Brief regering : Toezeggingen naar aanleiding van het debat van 28 januari 2020 inzake rapporten Inspectie JenV
28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie
Nr. 198 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2020
Aanleiding
Tijdens het debat met uw Kamer op 28 januari jl. over de mondelinge vraag van het
lid Groothuizen inzake de berichtgeving in de media over rapporten van de Inspectie
Justitie en Veiligheid (hierna: de Inspectie) (Handelingen II 2019/20, nr. 46, mondelinge
vragen van het lid Groothuizen over de beïnvloeding van rapporten van de Inspectie
Justitie en Veiligheid) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over:
– de feitelijke gang van zaken met betrekking tot de twee formele meldingen ten aanzien
van de Inspectie;
– de voortgang bij de uitwerking van de verbetermaatregelen bij de Inspectie;
– de mogelijkheid om het rapport van de Auditdienst Rijk (hierna: ADR) over het rapport
«Inrichting repressieve brandweerzorg» van de Inspectie (vertrouwelijk) aan uw Kamer
voor te leggen;
– de mogelijkheid conceptversies van het rapport «Periodiek Beeld Opsporing» van de
Inspectie aan uw Kamer voor te leggen; en
– de ministeriebrede doorvoering van de cultuurverandering bij het Ministerie van Justitie
en Veiligheid.
Met deze brief kom ik deze toezeggingen na.
Feitelijke gang van zaken
Hieronder geef ik u chronologisch de stappen weer met betrekking tot de feitelijke
gang van zaken met betrekking tot de melding inzake de Inspectie.
Voorjaar 2017 Twee vertrouwenspersonen van het Ministerie van JenV worden individueel
in vertrouwen genomen door vijf medewerkers van de Inspectie. Deze medewerkers geven
aan dat zij een onveilige werksituatie bij de inspectie ervaren. Zij ervaren met name
de stijl van leidinggeven en bejegening door het hoofd en plv. hoofd van de Inspectie
als onveilig.
4 mei 2017 Eén van de medewerkers die in gesprek is gegaan met een vertrouwenspersoon,
hierna uit privacy-overwegingen Medewerker I te noemen, heeft na doorverwijzing van
de vertrouwenspersoon een gesprek met de Centrale Coördinator Integriteit (CCI) en
vraagt deze om advies over de vraag of integriteitsregels zijn/worden geschonden.
11 mei 2017 Medewerker II, eveneens een medewerker van de Inspectie, doet op doorverwijzing
van Medewerker I en op uitnodiging van de CCI zijn verhaal bij de CCI. Medewerker
II was niet eerder in contact getreden met een vertrouwenspersoon.
16 mei 2017 CCI heeft gesprek met Medewerkers I en II over hun ervaring van een onveilige
werksituatie, de door hen ervaren werkwijze bij de Inspectie en de betrokkenheid van
het hoofd en plv. hoofd bij onderzoeksrapporten. In dit gesprek komt volgens de CCI
geen voorval aan bod waaruit een redelijk vermoeden kan worden afgeleid dat sprake
was van (ongeoorloofde) beïnvloeding van buiten de Inspectie op bevindingen en conclusies
van onderzoeksrapporten. Medewerkers I en II hebben in de maanden die volgen regelmatig
(mondeling/schriftelijk) contact met de CCI.
Juni–september 2017 Op advies van de vertrouwenspersonen en de CCI nodigt de SG de
voornoemde zes medewerkers van de Inspectie uit voor een «één op één gesprek». De
SG voert vijf gesprekken (waaronder met Medewerker I en Medewerker II). De zesde medewerker
maakt geen gebruik van de uitnodiging. Ook in dit gesprek komen geen voorvallen aan
bod waaruit een redelijk vermoeden kon worden afgeleid dat sprake was van (ongeoorloofde)
beïnvloeding van buiten de Inspectie op bevindingen en conclusies van onderzoeksrapporten.
September–oktober 2017 SG voert gesprekken met het plv. hoofd en hoofd van de Inspectie
o.a. over managementstijl en werkprocessen binnen de Inspectie en maakt met hen verbeterafspraken.
21 januari 2018 Formele doormelding door CCI aan plv. SG namens medewerker I en II
naar aanleiding van gesprekken met Medewerkers I en II eind 2017. De meldingen zien
primair op de wijze waarop gestuurd werd door het MT van de Inspectie en de gevolgen
daarvan voor de Inspecteurs. Tevens wordt melding gemaakt van mogelijke ongewenste,
externe beïnvloeding bij het onderzoek «Inrichting repressieve brandweerzorg». Tenslotte
ziet een deel van de melding op het opereren van de hoofdinspecteur en plv. hoofdinspecteur
van de Inspectie in het onderzoek «De opvolging van signalen uit het asielproces».
Conform het kader van het integriteitsbeleid bij JenV adviseert de CCI dat medewerkers
I en II bescherming dienen te genieten tegen benadeling in hun rechtspositie als gevolg
van de melding. Dit is mede van belang gelet op een in 2013 gemelde, niet aan deze
melding gelieerde, onregelmatigheid door Medewerker I waarbij hij in de nasleep hiervan
druk van de leiding van de Inspectie heeft ervaren. Daarnaast verzoekt de CCI de plv.
SG een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het onderzoek «Inrichting repressieve
brandweerzorg». Van belang is dat de in de meldingen aangehaalde onderzoeken ter illustratie
dienen van hetgeen waar het in de meldingen primair om gaat: de wijze van aansturing
binnen de Inspectie en de gevolgen daarvan voor de medewerkers.
23 januari 2018 Plenair debat met uw Kamer over de onafhankelijkheid van het WODC1, waarin ik u heb geïnformeerd over twee klachten met betrekking tot de Inspectie.
31 januari 2018 Schriftelijke toelichting op zijn melding door Medewerker II, opgesteld
op verzoek van de CCI, onder andere over zijn directe ervaring bij het onderzoek «De
opvolging van signalen uit het asielproces», «Aanpak Overvalcriminaliteit» en «Arrestantenzorg
Nederland – Landelijke rapportage». Medewerker II geeft hierin tevens voorbeelden
aan van onderzoeken waar collega’s soortgelijke ervaringen hebben gehad maar waar
deze medewerker niet zelf bij betrokken was.
31 januari 2018 Schriftelijke toelichting op zijn melding door Medewerker I, opgesteld
op verzoek van de CCI, met daarin onder andere opgenomen zijn ervaringen bij de onderzoeken
»Inrichting repressieve brandweerzorg», «Invoering nationale politie», «De aanpak
van ondermijning door Regionale Informatie- en Expertisecentra en het Landelijk Informatie-
en Expertisecentrum», «De opvolging van signalen uit het asielproces», «De Nekklem»,
«Incidentonderzoek Udo D.» en «Arrestantenzorg Nederland – Landelijke rapportage».
15 februari 2018 Opdrachtbevestiging ADR aan de plv. SG. voor een onderzoek naar het
Inspectierapport «Inrichting repressieve brandweerzorg». Hiertoe wordt besloten omdat
dit rapport op het punt van publicatie staat. Daarnaast wordt dit rapport als enige
expliciet in de meldingen en schriftelijke toelichtingen genoemd waarbij mogelijk
sprake is van ongewenste, externe beïnvloeding. Een vervolgonderzoek naar het overige
deel van de melding zal separaat en aansluitend worden uitgevoerd. Hiervoor zal een
separate opdrachtbevestiging met de ADR worden overeengekomen.
20 februari 2018 Directeur ADR informeert medewerkers van de Inspectie over het aanstaande
onderzoek naar het Inspectierapport «Inrichting repressieve brandweerzorg» en het
mogelijke vervolg daarop.
25 april 2018 Advies CCI aan plv. SG op grond van het conceptrapport van de ADR en
diverse gesprekken om geen vervolgonderzoek door de ADR te laten doen naar het Inspectierapport
«De opvolging van signalen uit het asielproces» en de overige onderzoeken die in de
toelichting op de meldingen door medewerker I en II zijn genoemd. De CCI adviseert
om een cultuur- en gedragsonderzoek uit te laten voeren dat zich richt op hoe de leiding
van de Inspectie en medewerkers zichzelf en elkaar waarnemen op leiderschap, communicatie,
samenwerking, vakmanschap, omgangsvormen en veiligheid.
7 mei 2018 Aanbieding per mail door de ADR aan de plv. SG van het rapport naar de
totstandkoming van het Inspectierapport «Inrichting repressieve brandweerzorg».
23 mei 2018 Hoofd Inspectie en plv. SG informeren de medewerkers van de Inspectie
over de conclusies en aanbevelingen die volgen uit het ADR onderzoek naar het Inspectierapport
«Inrichting repressieve brandweerzorg».
23 mei 2018 Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid inzake beleidsreactie
op het rapport van de Inspectie JenV «Inrichting repressieve brandweerzorg».
Juni 2018 Besluit plv. SG als bevoegd gezag en mede op advies van de CCI om geen vervolgopdracht
aan de ADR te verlenen met betrekking tot het Inspectierapport «De opvolging van signalen
uit het asielproces» en de overige onderzoeken die in de toelichting op de meldingen
door medewerker I en II zijn genoemd.
11 juli 2018 Plv. SG informeert Medewerker I en II per brief over het rapport van
de ADR, de verbeteropdracht van de SG aan het hoofd van de Inspectie over het besluit
geen vervolgopdracht aan de ADR te verlenen met betrekking tot «De opvolging van signalen
uit het asielproces» en de overige onderzoeken die in de toelichting op de meldingen
door Medewerker I en II zijn genoemd. De plv. SG geeft in deze brief aan dat hij tot
dit besluit is gekomen omdat hij inmiddels begrijpt dat de achterliggende problematiek
van de twee meldingen toeziet op hetzelfde vraagstuk, namelijk meer openheid over
besluiten en afwegingen van het management, nadrukkelijk en frequent ruggespraak door
de leiding met (betrokken) medewerkers over het onderzoeksproces en een open transparante
communicatie binnen de Inspectie. Op basis van de bevindingen en aanbevelingen van
de ADR is de plv. SG van mening dat het nu zaak is dat de Inspectie slagvaardig de
noodzakelijke verbeteringen in gang zet. De plv. SG geeft aan dat de andere onderdelen
van de melding recht wordt gedaan door de ingezette veranderopdracht voor het MT die
volgt uit het ADR-onderzoek. De ADR zal begin 2019 en begin 2020 de voortgang van
de verbeteropdracht meten.
18 juli 2018 Mail van Medewerkers I en II aan de CCI met waardering voor de steun
van de CCI en het zorgvuldige ADR-onderzoek. De medewerkers geven ook aan teleurgesteld
te zijn over het feit dat de ADR geen vervolgopdracht heeft gekregen.
30 augustus 2019 Gesprek medewerkers I en II met de SG ter evaluatie en afsluiting.
Met het bovenstaande overzicht van de feitelijke gang van zaken wil ik duidelijkheid
verschaffen met betrekking tot de formele melding ten aanzien van de Inspectie. Ook
heb ik hiermee willen verduidelijken welke informatie mij ter beschikking stond toen
ik uw Kamer op 23 januari 2018 en 23 mei 2018 heb geïnformeerd over deze melding.
Gelet op de discussie met uw Kamer op 28 januari jl. hecht ik eraan uw Kamer ook met
betrekking tot de in de schriftelijke toelichting genoemde andere Inspectieonderzoeken
duidelijkheid te bieden. Daarom heb ik de ADR alsnog gevraagd om een onderzoek in
te stellen naar:
1. het Inspectierapport «De opvolging van signalen uit het asielproces». Dit eerste deelonderzoek
zal worden opgepakt als een onderzoek van de oorspronkelijke melding over dit Inspectierapport.
Dit is afgestemd met de melders en zij hebben zich bereid verklaard mee te werken.
De methodiek zal vergelijkbaar zijn met het onderzoek naar rapport «Inrichting repressieve
brandweerzorg»; het zal bestaan uit het onderzoeken en inzichtelijk maken van het
feitencomplex rondom dit Inspectieonderzoek om te bepalen welke principes van goed
toezicht hierbij mogelijk in het geding zijn geweest;
2. de overige genoemde rapporten in de schriftelijke toelichtingen. Voor dit tweede deelonderzoek
voert de ADR op alle genoemde onderzoeksrapporten een dossieronderzoek uit waarbij
wordt getoetst of er in de wederhoorfase op het rapport sprake is geweest van interventies
die hebben geleid tot veranderde strekking van de conclusies in de rapporten. Hiervoor
worden de concept Inspectierapporten, die naar ondertoezichtstaande organisaties,
instanties, dienstonderdelen en beleidsmakers etc. zijn gestuurd, vergeleken met de
definitieve versie van de rapporten. Op basis van deze vergelijking wordt geconstateerd
of conclusies in de definitieve rapporten wezenlijk afwijken van de conclusies in
de conceptversies die voor wederhoor zijn voorgelegd. Indien er sprake is van wezenlijke
verschil(len), zal voor deze rapporten worden onderzocht of er indicaties zijn dat
het principe van onafhankelijkheid bij de totstandkoming van de conclusies in het
eindrapport in het geding zijn geweest. Het gaat in dit tweede deelonderzoek om de
volgende rapporten:
– Invoering nationale politie (2014);
– De aanpak van ondermijning – Door Regionale Informatie- en Expertisecentra en het
Landelijk Informatie- en Expertisecentrum (2017);
– De Nekklem (2016);
– Incidentonderzoek Udo D. (2016);
– Arrestantenzorg Nederland – Landelijke rapportage (2016);
– Aanpak overvalcriminaliteit (2014); en
– Periodiek Beeld Opsporing (2019).
Met deze opdracht zal de ADR zich ook een beeld vormen over de versies van het Inspectierapport
van het door het lid Van Dam in het debat met uw Kamer op 28 januari jl. genoemde
onderzoek «Periodiek Beeld Opsporing». Ik verwacht dat de besprekingen met de ADR
over opdracht en onderzoek binnen enkele dagen zijn afgerond.
Voortgang verbetermaatregelen
Zoals ik uw Kamer op 6 december 2019 heb medegedeeld (Kamerstuk 29 517, nr. 183) heeft de toenmalige leiding van de Inspectie in het kader van haar eigen lerend
vermogen eind 2018 de ADR verzocht om na te gaan in hoeverre de maatregelen, die door
de ADR waren aanbevolen, zijn vertaald in concrete maatregelen en in hoeverre deze
maatregelen zijn geïmplementeerd in de processen en/of werkwijze van de Inspectie.
Dit verzoek past bij de eerdere stappen door de toenmalige leiding van de Inspectie
om – in lijn met de doelstelling van het organisatierapport van 2018 – de kwaliteit
van de Inspectie te versterken. De resultaten van het onderzoek door de ADR zijn opgenomen
in het rapport «Monitoring verbetermaatregelen Inspectie Justitie en Veiligheid» van
18 december 2019. Dit door de Inspectie op haar website openbaar gemaakte rapport2, voeg ik volledigheidshalve toe als bijlage 1 bij deze brief3. In bijlage 2 bij deze brief treft u tevens het overzicht aan waarmee de Inspectie
aangeeft wat de actuele stand van zaken is met betrekking tot de voortgang van de
verbetersuggesties die de ADR heeft gedaan in het rapport «Monitoring verbetermaatregelen
Inspectie Justitie en Veiligheid»4. Zoals ik u al in het debat op 28 januari jl. heb geïnformeerd, voer ik met de Inspecteur-Generaal
overleg over de voortgang van verbeteropdracht. Ik breng u hierbij zijn aanbod over
een technische briefing voor uw Kamer te organiseren waarin de Inspectie de werkwijze
inclusief de verbeteringen kan toelichten.
Vertrouwelijke inzage in het ADR-rapport «Inrichting repressieve brandweerzorg
Het lid Van Dam heeft gevraagd uw Kamer vertrouwelijk inzage te bieden in het ADR-rapport
over de totstandkoming van het Inspectierapport «Inrichting repressieve brandweerzorg».
Desgevraagd hebben zowel de ADR als Medewerkers I en II van de Inspectie aangegeven
hiertegen geen bezwaar te hebben. U treft het rapport ter vertrouwelijke kennisneming
hierbij5. Ik hecht eraan hier te vermelden dat dit rapport eerder reeds grotendeels openbaar
was gemaakt6 op basis van een Wob-besluit.
Ministeriebrede doorvoering cultuurverandering
Naar aanleiding van de vraag van het lid Van der Graaf heb ik toegezegd uw Kamer te
informeren of het verandertraject van het Ministerie van Justitie en Veiligheid («JenV
Verandert») ministeriebreed wordt uitgevoerd. Het meerjarig programma JenV Verandert
heeft vanaf de start de doelstelling om als ministerie een betrouwbare partner te
zijn voor burger, bedrijf, bestuur en media. Een open en transparante organisatie
die resultaat levert in een veranderende samenleving. Deze doelstelling geldt zowel
voor het bestuursdepartement als voor de overige organisatieonderdelen die onder het
ministerie vallen, waaronder ook de Inspectie.
Maatschappelijke vraagstukken vereisen een combinatie van verschillende invalshoeken
en expertises. Dat vraagt samenwerking en regie over alle onderdelen van het ministerie
heen en vereist openheid en transparantie in wat we doen richting maatschappij en
politiek.
Om daar ondersteuning aan te bieden, vinden organisatieonderdelen legitimatie voor
hun eigen specifieke organisatieontwikkeling in de JenV-brede aanpak en sluiten zij
aan bij de gezamenlijke koers van JenV. Het verandertraject «JenV Verandert» bevordert
daarbij de gezamenlijkheid voor alle ministeriebrede organisatieonderdelen door:
– Het instellen van een brede Bestuursraad met het doel te komen tot een geïntegreerde
aanpak op de centrale thema’s van JenV: financiële-, begrotings-, en strategische
vraagstukken en de koers van JenV. Ook is een strategisch bestuurlijk beraad ingesteld
waarin de taakorganisaties afstemmen met de SG en plv. SG over organisatie overstijgende
vraagstukken en de strategische doelstellingen van JenV.
– Het beter organiseren van de sturing en financiële beheersing van het ministerie door
de invoering van een sturingsmodel waarmee een gelijkwaardige afweging wordt gemaakt
tussen beleid en uitvoering over wat nodig is, wat mogelijk is en welke middelen daarvoor
beschikbaar zijn. Ook zijn de control-lagen binnen het ministerie teruggebracht van
drie naar twee lagen en wordt de begrotingsvoorbereiding integraal uitgevoerd.
– Het versterken van het leiderschap door een strategisch ontwikkelprogramma voor leidinggevenden
uit beleid, uitvoering en toezicht. Hiermee wordt het gezamenlijk referentiekader
bevorderd en het lerend vermogen onderling versterkt. Ook voor medewerkers worden
vergelijkbare bijeenkomsten georganiseerd zoals thema congressen, Summerschool, of
de Tour van Verbinding voor de uitwisseling van kennis en ervaring over de doelstelling
van JenV.
Een uitgebreidere toelichting op de voortgang van het gehele ministeriebrede programma
ontvangt u, conform mijn eerdere toezegging aan uw Kamer en laatstelijk nog bij het
algemeen overleg met uw Commissie Justitie en Veiligheid op 29 januari jl., bij het
aanbieden van het Jaarverslag 2019.
Tot slot
Met deze brief heb ik uitvoering gegeven aan mijn toezeggingen. Ik heb u hierin ook
geïnformeerd dat ik de ADR heb gevraagd aanvullend onderzoek te doen naar de andere
rapporten van de Inspectie die in het kader van de meldingen genoemd zijn. Ik hoop
uw Kamer voor deze zomer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek door de
ADR.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.