Brief regering : Beleidsreactie op het onderzoeksrapport "Hoe veilig gedragen wij ons online?"
28 684 Naar een veiliger samenleving
33 552
Slachtofferbeleid
Nr. 593
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2020
Met deze brief bied ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, het
onderzoeksrapport «Hoe veilig gedragen wij ons online?»1 aan. Ik heb uw Kamer in juni 2019, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming
en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bericht over de integrale
aanpak van cybercrime.2 In het kader van deze aanpak worden meerdere wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd
om de kennis over cybercrime te vergroten. Op 28 november jl. heeft de Minister voor
Rechtsbescherming, mede namens mij, het onderzoek naar slachtofferschap van online
criminaliteit aangeboden.3
Onderzoeksbevindingen
We maken steeds meer gebruik van de mogelijkheden die het internet te bieden heeft.
Het offline leven raakt steeds meer verweven met het online leven. Burgers ondervinden
hierbij ook nadelen van het internet, bijvoorbeeld doordat ze slachtoffer worden van
criminaliteit. Het doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen hoe veilig Nederlanders
zich online gedragen en dit te verklaren aan de hand van uit de literatuur naar voren
gekomen factoren. Het onderzoek heeft onder meer de volgende bevindingen opgeleverd:
– Onveilig gedrag online blijkt nog steeds veel voor te komen. Zo gebruikt bijna 90
procent van de respondenten een zwak wachtwoord, downloadt 40 procent onveilige software,
en deelt ongeveer 30 procent van de respondenten persoonlijke gegevens, zoals hun
volledige naam, geboortedatum en emailadres. Als respondenten phishing-mails krijgen voorgelegd blijkt ruim 20 procent daar onveilig mee om te gaan. Ze
klikken naar eigen zeggen op de link of kopiëren het webadres naar de browser.
– Online onveilig gedrag komt sterker naar voren tijdens objectieve metingen van gedrag.
Tussen het zelfgerapporteerd gedrag en het objectief gemeten gedrag bestaan grote
verschillen. Het blijkt dat mensen zich onveiliger gedragen dan ze rapporteren.
– Onderzocht is of verschillende vormen van onveilig online gedrag met elkaar samenhangen.
Zo is bijvoorbeeld onderzocht of mensen die een sterk wachtwoord kiezen zich ook op
andere manieren veilig gedragen, zoals bij het delen van persoonlijke gegevens. Dergelijke
samenhang tussen cybergedragingen is slechts zeer beperkt uit het onderzoek gebleken.
Kabinetsreactie
De integrale aanpak van cybercrime bestaat uit vier sporen, waarvan wetenschappelijk
onderzoek er één is. Sinds de start van de integrale aanpak zijn in dat kader enkele
wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd. Daarnaast voeren andere kennisinstellingen
onderzoek uit naar gerelateerde onderwerpen. In de brief van de Minister voor Rechtsbescherming
van 28 november jl. is gemeld dat het rapport over het onderzoek naar online slachtofferschap
in samenhang met andere onderzoeksresultaten wordt bezien en op basis daarvan conclusies
worden getrokken voor de aanpak van cybercrime. Dat geldt ook voor het voorliggende
onderzoek naar veilig online gedrag. In het voorjaar van 2020 wordt u hier nader over
geïnformeerd.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid