Brief regering : Maandrapportage CBR januari 2020

Nr. 809 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2020

Zoals toegezegd in het debat over het CBR op 11 september 2019 (Handelingen II 2018/19,
nr. 107, item 12) ontvangt u hierbij de maandelijkse rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid
Medisch en Klantenservice over de maand januari1. De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen maand heeft gepresteerd vergeleken
met het base case scenario van de prognose die u op 10 september 2020 heeft ontvangen.

In januari zijn zowel het aantal verlopen rijbewijzen als de werkvoorraad opgelopen
ten opzichte van de maand december. De werkvoorraad ligt nog steeds onder het base
case scenario van de prognose. Dit geldt niet voor het aantal verlopen rijbewijzen.
De dalende trend die het CBR afgelopen maanden liet zien op het gebied van verlopen
rijbewijzen is niet doorgezet. De reden hiervoor is dat het CBR in december en januari
mede prioriteit heeft gegeven aan het doorverwijzen naar een keuringsarts of specialist
(dit zijn tussenbesluiten). Dit om te voorkomen dat op een later tijdstip sprake zal
zijn van een groter aantal verlopen rijbewijzen.

Ik ben met het CBR in overleg over de resultaten zoals opgenomen in de maandelijkse
rapportage en over op welke termijn de resultaten weer in lijn zijn met de base case.
Over de uitkomst hiervan zal ik u informeren bij de volgende rapportage over de maand
februari.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga