Brief regering : Fiche: Europese Green Deal
35 377 EU-voorstel: Mededeling van de Commissie over de Europese Green Deal COM (2019) 640
Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 1 fiche dat werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Europese Green Deal
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Europese Green Deal
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad,
het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: de Europese
Green Deal
b) Datum ontvangst commissiedocument
december 2019
c) Nr. Commissiedocument
COM (2019) 640
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1576767787162&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Milieuraad1
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
2. Essentie voorstel
Op woensdag 11 december jl. publiceerde de Europese Commissie de mededeling «de Europese
Green Deal». Deze mededeling is een antwoord van de Commissie op de mondiale uitdagingen
op het gebied van klimaatverandering en de achteruitgang van natuur en biodiversiteit.
Met de Green Deal zet de Commissie in op een groeistrategie die de Europese Unie (EU)
moet transformeren in een klimaatneutrale, circulaire en grondstofefficiënte unie,
waarmee Europa concurrerend blijft. Ook moet de Green Deal de EU en haar burgers beschermen
tegen milieu-gerelateerde risico’s voor gezondheid en welzijn en het natuurlijk kapitaal van de Unie
beschermen, behouden en verbeteren. Dit alles op een eerlijke en inclusieve manier
met specifieke aandacht voor regio’s, industrieën en werknemers die het hardst worden
getroffen door de gevolgen van de transitie naar een duurzame economie. De Green Deal
pakt de mondiale klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aan, als uitwerking
van de 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling en de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s).
De Unie moet daarin wereldleider zijn, zonder daarbij veiligheid en de Europese concurrentiepositie
uit het oog te verliezen.
Kortom, een ambitieus plan dat de transitie richting een volledig duurzaam werkende Unie in alle sectoren zal ondersteunen en versnellen. In deze mededeling
kondigt de Commissie een veelomvattend programma van initiatieven en voorstellen aan
op uiteenlopende beleidsterreinen, die gezamenlijk moeten bijdragen aan emissiereductie,
het versterken van biodiversiteit en milieubescherming. Het is noodzakelijk dat deze
voorstellen in samenhang worden bezien als de routekaart voor de komende jaren richting
het realiseren van de Europese Green Deal.
Klimaat
De Green Deal is erop gericht Europa in 2050 het eerste klimaatneutrale continent
te maken, wat de Commissie wettelijk wilt vastleggen in een klimaatwet. Hiernaast
zal de Commissie via een Impact Assessment een voorstel doen voor het ophogen van het EU 2030 broeikasreductiedoel van 40% naar
50% tot 55%. Om (relevante) wetgeving in lijn te brengen met deze doelstellingen komt
de Commissie in juni 2021 met herzieningsvoorstellen. Voor ETS stelt de Commissie
een uitbreiding van het ETS-beleid naar scheepvaart voor, het afbouwen van de gratis
rechten voor luchtvaart en het onderzoeken van uitbreiding naar wegtransport en de
gebouwde omgeving. In 2021 zal een voorstel voor een Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) volgen, om geïmporteerde goederen te beprijzen voor hun CO2-uitstoot en weglekeffecten tegen te gaan. Om stakeholders te betrekken zal de Commissie
een Europees klimaatpact sluiten. Tot slot komt de Commissie met een ambitieuze adaptatiestrategie,
zodat investeringen daarin blijven plaatsvinden.
Energie
De Commissie komt met voorstellen om de CO2-uitstoot van het energiesysteem te verlagen via aanpassing van relevante energiewetgeving,
op basis van de definitieve Nationale Integrale Klimaat en Energieplannen (INEKs).
Bij de updates van de INEKs in 2023 dient hier mogelijk rekening mee te worden gehouden.
Verder zal de Commissie dit jaar een strategie voor het ontwikkelen van wind op zee
(specifiek voor regionale samenwerking tussen lidstaten) presenteren, alsook een strategie
voor slimme sectorintegratie (het samenvoegen van systemen van elektriciteit en moleculen).
Ook stelt de Commissie een herziening van de TEN-E verordening2 voor om grensoverschrijdende energiesamenwerking te bevorderen. Ten slotte zal de
Richtlijn energiebelastingen aangepast worden om milieukwesties voorop te stellen,
inclusief het voorstel om hiervoor op basis van gekwalificeerde meerderheid (QMV)
te besluiten.
Industrie en circulaire economie
In maart 2020 komt de Europese industriestrategie uit, die de groene transformatie
zal ondersteunen. Deze heeft onder andere tot doel de ontwikkeling van leidende markten
voor klimaatneutrale en circulaire producten te stimuleren en commerciële toepassingen
van baanbrekende technologieën te bespoedigen in prioritaire gebieden, zoals schone
waterstof en Carbon Capture (Utilization) and Storage (CC(U)S). De Commissie zet hierbij ook in op de toepassing van digitale technologieën
om de impact van milieu- en klimaatbeleid te optimaliseren. Om Europa volledig circulair
te maken in 2050, komt de Commissie in maart met een nieuw actieplan circulaire economie
(CE). Deze bevat o.a. duurzaam productbeleid voor grondstof-intensieve sectoren zoals
textiel. Alle plastic verpakkingen dienen voorts in 2030 op een economische rendabele
manier herbruikbaar te zijn en maatregelen moeten worden genomen tegen het vrijkomen
van microplastics, onnodige verpakkingen en afvalproductie. Ook denkt de Commissie aan het invoeren
van een elektronisch productenpaspoort.
Gebouwde omgeving
Naast hierboven genoemde maatregelen die de gebouwde omgeving zullen raken, stelt
de Commissie voor de renovatiegraad van gebouwen te verhogen. Tevens kondigt de Commissie
een initiatief aan met betrekking tot het aanpakken van financiële en regelgevende
belemmeringen voor renovatie in 2020. Dit zou o.a. via een platform bestaande uit
belanghebbenden, ondersteund door innovatieve financieringsregelingen dienen te gebeuren.
Ten derde kondigt de Commissie een herziening van de Verordening Bouwproducten3 aan.
Mobiliteit
De Commissie kondigt een strategie voor duurzame en slimme mobiliteit aan in 2020
omdat transport een kwart van de EU CO2-uitstoot veroorzaakt en dit nog steeds toeneemt. De Commissie wil toewerken naar
nul-emissiemobiliteit vanaf 2025, o.a. door het aanscherpen van emissienormen. Daarnaast
komt de Commissie met voorstellen voor het verplaatsen van goederenvervoer van de
weg naar duurzamere transportmodaliteiten, onder andere door het vergroten van de
capaciteit van spoor- en binnenlandse waterwegen en het stimuleren van Mobiltity as a Service (MaaS). Voorts wil de Commissie luchtvaartemissies terugdringen, bijvoorbeeld via
het Single European Sky-voorstel en verbeteren van de luchtkwaliteit bij vliegvelden. Daarnaast komt de Commissie
met een voorstel om de meest vervuilende schepen in te reguleren en het gebruik van
walstroom te verplichten. Tenslotte pleit de Commissie voor behoud van een hoge ambitie
bij de herziening van de Eurovignetrichtlijnen, de evaluatie van de richtlijn alternatieve
brandstoffen en de TEN-T verordening (Trans European Transport Network).
Van boer tot bord
De Commissie wil dat de Europese standaard voor veilig, voedzaam en hoge kwaliteit
voedsel verduurzaamt. Middels de Van boer tot bord-strategie focust de Commissie op klimaat, milieu, biodiversiteit, het terugdringen
van nutriëntenoverschotten en gezonde en duurzame voedingspatronen met een sleutelrol
voor Europese boeren en vissers. Dit zal deels gerealiseerd moeten worden door de
nationale strategische plannen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB). De Commissie zal deze GLB-plannen beoordelen op de mate waaraan deze voldoen
aan de Green Deal doelen. Er is oog voor verduurzaming, dierenwelzijn, en het belonen
van boeren die zich inzetten om leefomgevings- en klimaatresultaten te behalen. De
Commissie wil ook een gezonder en duurzamer dieet stimuleren en voedselverspilling
tegengaan. Ingevoerde levensmiddelen die niet aan de relevante milieunormen van de
EU voldoen, worden niet op de EU-markt toegelaten.
Ecosystemen en biodiversiteit
Voor het behouden en herstellen van ecosystemen en biodiversiteit op land en zee,
zet de Commissie in op een biodiversiteitsstrategie in 2020 met daarin de Europese
inzet voor de Conferentie van Partijen van het Biodiversiteitsverdrag in Kunming.
Hierna volgt een actieprogramma. Een focus ligt op het beter beschermen en herstellen
van ecosystemen en het Europees natuurlijk kapitaal, inclusief koolstofrijke ecosystemen.
Alle beleidsmaatregelen van de EU moeten bijdragen tot de instandhouding en het herstel
van Europa’s natuurlijk kapitaal. De Commissie overweegt het stimuleren van de toename
van het areaal beschermde gebieden op land en op zee in aansluiting op het Natura
2000-netwerk. Ook wordt er een centrale rol voor de duurzame «blauwe economie» bepleit
die de milieudruk op de landvoorraad van de EU moet verlichten en bij het aanpakken
van klimaatverandering. Hiernaast zet de Commissie in op een nieuwe bossenstrategie
om het bos kwalitatief en kwantitatief te verbeteren.
Zero Pollution Ambition
De Commissie heeft aangekondigd om in 2021 een actieplan te lanceren om de vervuiling
van lucht, water en bodem tot nul terug te brengen. Daarnaast wil de Commissie de
luchtkwaliteitsnormen beter aan laten sluiten bij de WHO-aanbevelingen, bepalingen
inzake monitoring, modellering en luchtkwaliteitsplannen aanscherpen en de maatregelen
ter bestrijding van de vervuiling door grote industriële installaties evalueren. Ten
slotte zal de Commissie een duurzaamheidsstrategie inzake chemische stoffen presenteren
en het regelgevingskader voor chemische stoffen aanpassen met aandacht voor risico’s
van hormoon verstorende stoffen, gevaarlijke stoffen in producten, gecombineerde effecten
van verschillende stoffen en zeer persistente stoffen.
European Green Deal Investment Plan (EGDIP)
De Commissie bundelt in de Green Deal meerdere bestaande en nieuwe activiteiten in
het kader van verduurzaming van financiering in het EGDIP (ook bekend onder de naam
Sustainable Europe Investment Plan, SEIP). Zo noemt de Commissie de al eerder in het
Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027 voorgestelde ambitie om 25% van de totale
begroting aan klimaatgerelateerde uitgaven te besteden. Ook kondigt de Commissie nieuwe
voorstellen op het gebied van duurzame financiering aan. Daarnaast gaat de Commissie
kijken naar green budgeting en de rol van nationale groene investeringen in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).
Op 14 januari heeft de Commissie een aparte mededeling over het SEIP gepubliceerd,
waarover de Kamer middels een apart BNC-fiche in meer detail zal worden geïnformeerd.
Het EGDIP bevat ook een voorstel voor het Just Transition Mechanism (JTM), t.b.v. regio’s die door afhankelijkheid van o.a. fossiele brandstoffen voor
een relatief grotere uitdaging staan in de klimaat- en energietransitie. Het JTM bestaat
o.a. uit een apart Just Transition Fund (JTF), waarvoor de Commissie op 14 januari ook met een voorstel is gekomen. Ook hier
zal de Kamer middels een apart BNC-fiche over het JTM worden geïnformeerd.
Los van het EGDIP wil de Commissie de SDG’s in het Europees Semester integreren.
Kennis, innovatie en onderwijs
De Commissie zet in op nieuwe technologieën, duurzame oplossingen en disruptieve innovatie.
Het Horizon Europe-programma heeft hierin een sleutelrol. Tenminste 35% van de begroting van Horizon Europe zal bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. Voor Horizon Europe zijn er vijf missiegebieden
vastgesteld waarvan er vier raken aan de Green Deal. De Commissie wijst verder op
haar initiatief om samen met de Europese Investeringsbank (EIB) en de koppeling met
structuurfondsen investeringen in schoolinfrastructuur te mobiliseren en op enkele
initiatieven om een proactieve omscholing en bijscholing te bevorderen.
Do no harm-principe
De Commissie zal alle EU-voorstellen toetsen volgens het do no harm-principe, om zo er voor te zorgen dat deze geen schade aanbrengen aan de principes
van de Green Deal. Om te garanderen dat dit wordt nageleefd, zal bij elk wetgevend
voorstel een specifieke sectie worden gewijd aan het do no harm-principe. Hiermee sluit de Commissie aan op bestaande acties in het kader van betere
regelgeving.
Mondiaal leiderschap
Door middel van het intensiveren van «groene diplomatie», in het bijzonder richting
de grote uitstoters van broeikasgassen, en het ondersteunen van de ambitieuze milieu
en klimaatdoelen uit de Green Deal met handels- en ontwikkelingsbeleid, wil de Commissie
ervoor zorgen dat de mondiale doelen worden gehaald. De Commissie zal voorstellen
om de Overeenkomst van Parijs als essentieel element op te nemen in alle brede handelsakkoorden
van de EU.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet heeft in zijn regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) al veel plannen opgenomen die raken aan de uiteenlopende terreinen van de Green
Deal, zoals het realiseren van 55% CO2-reductie in Europa, de inzet voor een volledig circulaire economie per 2050 (Rijksbrede
programma Circulaire Economie), de halvering van gezondheidsschade door luchtkwaliteit
per 2030 (in lijn met het Schone Lucht Akkoord), [], de ingezette transitie naar kringlooplandbouw
en het versterken van biodiversiteit. Daarnaast onderschrijft het Klimaatakkoord het
belang van het maken van een eerlijke verdeling tussen huishoudens en bedrijven, alsook
de focus op kosteneffectiviteit, haalbaarheid en betaalbaarheid en de toekomstbestendigheid
van de beleidsmaatregelen. Het kabinet is voorstander van een kosteneffectieve aanpak
van de transitie naar een klimaat neutrale en duurzame Europese Unie.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet steunt de brede en ambitieuze aanpak van de Green Deal. Nederland steunt
de hoge ambities van de Commissie, maar acht het wel belangrijk dat het in proportionele,
uitvoerbare en kosteneffectieve wetgeving en beleidsmaatregelen wordt omgezet, aangezien
het impact op het beleid van alle overheidsniveaus zal hebben. Het kabinet ziet de
omschakeling naar een duurzame groei van de economie om het concurrentievermogen van
de EU te versterken als kans. Het is belangrijk dat Nederland deze uitdagingen niet
alleen aangaat, maar samen met andere lidstaten van de EU. Door samen te werken kan
Nederland voor verandering zorgen op deze grote uitdagingen – ook op het wereldtoneel.
De Green Deal beoogt daarbij voor een gelijker speelveld in de EU te zorgen. Het kabinet
kijkt daarom uit naar de omzetting van de ambitie in specifieke beleidsmaatregelen
van de Commissie de komende maanden. Daarnaast moet bij de uitwerking zorgvuldig gekeken
worden naar de brede maatschappelijke gevolgen. Bij de brede en ambitieuze aanpak
is het van belang steeds zorgvuldig het draagvlak van burgers, overheden en marktpartijen
in acht te nemen zodat de uitwerking gepaard gaat met stabiel maatschappelijk draagvlak.
Het kabinet verwacht daarom tevens dat de Europese Commissie de toekomstige voorstellen
uit deze Green Deal zal voorzien van goed onderbouwde impact assessments.
Hieronder volgt een eerste omschrijving van de Nederlandse positie per beleidsterrein.
Uw Kamer zal nader worden geïnformeerd zodra de Commissie met uitgewerkte voorstellen
komt.
Klimaat
Het kabinet is positief over de Europese Klimaatwet en ziet graag dat naast het 2050-doel
ook het 2030-doel wordt opgenomen. Het kabinet pleit voor een tijdige Impact Assessment dat inzichtelijk zal moeten maken wat de gevolgen zullen zijn van het ophogen van
het 2030-reductiedoel. Het kabinet steunt een ophoging naar 55% en wil idealiter voorafgaand
aan COP26 in Glasgow eind 2020 overeenstemming bereiken zodat de EU een ambitieuzer
Nationally Determined Contribution (NDC) kan indienen bij de VN. Om een kosteneffectieve aanpak van de transitie centraal
te stellen is Nederland voorstander van het sturen op centrale hoofddoelen, zoals
CO2-reductie in de klimaat- en energietransitie. Subdoelen die worden vastgesteld om
het hoofddoel te bereiken kunnen belangrijk zijn, maar moeten niet in de weg staan
van een kosteneffectieve benadering, waarbij zoveel mogelijk gestuurd wordt op één
centraal hoofddoel. Nederland is dan ook voor ophoging naar 55% en zal in de uitwerking
daarvan nadruk leggen op kosteneffectiviteit en voldoende maatschappelijk draagvlak.
Het kabinet ziet de voorstellen voor herziening van Europese instrumenten als logisch
gevolg van de ophoging van de Europese doelen. Hierbij zal het kabinet letten op onderlinge
samenhang en uitvoerbaarheid. Het kabinet staat positief ten opzichte van aanscherping
van het ETS voor luchtvaart. Deze versnelde afbouw van gratis rechten voor de luchtvaart
ziet het kabinet het liefst als onderdeel van de algehele evaluatie van ETS-luchtvaart, mede in relatie tot de implementatie van CORSIA (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation). Het kabinet steunt de Commissie in het onderzoeken van verschillende maatregelen,
waaronder uitbreiding van EU-ETS naar scheepvaart, om te komen tot reductie van emissies
in de sector. Daarbij is er oog voor het mondiale gelijke speelveld, weglekeffecten
en de concurrentiekracht van de Europese maritieme sector. Het kabinet is terughoudend
over uitbreiding van het ETS naar gebouwde omgeving en wegtransport, omdat het waarschijnlijk
niet leidt tot de benodigde innovatie, o.a. door een te lage prijselasticiteit in
die sectoren.
Gezien het belang van een mondiaal gelijk speelveld staat het kabinet positief nieuwsgierig
tegenover het aangekondigde voorstel voor een koolstofheffing aan de buitengrens (Carbon Border Adjustment Mechanism). Het kabinet is daarbij voorstander van een stapsgewijze aanpak, waarbij grondig
onderzoek naar WTO-conformiteit, een systeem voor koolstofboekhouding, administratieve
lasten en uitvoerbaarheid van belang is, evenals de inachtneming van de geopolitieke
context.
Het kabinet is benieuwd hoe de Commissie het klimaatpact vorm zal geven, is positief
over het betrekken van de samenleving en ziet gelijkenissen met het nationale Klimaatakkoord.
Ten slotte verwelkomt het kabinet de aankondiging van een ambitieuze EU-klimaatadaptatiestrategie.
Hierbij zet het kabinet in op het mainstreamen van klimaatadaptatie in relevant EU-beleid, zoals door dit te verbinden met biodiversiteit,
energietransitie en het duurzame financieringsbeleid.
Energie
Het kabinet kijkt uit naar de specifieke beleidsmaatregelen van de Commissie op het
gebied van energie. Het kabinet zet zich in om ook op Europees niveau een ambitieuze
en tegelijkertijd kosteneffectieve energietransitie te realiseren, in lijn met het
uitgangspunt van sturen op CO2-reductie en de systematiek van het nationale Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 342). Het kabinet verwelkomt de aangekondigde strategieën voor het ontwikkelen van wind
op zee en voor slimme sectorintegratie. Daarnaast steunt het kabinet de komst van
een concreet wetsvoorstel voor een nieuw toekomstgericht ontwerp voor een concurrerende
gasmarkt voor een schonere vorm van gas en hernieuwbare gassen. Hierbij is het van
belang dat schone waterstof expliciet wordt benoemd en gestimuleerd. Het kabinet ondersteunt
ook het voornemen om de TEN-E verordening aan te passen om de uitrol van grensoverschrijdende
en regionale infrastructuur op het gebied van hernieuwbare energie, schone waterstof
en de afvang en opslag van CO2 te bevorderen. Het kabinet is positief over aanpassing van de richtlijn energiebelastingen
om deze in lijn te brengen met milieuafwegingen, en om de minimumtarieven in de EU
te verhogen. Wat betreft het voornemen van de Commissie om voor besluitvorming rondom
het aangekondigde voorstel tot aanpassing van de Richtlijn energiebelastingen over
te gaan naar gekwalificeerde meerderheid4, hecht het kabinet aan de uitgangspunten zoals die zijn benoemd in de fiches over
besluitvorming in de fiscaliteit en besluitvorming bij energie- en klimaatbeleid5. In dat licht zal het kabinet het voorstel van de Commissie bekijken, waarbij mede
aan de hand van de inhoud en reikwijdte van het specifieke voorstel een standpunt
zal worden bezien. Voor het kabinet is bij het realiseren van de Europese klimaatdoelstellingen
een gelijk speelveld van belang en de interactie met instrumenten zoals het ETS.
Industrie en circulaire economie
Het kabinet verwelkomt de ambitie op het gebied van industrie en circulaire economie
en ziet uit naar de verdere uitwerking hiervan. De industriestrategie en het actieplan
voor circulaire economie kan economische kansen bieden, mede door het first-mover voordeel en lange termijn zekerheid voor benodigde investeringen. Innovatie en de
ontwikkeling van alle relevante emissie-reducerende technologieën, zoals biochemie,
CC(U)S, (chemische) recycling, elektrificatie en waterstof, zijn hiervoor van essentieel
belang. Ter ondersteuning van deze technologieën is aanpassing van infrastructuur,
staatssteunregels en het verduidelijken van de mededingingsregels rondom duurzaamheidsinitiatieven
benodigd. Bovendien is erkenning van negatieve en scope twee/drie-emissies in (nationale)
accounting- en monitoringssystemen onmisbaar omdat juist bij de inzet van hernieuwbare
grondstoffen en materialen de CO2-reductie op verschillende plekken in de keten plaatsvindt. Het kabinet acht het daarnaast
van belang dat de Europese industriestrategie aansluit bij het actieplan voor CE en
andere beleidsterreinen van de Green Deal, zoals het ETS, CBAM en het EGDIP. Verder sluit het actieplan goed aan bij de wens van het kabinet om circulaire principes
beter te integreren in het economische systeem en afval te voorkomen, en draagt het
bij aan een de voorzieningszekerheid van grondstoffen in de EU. Het kabinet steunt
de focus op een ambitieus productbeleid en efficiënt grondstoffengebruik, al had het
versterken van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid meer naar voren mogen komen.
Daarnaast steunt het kabinet de aandacht voor de ecologische en sociale voetafdruk
van grondstofwinning aan het begin van de productieketen buiten de EU. Daarnaast zal
het kabinet specifiek aandacht vragen voor het vaststellen van een duidelijke afvaldefinitie,
en voor infrastructuurbouw als prioritaire sector. Ten slotte verwelkomt het kabinet
de inzet van de Commissie op microplastics, wat in samenhang met de Zero Pollution Ambition opgepakt moet worden.
Gebouwde omgeving
Het kabinet is voor het verhogen van de renovatiegraad in de gebouwde omgeving, o.a.
door de inzet van fondsen en onderzoek. Het kabinet vindt het positief dat de verordening
bouwproducten wordt herzien, zeker in het licht van de behoeften van een circulaire
economie, digitalisering en klimaatbestendigheid van de gebouwde omgeving. Verder
steunt het kabinet een ambitieus productbeleid voor circulaire economie in de bouw.
Het kabinet zal aandacht vragen voor de impact van de transitie op de fysieke leefomgeving:
steden en landschappen zullen er door de transitie anders uit gaan zien. Dit vraagt
om zorgvuldige afwegingen die rekening houden met de lokale kwaliteit van de leefomgeving.
Daarbij raakt veel van de Green Deal aan een duurzame stedelijke ontwikkeling, en
acht het kabinet het wenselijk dat de Europese Agenda Stad een rol speelt bij het
totstandbrengen van onderdelen van de Green Deal.
Mobiliteit
Het kabinet ziet uit naar de aangekondigde integrale strategie voor duurzame en slimme
mobiliteit, welke in samenhang moet zijn met de lopende onderhandelingen van het eerste
Mobiliteitspakket. Het is van belang dat deze strategie zich richt op de transitie
naar nul emissie mobiliteit voor wegvervoer, aansluit bij de energietransitie, de
gebruiker centraal zet, aandacht geeft aan gezonde alternatieven als de fiets en maatregelen
bevat die opgeschaald kunnen worden binnen en buiten de EU. Het kabinet steunt de
inzet om meer in te zetten op trein- en binnenvaartvervoer en multimodaal goederenvervoer
in de keten. Het kabinet ziet kansen in de combinatie van digitalisering van mobiliteit
in relatie tot duurzaamheid, bijvoorbeeld via Mobility as a Service (MaaS). Dit vereist wel aandacht voor standaardisatie van data-uitwisseling tussen
partijen. Wel vindt het kabinet het teleurstellend dat personenvervoer per spoor (mede
als alternatief voor luchtvaart) en een visie op de verduurzaming van de logistiek
ontbreekt, en zal ze daarvoor aandacht vragen van de Commissie. Aandacht voor het
Single European Sky-voorstel en het verbeteren van de luchtkwaliteit van luchthavens, bijvoorbeeld door
elektrificeren van grondoperaties, wordt verwelkomd. Wel ontbreekt aandacht voor disruptieve
innovatie, zoals elektrisch vliegen, wat door het kabinet als een gemis wordt gezien.
Het kabinet is voorstander van het in Europees verband beprijzen van de luchtvaart.
Zo heeft Nederland in november 2019 samen met 8 andere EU-lidstaten de nieuwe Europese
Commissie opgeroepen om met een voorstel te komen voor het beprijzen van de luchtvaart.
Ten aanzien van het plan om de meest vervuilende schepen te reguleren ziet het kabinet
uit naar de verdere uitwerking. Het kabinet is in dit kader voorstander van het stimuleren
van schone schepen. Inmiddels is duidelijk dat onderhandelingen inzake het voorliggende
voorstel tot wijziging van de Eurovignetrichtlijn worden voortgezet. Dit lijkt gezien
omstandigheden de logische optie. Verder vindt het kabinet het een goede zaak dat
de Commissie de CO2-emissies van voertuigen sneller wil verlagen met als doel vanaf 2025 de weg in te
slaan naar emissievrije mobiliteit. Dit is in lijn met het kabinetsbeleid om vanaf
2030 enkel nul-emissievoertuigen te verkopen.
Van boer tot bord-strategie
Het kabinet ziet veel raakvlakken met de visie kringlooplandbouw en is positief over
de integrale aanpak en de focus op biodiversiteit, klimaat en gezondheid. De strategie
aangekondigd in deze mededeling door de Commissie is nog algemeen, het kabinet ziet
uit naar de concretisering in de voorstellen voor specifieke maatregelen, rond onder
andere reststromen, dierenwelzijn en gewasbescherming. Het kabinet onderschrijft het
belang dat de Commissie toekent aan versterking van de economische positie van boeren
in de keten. Het kabinet wil onder andere het toekomstig GLB inzetten voor een landbouwsysteem
dat bijdraagt aan het tegengaan van en aanpassen aan klimaatverandering, dat de transitie
naar kringlooplandbouw ondersteunt, dat in evenwicht komt met natuur en milieu en
de biodiversiteit versterkt. De Green Deal-voorstellen sluiten hier goed bij aan.
Verder onderschrijft het kabinet het streven naar een gezonder voedselaanbod en naar
meer consumenteninformatie over de herkomst, de voedingswaarden en de ecologische
voetafdruk van voedsel.
Ecosystemen en biodiversiteit
Het kabinet is gematigd positief over de biodiversiteitsstrategie zoals aangekondigd
in deze mededeling en zou graag meer nadruk zien op natuur-inclusiviteit; het integreren
van natuurwaarden in economische activiteiten en andere sectoren van publiek belang
zoals infrastructuur, duurzame stedelijke ontwikkeling en energie. Aandacht moet besteed
worden aan het wegnemen van belemmeringen in regelgeving bij het creëren van nieuwe
natuur. Het kabinet benadrukt, in navolging van de motie Jetten/de Groot, dat grote
ambitie nodig is voor het nieuwe strategisch plan van het VN-Biodiversiteitsverdrag.
De ambitie moet met name gericht zijn op het verkleinen van de Europese voetafdruk
en het versterken van het rapportage- en verantwoordingsmechanisme van het verdrag.
Het kabinet ziet het verder vergroten van het areaal beschermd gebied op land, na
realisatie van het Natuurnetwerk Nederland, niet als de meest effectieve oplossing
voor het behoud en versterken van de biodiversiteit in Nederland. Verder is het kabinet
positief aangaande de bossenstrategie en de maatregelen voor ontbossingsvrije ketens.
Bij dit laatste dienen mensenrechten, milieu en klimaat in samenhang te worden geadresseerd.
Wel is van belang dat lidstaten vrijheid behouden voor aanvullend nationaal beleid
en de biodiversiteitsstrategie niet automatisch leidt tot verplichte nationale uitgaven.
Het kabinet is ook positief dat de Commissie de belangrijke rol van oceanen in mitigatie
en adaptatie van klimaatverandering alsook het groeiende belang van de blauwe economie
erkent. Dit mag echter niet leiden tot een verslechtering van het ecosysteem en biodiversiteit,
en moet de gestelde mariene milieukaders respecteren. Het kabinet ziet dan ook uit
naar de voorstellen van de Commissie m.b.t. het verbeteren van de staat van zeeën
en oceanen.
Zero Pollution Ambition
Voor zowel de chemische duurzaamheidsstrategie als het actieplan voor water, lucht
en bodem is het kabinet in het algemeen positief gestemd. Het kabinet is voorstander
van een aanpak van emissies (i.e. bronbeleid) naar water, lucht, en bodem. Tevens
is het Kabinet verheugd met de ambities van de Commissie om te streven de limietwaarden
van uitstoot meer in lijn te brengen met de WHO-advieswaarden, waarbij er meer aandacht
moet komen voor de effecten van luchtkwaliteit op gezondheid. Hierbij kan de informatie
over stoffen verkregen onder bijvoorbeeld REACH6 en de Classification, Labelling and Packaging-verordening7 (CLP) worden gebruikt bij de prioritering ten behoeve van het reduceren van emissies.
Ten aanzien van de duurzame chemicaliënstrategie vindt het kabinet het belangrijk
dat alle wensen van de eerder geplande Strategy for a Non-Toxic Environment (aangekondigd in het 7e Milieu Actie Programma, MAP) worden afgedekt, zoals t.a.v. hormoon verstorende stoffen,
combinatie-effecten, nano-materialen en een samenhangende benadering om blootstelling
aan zorgstoffen te verminderen. Het kabinet vindt daarnaast de safe-by-design benadering
belangrijk en is dan ook positief over de aandacht van de Commissie voor innovatie.
Kennis, innovatie en onderwijs
Nederland is positief over de manier waarop onderzoek en innovatie een plek hebben
gekregen in de mededeling. De onderzoek en innovatiemissies uit Horizon Europe kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de doelstellingen van de Green Deal.
Nederland zal er op toezien dat de bijdragen van Horizon Europe aan de Green Deal conform de kaders van de verordening en het Specifiek Programma
worden uitgevoerd8. Aanpassingen in het onderwijs zijn essentieel om in te spelen op de duurzaamheidstransitie
maar deze zijn allereerst een verantwoordelijkheid van de lidstaten. Nederland ondersteunt
in beginsel initiatieven die op EU-niveau bijdragen aan uitwisseling van goede onderwijspraktijken
en staat neutraal tegenover het initiatief van de Commissie tot versterkte samenwerking
met de EIB gericht op het mobiliseren van investeringen om schoolgebouwen duurzamer
te maken, waarvan in de Nederlandse context minder gebruik zal worden gemaakt dan
in andere lidstaten.
European Green Deal Investment Plan
De Kamer wordt via aparte BNC-fiches geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien
van het EGDIP en het JTM.
Ten aanzien van de integratie van de SDG’s in het Semester vindt het kabinet het van
belang dat de focus van het Semester als coördinatie-instrument voor economisch en
arbeidsmarktbeleid behouden blijft. Integratie van de SDG’s in de land-specifieke
aanbevelingen zelf heeft niet de voorkeur van het kabinet. Voor nadere positiebepaling
verwijs ik u graag naar de recent gestuurde kamerbrief9.
De Commissie geeft aan dat er aanzienlijke investeringen nodig zijn om de doelstellingen
van de Green Deal te bereiken. Hiervoor moet op alle overheidsniveaus worden geïnvesteerd.
Europese investeringen, zoals die via de regionale investeringsfondsen, kunnen de
inspanningen op nationaal en decentraal niveau ondersteunen en versterken als zij
op elkaar zijn afgestemd.
«Do no harm»-principe
Het kabinet steunt het dwarsdoorsnijdend invoeren van het do no harm controlemechanisme, waarmee wordt geborgd dat al het Europees beleid niet schadelijk
is voor een duurzame toekomst. In dit kader is het van belang om in het bijzonder
naar klimaat, milieu en mensenrechten te kijken. Het kabinet zal de Commissie om verduidelijking
vragen hoe dit principe in de praktijk zal worden uitgewerkt.
Mondiaal leiderschap
De door de Commissieaangekondigde «groene diplomatie» en ondersteuning van de milieu
en klimaatdoelen met het handels- en ontwikkelingsbeleid is in lijn met de Nederlandse
inzet en kan op steun van het kabinet rekenen. Focus ligt daarbij, wat het kabinet
betreft, op mitigatiemaatregelen door de grootste uitstoters (de G20) en op adaptatiemaatregelen
in de meest kwetsbare ontwikkelingslanden. In deze context steunt het kabinet het
specifieke voorstel van de Commissie om binnen het Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument een percentage van het budget te besteden aan klimaatactie, maar zou dit graag hoger
dan de voorgestelde 25% zien. Ook steunt Nederland de aangekondigde diplomatieke inzet
op het gebied van klimaat, milieu en energie (Green Deal Diplomacy). Nederland zal
de Commissie en EDEO10 in dit kader onder andere oproepen om de onderdelen van de Green Deal een regulier
onderdeel te maken van reguliere politieke dialogen die de EU met derde landen en
regio’s voert. Het kabinet steunt het streven van de Commissie naar effectieve implementatie
van afspraken over handel en duurzame ontwikkeling, inclusief dit jaar te maken aanpassingen
van het biodiversiteitsverdrag. Tevens steunt het kabinet het streven om de Overeenkomst
van Parijs op te nemen als essentieel element in brede handelsakkoorden en ziet voorstellen
met de nadere uitwerking graag tegemoet.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De Green Deal is overwegend positief ontvangen door lidstaten. Daags na de publicatie
stemde de Europese Raad in met het doel van een klimaatneutrale Unie in 2050 (waarbij
één lidstaat extra tijd krijgt om zich aan dit doel te committeren). Daarmee maakte
de Green Deal een goede start. Er lijkt brede steun te zijn voor het opnemen van het
2050-doel in een klimaatwet. Tevens lijkt er steun te zijn voor de integrale aanpak
van de Green Deal. De notie dat relevante wetgeving aangepast dient te worden om de
hogere ambitie te bereiken wordt breed erkend, hoewel de precieze invulling van het
aanpassen van alle onderhavige wetgeving nog een serieuze onderhandeling wordt met
een verdeeld krachtenveld, onder andere bij de ophoging van het 2030-doel. Een ophoging
van het 2030-doel naar 55% emissiereductie kan nog niet op brede steun rekenen. Er
is een groep lidstaten dat tegen elke ophoging is en een groep lidstaten dat specifiek
een ophoging naar 55% niet kan steunen maar een middenweg wenst te vinden. Nederland zet zich middels de kopgroep van 9 lidstaten voor ophoging
naar 55% in en heeft namens deze kopgroep eind vorig jaar een brief naar de Commissie
gestuurd. Verschillende lidstaten hebben de Commissie gevraagd om in de aangekondigde
Impact Assessment niet alleen in te gaan op de implicaties van een ophoging op EU-niveau,
maar ook inzichtelijk te maken wat een ophoging betekent voor individuele lidstaten.
Voor de andere doelen van de Green Deal zoals biodiversiteit en de circulaire economie
is het krachtenveld minder scherp zichtbaar maar overwegend positief.
Er blijven vragen over de sociaaleconomische gevolgen van de transitie en hoe dit
wordt opgevangen met financiering, onder meer middels het aangekondigde Just Transition
Mechanism (JTM). Naar verwachting zullen naast de (voormalige) weerstandslanden ook
andere lidstaten hier aanspraak op willen maken en de wens hebben voor een brede scope.
Deze discussie dient te worden bezien in samenhang met (Nederlandse positie in) de
MFK-onderhandelingen.
Ook het Europees Parlement heeft de plannen van de Commissie grotendeels positief
ontvangen, wat ook blijkt uit de appreciatie die het Europees Parlement begin januari
publiceerde.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten opzichte van de bevoegdheid voor de mededeling is positief. De
mededeling heeft betrekking op meerdere beleidsterreinen van de Unie, met name op
die van milieu, interne markt en energie. Op die terreinen heeft de EU een gedeelde
bevoegdheid met de EU-lidstaten (zie artikel 4, lid 2, a, e, i, VWEU).
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit voor de mededeling is positief.
Het grensoverschrijdende karakter van de verschillende onderdelen van de Green Deal
rechtvaardigt optreden op EU-niveau. Het behalen van de EU-brede doelstellingen zoals
afgesproken in de Overeenkomst van Parijs, de realisatie van de SDG’s en het Biodiversiteitsverdrag
lukken niet indien enkel op nationaal niveau maatregelen worden genomen en rechtvaardigt
optreden op EU-niveau.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De mededeling biedt
oplossingen voor het tegengaan van klimaatverandering, inclusief de gevolgen daarvan,
en achteruitgang van biodiversiteit en verbetering van milieukwaliteit. Het kabinet
is van mening dat de aangekondigde maatregelen, zoals uitgedragen in de Green Deal,
vooralsnog geschikt lijken te zijn om dit doel te bereiken. Daarbij dienen lidstaten
voldoende nationale flexibiliteit te houden om, gegeven de specifieke omstandigheden
per land en per regio, de ambities van de Green Deal op een efficiënte manier te behalen.
a) Financiële gevolgen
Indien er gevolgen zijn voor de EU-begroting is Nederland van mening dat de benodigde
EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting. De kabinetsinzet voor het volgende MFK is leidend voor een integrale
afweging van middelen voor de periode na 2020; Nederland wil niet vooruitlopen op
de besluitvorming over het volgende MFK.
De financiële gevolgen voor de Rijksbegroting en het nationale inkomstenkader moeten
per voorstel worden bezien. Er zal hierbij ook gekeken moeten worden naar de financiële
gevolgen voor provincies en gemeenten. De Green Deal brengt potentieel nieuwe doelstellingen
en het ophogen van bestaande doelstellingen op het terrein van klimaat, milieu en
biodiversiteit met zich mee. Dit kan positieve effecten hebben op de Nederlandse concurrentiepositie
in Europa, maar zal ook van Nederland een extra inspanning vergen en kan dus ook budgettaire
gevolgen hebben voor het inkomsten-en uitgavenkader. In lijn met de uitgangspunten
voor het nationale Klimaatakkoord is de inzet bij het beoordelen van de voorstellen
van de Commissie dat de meest kosteneffectieve en toekomstbestendige maatregelen worden
genomen, zodat de transitie betaalbaar blijft.
Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e)
departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.
b) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
De Green deal lijkt op hoofdlijnen goed aan te sluiten bij staand beleid. Bij de uitwerking
van de voorgestelde maatregelen zal Nederland zich uiteraard inzetten om bij de invulling
daarvan de gevolgen voor de regeldruk zo minimaal mogelijk te houden en daarbij nadrukkelijk
ook oog te hebben voor de gevolgen voor decentrale overheden. Toekomstige voorstellen
die zullen voortvloeien uit deze mededeling zullen door Nederland afzonderlijk worden
beoordeeld op het punt van regeldruk en administratieve lasten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken