeem inderdaad verstandig is.
Tussenrapportage monitor abonnementstarief
In mijn brief van 4 december jl.4 heb ik uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over de resultaten van de eerste meting vanuit
de monitor abonnementstarief. Daarbij is aangegeven dat het zeer beperkt mogelijk
is om uitspraken te doen over de effecten van het abonnementstarief omdat deze eerste
meting nog geen kwantitatieve informatie bevatte over 2019. Zoals aangekondigd, heeft
het CBS inmiddels (in december) een reguliere publicatie uitgebracht over de ontwikkeling
van het Wmo-gebruik over de eerste zes maanden van 2019. Op basis van deze informatie
is door onderzoeksbureau Significant een beknopte tussenrapportage van de monitor
opgeleverd. Deze rapportage geeft een eerste beeld van de effecten van het abonnementstarief
op het gebruik van maatwerkvoorzieningen gedurende de eerste zes maanden van 2019.
De tussenrapportage levert de volgende inzichten op:
– Er treedt – na de invoering van het abonnementstarief – in de eerste helft van 2019
geen trendbreuk op als we kijken naar de ontwikkeling van het totaal aantal Wmo-cliënten dat gebruik
maakt van maatwerkvoorzieningen in heel Nederland. De toename van het aantal cliënten
is in lijn met de toename in voorgaande jaren (eerste halfjaar 2017 en eerste halfjaar
2018).
– De relatieve toename van het Wmo-gebruik is hoger bij de hogere inkomensklassen. Hierbij
dient opgemerkt dat het totaal aantal cliënten in de hogere inkomensklassen kleiner
is waardoor er sneller grotere relatieve verschillen ontstaan.
– Wanneer wordt gekeken naar de voorziening «hulp bij het huishouden» is een toename
zichtbaar van 7,2% in het eerste halfjaar van 2019 ten opzichte van het eerste halfjaar
van 2018. Hierbij kan mogelijk sprake zijn van een effect van de invoering van het
abonnementstarief. Tussen het eerste halfjaar van 2017 en het eerste half jaar van
2018 nam het gebruik van deze voorziening nog licht af (-1,3%).
Van belang is dat bij de invoering van deze maatregel, in zowel de raming van het
CPB als in de compensatie aan gemeenten, rekening is gehouden met een extra toestroom
naar Wmo voorzieningen. Op basis van de resultaten van de tussenrapportage kunnen
zoals verwacht nog geen echte conclusies over 2019 worden getrokken. Hiervoor is een
vollediger beeld nodig. Naast de gegevens over het gebruik in 2019 zijn ook gegevens
nodig over de kosten en opbrengsten, welke pas later beschikbaar komen. Verder dient
de causale relatie met het abonnementstarief goed onderzocht te worden. Deze analyse
volgt in de monitorrapportage in het najaar van 2020. Op dat moment kan worden bezien
of de raming voor de extra middelen als gevolg van de effecten van het abonnementstarief
eigen bijdragen Wmo 2015 adequaat is en of de afspraken over compensatie op basis
van deze raming volstaan. Hierbij betrek ik de motie van het lid Hijink c.s.5 waarin de regering is verzocht om aan de hand van de uitkomsten van de monitor in
samenspraak met gemeenten maatregelen te treffen als blijkt dat er sprake is van knelpunten
die zijn ontstaan bij een deugdelijke uitvoering van het abonnementstarief door gemeenten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport