Brief regering : Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken
31 415 DNA-onderzoek in strafzaken
Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Ontvangen ter Griffie op 6 februari 2020.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 5 maart 2020.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 6 maart 2020.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2020
De voordracht van de algemene maatregelen van bestuur, vast te stellen ingevolge de
artikelen 151a, elfde lid, 151b, vijfde lid, 151d, derde lid, 195d, vijfde lid, en
195f, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering mag niet eerder worden gedaan
dan nadat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer gedurende vier weken de gelegenheid hebben
gehad hun wensen en bedenkingen daartegen kenbaar te maken. Deze voorhangprocedure
heeft blijkens de wetsgeschiedenis (zie Kamerstuk 26 271, nr. 19) tevens tot doel de algemene maatregelen van bestuur die dienen te worden vastgesteld
op basis van de artikelen 151a, achtste lid, en 195a, vijfde en zesde lid, van het
Wetboek van Strafvordering, in ontwerp aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer voor
te leggen.
Gelet op deze voorgeschreven voorhangprocedure leg ik u hierbij het ontwerpbesluit
voor dat ertoe strekt het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken1, dat onder meer uitvoering geeft aan de hiervoor genoemde artikelen van het Wetboek
van Strafvordering, op een aantal punten te wijzigen. Voor een overzicht en de inhoud
van de wijzigingen verwijs ik u graag naar de nota van toelichting2 die bij het ontwerpbesluit hoort.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid