Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het bericht 'Minister Slob maakt 9 miljoen euro extra vrij voor zij-instromers onderwijs'
27 923 Werken in het onderwijs
Nr. 389
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2020
In deze brief reageer ik op uw verzoek om meer informatie over de € 9 miljoen die
                  ik heb vrijgemaakt voor zijinstroom in de G5.
               
Op 27 januari jl. hebben Amsterdam, Den Haag en Rotterdam hun (concept) noodplannen
                  voor de aanpak van de tekorten aan scholen, besturen en gemeenten in de G5 (G4 plus
                  Almere), aan de inspectie en aan mij gepresenteerd.1
In deze brief wil ik nogmaals mijn waardering uitspreken voor het vele werk dat in
                  korte tijd door veel betrokkenen is verzet. Uit de plannen spreekt solidariteit tussen
                  de besturen om gezamenlijk de kwaliteit, continuïteit en de kansengelijkheid zo goed
                  mogelijk te borgen. Dat is nodig, want scholen en besturen kunnen de oplopende tekorten
                  niet alleen oplossen. Zij hebben elkaar nodig, de inspectie en het Ministerie van
                  OCW.
               
Laat ik ook helder zijn dat niet alle maatregelen die worden voorgesteld de eerste
                  keus zijn van scholen en besturen en ook niet van mij. Daarom gaan gezamenlijk door
                  met alle acties gericht op het werven, maar zeker ook het behouden van leraren. We
                  leggen ons niet neer bij de huidige situatie. Het ingezette beleid heeft gelukkig
                  ook effect. Zo is de instroom op de pabo met bijna 10% toegenomen in 2019 ten opzichte
                  van vorig jaar. Maar meer inspanningen zijn nodig, en daar zijn de plannen van de
                  G5 ook op gericht.
               
Scholen en besturen zoeken naar alternatieven en hebben ruimte nodig om de kwaliteit,
                  continuïteit en de kansengelijkheid zo goed mogelijk te borgen. In de plannen worden
                  daar voorstellen voor gedaan. De meerwaarde van de plannen die er nu liggen vind ik
                  dat leraren en scholen hebben meegedacht en meegewerkt aan de totstandkoming. De plannen
                  worden ook voorgelegd aan de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden.
               
Voor zijinstroom, waar alle steden kansen in zien, heb ik € 9 miljoen vrijgemaakt
                  voor de G5. Deze middelen zijn beschikbaar gekomen door herprioritering binnen de
                  OCW-begroting en komen van artikel 1 van primair onderwijs («overige subsidies») en
                  artikel 9 van het lerarenbeleid («regeling korte scholingstrajecten»). Het doel is
                  om samen met de partijen in de G5 tot een aanpak zijinstroom te komen waarbij onder
                  andere door de opleidingen maatwerk wordt geboden en er goede begeleiding is op de
                  school zodat zijinstromers enthousiast blijven over werken in het onderwijs. We weten
                  immers onder meer uit de analyse van Merel van Vroonhoven, – door mij aangesteld als
                  aanjager van de aanpak van de tekorten – dat zijinstromers en scholen knelpunten ervaren.
               
Ook voor andere onderwerpen in de noodplannen zijn vervolgacties afgesproken. Zo zijn
                  afspraken gemaakt om te komen tot een eenduidige analyse van de tekorten. Ook wordt
                  gewerkt aan een beleidsexperiment voor de G5 om vanaf komend schooljaar meer ruimte
                  te bieden voor voorstellen om tot een verrijkend programma in een aangepaste weekindeling
                  te komen. Ook hiervoor geldt dat kwaliteit, continuïteit en kansengelijkheid de basis
                  vormen. Over de concrete uitwerking zal ik de Kamer voor de zomer informeren.
               
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
                  A. Slob
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media