Brief regering : Stand van zaken beoordeling aanvraag Stint
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 789 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2019
Op 12 september jl. is uw Kamer geïnformeerd over het besluit om de aanvragen tot
aanwijzing van de aangeboden versies van de Stint als bijzondere bromfiets, niet te
honoreren.1 Op 10 oktober jl. zijn nieuwe aanvragen ontvangen tot aanwijzing van twee versies
van een aangepaste Stint als bijzondere bromfiets.
De beoordeling van deze aanvragen loopt nog. Over de uitkomst daarvan kan ik u nu
dus nog niet informeren. Tijdens het debat met uw Kamer op 30 oktober jl. is toegezegd
dat informatie waarvan maar enigszins wordt geoordeeld dat het relevant kan zijn,
aan uw Kamer zou worden toegestuurd.2 Daarom hecht ik er aan uw Kamer te informeren dat inmiddels een aanvullend advies
van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) is ontvangen.
Dit advies bevat aandachtspunten voor het door de aanvrager ingediende rapport over
het gebruik van het voertuig in het verkeer.
Op basis van de Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfietsen (hierna «de Beleidsregel»)
moet de aanvrager met een rapport aantonen hoe aandacht is besteed aan het gebruik
van het voertuig in het verkeer. Het rapport moet worden opgesteld op basis van rijproeven
door een deskundige en onafhankelijke instantie. Conform mijn toezegging in de brief
van 16 oktober jl. aan uw Kamer3 is de SWOV gevraagd om een aanvullend advies. De SWOV heeft gekeken naar dit rapport
en de methode die is toegepast om het veilig gebruik te beoordelen conform de richtsnoeren
in de Beleidsregel. De SWOV komt tot de volgende bevindingen: Op basis van het rapport en videomateriaal kan geen betrouwbare conclusie worden getrokken
ten aanzien van de stabiliteit van de Stint bij de in de Beleidsregel voorgeschreven
manoeuvres. Belangrijkste oorzaak hiervoor is dat belangrijke uitkomstmaten zoals
«veiligheid» en «aangepaste snelheid» niet zijn geoperationaliseerd en gespecificeerd.
Het vastleggen van de rijproeven op video is wel informatief en draagt bij aan het
begrip van de uitgevoerde rijproeven en de omgeving waarin deze zijn uitgevoerd. Bij
de beantwoording van de vragen die zijn gesteld over de interactie tussen de bestuurder,
de Stint en het overige verkeer ontbreken argumenten en een gedegen onderbouwing.
Overigens is SWOV van mening dat pas na de ontwikkeling en definitieve vaststelling
van de vereiste onderdelen van een risicobeoordeling een betrouwbaar advies kan worden
uitgebracht over de veiligheid van een voertuig.
Dit advies van de SWOV is gedeeld met de aanvrager met het verzoek om een nieuw rapport
op te stellen en daarbij rekening te houden met de bevindingen van de SWOV. Omdat
dit advies van de SWOV en het betreffende rapport onderdeel zijn van de lopende aanvraagprocedure,
worden deze nu niet openbaar gemaakt. Op het moment dat een besluit is genomen over
deze aanvragen, wordt uw Kamer hierover nader geïnformeerd. Datzelfde geldt voor de
inhoud van de definitieve adviezen van zowel de SWOV als de RDW.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat