Brief regering : Reactie op verzoek commissie om een reactie over het bericht 'Nederland is corrupter dan we denken'
35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020
Nr. 110 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2020
Aanleiding
Op 27 november 2019 heeft uw Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid de Minister
van Justitie en Veiligheid verzocht te reageren op het bericht «Nederland is corrupter
dan we denken» dat op 20 november jl. is verschenen op de websites van Transparency
International (TI) en de Volkskrant.1, 2 In het artikel wordt gesteld dat Nederland haar positie, als land dat corruptie goed
aanpakt, dreigt te verliezen door diverse incidenten. Er wordt gepleit voor actie
om corruptie, in welke vorm dan ook, tegen te gaan. Het artikel illustreert een aantal
zaken welke volgens de auteurs bedreigingen voor Nederland vormen. In deze brief geef
ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister
van Financiën, een reactie op het artikel en doe ik het verzoek van de voornoemde
Kamercommissie gestand.
Publicatie 2019 editie Corruption Perceptions Index
Ten eerste wil ik stilstaan bij de nieuwe versie van de Corruption Perceptions Index welke op 23 januari 2020 door Transparency International is gepubliceerd. Deze index
is gericht op corruptie in de publieke sector. De notering van Nederland als nummer
8 op de lijst van 180 landen, alsmede het aantal toegekende punten, is stabiel gebleven.3 Natuurlijk streef ik naar een zo goed mogelijke score en volgen alle betrokken departementen
recente ontwikkelingen om te bezien waar aanscherping van beleid gewenst is. Op diverse
maatregelen ga ik in deze brief nader in.
Investeringen tegengaan corruptie
Corruptie heeft een sterk ondermijnend effect; het tast niet alleen het vertrouwen
in de overheid aan, maar heeft ook een negatief effect op de kwaliteit van publieke
dienstverlening, economische ontwikkeling en het ondernemersklimaat. Het is daarom
van groot belang dat corruptie vanuit een brede en integrale benadering wordt voorkomen
en bestreden.4 Recente gevallen van (verdenking van) corruptie tonen bovendien des te meer aan dat
aandacht voor deze problematiek onverminderd noodzakelijk is. Ik wil graag een aantal
maatregelen toelichten die de afgelopen jaren zijn getroffen om corruptie effectiever
tegen te gaan. Zo is in september 2016 een anti-corruptie centrum (ACC) bij de FIOD
opgericht en is in 2017 een themateam corruptie bij het Openbaar Ministerie in het
leven geroepen gericht op buitenlandse en niet ambtelijke omkoping. Er lopen bij de
FIOD en het Functioneel en het Landelijk Parket dientengevolge enkele tientallen onderzoeken
op het gebied van niet-ambtelijke en buitenlandse ambtelijke corruptie. Met name die
laatste onderzoeken zijn internationale en daarmee complexe langlopende onderzoeken.
Verder is het besluit «themaverwerking ambtelijke omkoping en mensenhandel» per 1 januari
2020 in werking getreden. Het besluit strekt er onder andere toe politiegegevens over
ambtelijke omkoping te kunnen verwerken in een zogenoemd themaregister. Zachte (opsporings)informatie
kan met de komst van het themaregister worden bewaard en opgeslagen en later worden
gebruikt in een opsporingsonderzoek of aanleiding geven tot een nieuw op te starten
onderzoek. Het benutten van politiegegevens moet leiden tot versterking van de opsporing
en vervolging van het (ernstige en ondermijnende) misdrijf ambtelijke omkoping. Deze
maatregel zal een bijdrage leveren aan het voorkomen van integriteitsschendingen,
het plegen van strafbare feiten en de beïnvloeding van het openbaar bestuur door de
georganiseerde criminaliteit. Dat is ook nodig omdat ik zie dat de overheid onder
druk staat van de georganiseerde criminaliteit en het aantal lek- en corruptiezaken
waar de Rijksrecherche onderzoek naar doet, is toegenomen.
Nederland is partij bij een aantal belangrijke internationale anti-corruptieverdragen
van de Raad van Europa (hierna: RvE), de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling (OESO), en de Verenigde Naties (VN). Het Nederlandse anti-corruptiebeleid
wordt door deze verschillende internationale gremia periodiek geëvalueerd, waarbij
aanbevelingen worden gedaan hoe Nederland dit beleid en de uitvoering ervan kan versterken.
De internationale anti-corruptie evaluaties, alle met een eigen inhoudelijke focus,
zijn een belangrijk instrument om het wettelijk en institutionele kader voor het tegengaan
van corruptie onder de loep te nemen. Het beleid van het kabinet is erop gericht naar
vermogen en volledig rekening houdende met Nederlandse rechtsprincipes, uitvoering
te geven aan deze aanbevelingen. In februari 2019 is uw Kamer geïnformeerd over de
evaluatie in het kader van de vijfde evaluatieronde van de Groep van Staten tegen
corruptie (hierna: GRECO) van de RvE.5 Dit jaar zal Nederland zowel door de VN als de OESO in het kader van de desbetreffende
corruptieverdragen worden geëvalueerd. Deze evaluaties geven het komende jaar weer
momenten om te bezien waar Nederland het goed doet, en waar eventuele aanvullende
inzet nodig is.
Aandachtspunten
Ik zal hieronder op diverse aandachtspunten die in het artikel benoemd worden ingaan.
In zijn algemeenheid wil ik aangeven dat Transparency International een belangrijke
signalerende functie heeft waar het gaat om corruptie in Nederland en dat zij een
belangrijke gesprekspartner voor diverse ministeries zijn.
Vestigingsklimaat
In het artikel wordt aangehaald dat een goede positie op de Corruption Perceptions Index van belang is voor de promotie van het Nederlandse vestigingsklimaat. Een aantrekkelijk
vestigingsklimaat is een belangrijke reden dat internationaal opererende bedrijven
in een land investeren. Het vestigingsklimaat is opgebouwd uit een zeer breed en divers
palet aan vestigingsklimaatfactoren. Belangrijke factoren bij investeringsbeslissingen
van bedrijven zijn onder meer de (digitale) infrastructuur, het opleidingsniveau van
de beroepsbevolking, het belastingstelsel, het innovatie-ecosysteem en de kwaliteit
van leven in een land. Ook de mate van corruptie in een land speelt hierbij voor bedrijven
een rol. Wanneer het kabinet buitenlandse bedrijven informeert over het Nederlandse
vestigingsklimaat maakt zij regelmatig gebruik van verschillende internationale ranglijsten.
Daarbij worden vooral ranglijsten gebruikt waarin het brede en diverse palet aan vestigingsklimaatfactoren
is meegenomen, zoals de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum.
Financiële stromen
Financiële stromen die via Nederland lopen worden vaak in verband gebracht met belastingontwijking.
Nederland heeft een open economie. Het Nederlandse belastingstelsel weerspiegelt die
internationale oriëntatie van de Nederlandse economie. Zo is het Nederlandse stelsel
ingericht om dubbele belastingheffing zoveel mogelijk te voorkomen. De keerzijde van
dit internationaal georiënteerde belastingstelsel is dat Nederland daarmee onbedoeld
ook aantrekkelijk is geworden voor structuren waarmee belasting wordt ontweken. Belastingontwijking
is ongewenst, maar niet illegaal zoals belastingontduiking en corruptie dat zijn.
Belastingontwijking is schadelijk voor de belastingmoraal, voor het internationale
aanzien van Nederland en daarmee voor het investeringsklimaat. Het aanpakken van belastingontwijking
is daarom een belangrijke prioriteit van dit kabinet. Dit kabinet maakt bijvoorbeeld
een eind aan het gebruik van het Nederlandse belastingstelsel voor het doorsluizen
van renten en royalty’s naar laagbelastende landen. Daarom voert dit kabinet vanaf
2021 een conditionele bronbelasting op renten en royalty’s in.6
Huis voor Klokkenluiders
In het artikel wordt gerefereerd aan het functioneren van het Huis voor Klokkenluiders.
Hoewel het Huis onmiskenbaar een moeizame start heeft gehad, wordt het beeld dat over
het Huis geschetst wordt in het artikel niet herkend. Op 11 november jl. heeft de
Minister van BZK het advies van de heer Van Zutphen over de organisatie van het Huis
voor Klokkenluiders naar uw Kamer gestuurd.7 De heer Van Zutphen ziet toekomst voor het Huis en doet aanbevelingen voor een goed
functionerende organisatie die klokkenluiders deskundig adviseert, onafhankelijk onderzoek
doet en de integriteit in organisaties en bedrijven bevordert. De Minister van BZK
en het bestuur van het Huis hebben in hun reacties aan uw Kamer aangegeven hoe zij
met de aanbevelingen verder gaan.
Wat betreft de evaluatie van het Huis voor de Klokkenluiders die in het artikel wordt
aangehaald, heeft de Minister van BZK in voornoemde brief toegezegd de evaluatie te
versnellen. De evaluatie wordt op dit moment voorbereid en begin 2020 wordt gestart
met de evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders.
Een belangrijke ontwikkeling is daarnaast dat de Europese Richtlijn inzake de bescherming
van personen die inbreuken op het Unierecht melden eind vorig jaar in werking is getreden.8 De richtlijn stelt hoge eisen aan interne en externe meldkanalen en de opvolging
van meldingen over inbreuken op EU-recht. Met de implementatie van deze richtlijn
zal de bescherming van klokkenluiders in Nederland verder worden vergroot.
Geschenkenregister Tweede Kamer
In het artikel wordt aanbevolen de aanbevelingen van de Raad van Europa anti-corruptiegroep
GRECO omtrent het geschenkenregister op te volgen. Hierbij verwijs ik naar de maatregelen
welke door uw Kamer november jl. zijn genomen om dit integriteitsbeleid verder te
versterken. Het presidium van de Kamer heeft op 28 november jl. een Gedragscode ter
vaststelling voorgelegd aan de Kamer.9 De code bevat onder meer registratieverplichtingen van de Kamerleden over diverse
zaken, waaronder geschenken en voordelen. Verder is er een onafhankelijk adviseur
integriteit ingesteld, die de Kamerleden ondersteunt en adviseert bij de uitleg van
de integriteitsregels. De adviseur kan op verzoek vertrouwelijk schriftelijk advies
uitbrengen aan Kamerleden over de uitleg en toepassing van de integriteitsregels.
Met deze stappen wordt uitvoering gegeven aan de desbetreffende aanbeveling volgend
uit de vierde evaluatieronde van de GRECO. Een rapport van de GRECO inzake de stand
van zaken van de implementatie van deze aanbevelingen is op 30 januari 2020 aan uw
Kamer aangeboden.
Tegengaan witwassen en UBO-register
Tevens wordt er in het artikel gerefereerd aan het plan van aanpak witwassen en pleiten
de auteurs voor het openbaar maken van het UBO register. Het kabinet is van mening
dat witwassen een immens en complex probleem is en dat het dan ook van groot belang
is dat witwassen op een gezamenlijke en effectieve wijze wordt tegengaan. Mede naar
aanleiding van voorbeelden in Nederland en in Europa waar de aanpak van witwassen
in de bancaire sector duidelijk te kort schoot, hebben de Minister van Financiën en
ik op 30 juni 2019 het plan van aanpak witwassen aan uw Kamer gestuurd.10 Het plan is besproken met betrokken publieke en private partijen en zij scharen zich
allen achter dit plan. Gezamenlijk willen we dit plan tot een succes maken, met als
achterliggend doel om internationaal tot de koplopers op de aanpak van witwassen te
behoren. Op 14 januari 2020 is ook een voortgangsbrief aan uw Kamer gestuurd.11
In het plan van aanpak witwassen zijn diverse maatregelen om witwassen te voorkomen
en te bestrijden opgenomen. De maatregelen zijn ingedeeld in drie pijlers en nadrukkelijk
met elkaar verbonden. De drie pijlers zijn: 1) het verhogen van barrières; 2) het
vergroten van de effectiviteit poortwachtersfunctie en het toezicht; en 3) het versterken
van de opsporing en vervolging. Het oprichten van een openbaar UBO-register is één
van de maatregelen onder de eerste pijler.
Daarnaast zijn in het kader van de derde pijler bij Voorjaarsnota 2019 extra middelen,
onder meer voor het Openbaar Ministerie, toegekend ter versterking van de opsporing
en vervolging van witwassen, fraudebestrijding en ondermijning, oplopend tot een structureel
bedrag van € 29 miljoen vanaf 2021. Voorts is met mijn brief over het breed offensief
georganiseerde, ondermijnende criminaliteit voorzien in een verdere vergroting van
de slagkracht van de opsporing en vervolging. Daarin is onder meer de oprichting van
een multidisciplinair interventieteam (MIT) aangekondigd. In de najaarsnota is alvast
bekend gemaakt dat het kabinet hier incidenteel € 110 miljoen in investeert, zodat
in ieder geval het eerste deel van de versterking van de aanpak van de georganiseerde,
ondermijnende criminaliteit tot en met begin 2021 kan worden gerealiseerd. In het
voorjaar kom ik met een uitgewerkt plan en de bijbehorende dekking.
In de voortgangsbrief over het plan van aanpak zijn ten aanzien van de trustsector
nadere maatregelen aangekondigd om de integriteitsrisico’s in die sector beter te
beheersen. In het licht van bestrijding van corruptie is daarbij in het bijzonder
relevant dat het voor trustkantoren verboden wordt om dienstverlening te verstrekken
waarbij derde-hoogrisicolanden betrokken zijn. De wetgeving hiervoor is op dit moment
in voorbereiding.
Tot slot
In de afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet om de aanpak van het tegengaan
van corruptie te versterken, zowel in preventieve als in repressieve zin. Uw Kamer
zal, via de daartoe geëigende kanalen, worden geïnformeerd over de maatregelen die
worden getroffen om corruptie nog beter tegen te gaan. De aankomende evaluaties van
het Nederlandse corruptiebeleid door de VN en OESO in 2020 zullen verder uitwijzen
of en waar eventuele aanvullende inzet nodig is. Over deze evaluaties en de uitkomsten
daarvan zal uw Kamer na afloop van de evaluaties worden geïnformeerd.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid