Brief regering : Voorstellen samen trap-op, samen trap-af systematiek
35 300 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2020
Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2019
Tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(Handelingen II 2019/20, nr. 16, item 18) heb ik u toegezegd om samen met de Verenging van Nederlandse Gemeenten te onderzoeken
welke aanpassingen aan de trap-op, trap-af systematiek kunnen worden gedaan om de
schommelingen in het gemeentefonds te voorkomen of te dempen.
Het kabinet is zich ervan bewust dat gemeenten hard werken aan de waarborging van
de kwaliteit van het lokaal bestuur en dat daarbij de beheersing van kosten een grote
rol speelt. Gemeenten hebben er in een korte tijd een groot aantal verantwoordelijkheden
bij gekregen. Erkenning is er daarom voor de grote voortvarendheid waarmee de gemeenten
deze nieuwe taken zowel vanuit financieel als vanuit inhoudelijk oogpunt hebben opgepakt.
Het kabinet ziet dat het bij veel gemeenten op verschillende manieren knelt en is
actief in gesprek met gemeenten om te bezien hoe deze problematiek kan worden opgelost.
Het kabinet vindt het belangrijk dat gemeenten goed uitgerust zijn om hun taken uit
te voeren en spant zich daarom graag in om deze problematiek te beperken. In deze
brief wil het kabinet specifiek reageren op de schommelingen in het accres, ofwel
de indexering van de Rijksbijdrage aan het gemeentefonds.
Aanleiding
Voor de gemeenten is het vertrekpunt voor de collegeakkoorden de accresraming uit
de Startnota van het kabinet Rutte-III. De accresramingen in opeenvolgende gemeentefondscirculaires
lieten tot en met de Voorjaarnota 2019 (Kamerstuk 35 210, nr. 1) een dalend accres zien voor alle jaren. In de Miljoenennota 2020 (Kamerstuk 35 300, nr. 1) daalde het geraamde accres voor 2019 vergeleken met het voorjaar, terwijl de raming
voor de latere jaren toenam (zie ook bijlage 1)1.
Het dalende accres heeft geresulteerd in een aangepast begrotingsproces bij gemeenten.
Bij een lager accres dan eerder in de gemeentebegroting geraamd zijn tijdens het rekeningjaar
ingrepen in de begroting nodig voor evenwicht van de gemeentefinanciën. Een dalend
accres heeft daardoor bij een aantal gemeentebesturen onrust veroorzaakt. Daarop hebben
gemeenten, al dan niet gezamenlijk, een brief aan de Tweede Kamer, het kabinet en
de Verenging van Nederlandse Gemeenten gestuurd met de oproep de trap-op, trap-af
van het gemeentefonds te herzien.
Ook voor het kabinet vormen de standen bij de Startnota het vertrekpunt. Het kabinet
wijst er hierbij op dat er meer middelen aan het gemeentefonds zijn toegevoegd. Ook
dient de ontwikkeling in het accres in meerjarig perspectief te worden gezien. Tegelijkertijd
erkent het kabinet dat een negatieve bijstelling van deze oploop tot lastige aanpassingen
in het begrotingsproces bij gemeenten kan leiden.
De tussentijdse bijstellingen in de accresraming worden veroorzaakt door de correctie
van de Rijksbegroting voor loon- en prijsontwikkeling, onderuitputting op lopende
rijksuitgaven en meerjarig gestegen uitgaven. De schommelingen in de loon- en prijsraming
leiden niet tot reële mee- en tegenvallers aangezien hier ook lagere uitgaven voor
gemeenten tegenover staan.
Het kabinet vindt het belangrijk om de schommelingen voor gemeenten te dempen; hoe
stabieler de inkomsten, hoe beter gemeenten uitgerust zijn om hun taken uit te voeren.
We herkennen dan ook de motie van het lid Özütok2 en de motie van het lid Segers c.s.3 om met voorstellen te komen om de toepassing van de huidige trap-op, trap-af te veranderen.
Het kabinet heeft actief met de VNG onderzocht hoe aan deze oproep gehoor gegeven
kan worden.
Standpunt kabinet: dempen van de schommelingen
Het kabinet herkent de onrust die de huidige systematiek veroorzaakt en wil zich inzetten
om deze onrust te beperken. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk om de samenwerking
en evenredigheid te bewaken. De samen trap-op, samen trap-af systematiek is een gezamenlijke
bestuurlijke afspraak4.
Het kabinet wil hier daarom deze kabinetsperiode graag aan vasthouden. Binnen deze
systematiek hebben de fondsbeheerders5 samen met de VNG vier varianten onderzocht: 1. het accres op een bepaald moment bevriezen
voor het lopende jaar, 2. het invoeren van een behoedzaamheidsmarge binnen het gemeentefonds
of op de gemeentebegroting, 3. voorschriften over de omgang met loon- en prijseffecten
in het accres aanreiken, of 4. het toepassen van een kasschuif binnen het gemeentefonds
(zie bijlage 2)6.
Het kabinet spant zich in om gedurende deze kabinetsperiode de volumeschommeling in
de tweede helft van het lopende jaar te dempen. Zoals eerder genoemd leiden de schommelingen
door loon- en prijsbijstellingen niet tot reële mee- of tegenvallers; daarom houdt
het kabinet voor nu vast aan deze indexatiesystematiek. De demping van de schokken
zal binnen de meerjaren periode budgetneutraal en binnen de geldende uitgavenplafonds
gebeuren. Het kabinet zal wanneer de situatie zich voordoet in overleg met de VNG
besluiten op welke manier hier mee kan worden omgegaan. Daarbij zal het kabinet uit
de bovenstaande varianten kiezen.
De VNG stelt een vijfde optie voor, namelijk dat het Rijk voor de huidige kabinetsperiode
afziet van verdere neerwaartse aanpassing van het accres, terwijl opwaartse bijstelling
als gevolg van meeruitgaven door het Rijk wel moeten worden toegepast. Het gaat hierbij
om een benadering waarin enkel de voordelen van de samen trap-op, samen trap-af systematiek
voor gemeenten overeind blijven. Hiermee vervalt de evenredigheid omdat er alleen
sprake van trap-op is. Dit vindt het kabinet onwenselijk.
Voor het kabinet is het belangrijk dat de huidige uitgangspunten van de trap-op, trap-af,
waaronder evenredigheid, zoveel mogelijk intact blijven. De huidige trap-op, trap-af
is immers een bestuurlijke afspraak die, naast andere afspraken met medeoverheden,
is verankerd in het interbestuurlijk programma en een uitwerking is van gemaakte afspraken
in het regeerakkoord.
Ter voorbereiding van een volgende kabinetsperiode wordt momenteel samen met het VNG
en Interprovinciaal Overleg (IPO), de trap-op, trap-af systematiek geëvalueerd. Een
nieuw kabinet kan zodoende een eigen keuze maken in de te hanteren systematiek.
Doorwerking nieuwe besluitvorming en vervolg
Sinds de septembercirculaire heeft het kabinet extra middelen uitgetrokken voor urgente
maatschappelijke prioriteiten, zoals toegelicht in de Najaarsnota. Hierdoor is sprake
van trap-op vergeleken met de laatst gepubliceerde stand voor het accres. De definitieve
afrekening van het accres is bij het Financieel Jaarverslag Rijk 2019 in het voorjaar
van 2020.
In de meerjarenraming van de Miljoenennota 2020 zijn bovendien de investeringsuitgaven
2019 en 2020 meer gespreid over latere jaren. Hierdoor wordt zo veel mogelijk voorkomen
dat deze in het lopende jaar moeten worden bijgesteld. Dit zou een significante bijdrage
moeten leveren aan het voorkomen van de schommelingen.
Tevens spant het kabinet zich in om gedurende deze kabinetsperiode negatieve volumebijstellingen
in de tweede helft van het lopende jaar te dempen. Op het moment dat verdere schommelingen
zich voordoen treden we in bestuurlijk gesprek met de VNG zodat we gezamenlijk tot
een passende oplossing komen hoe hier mee om te gaan. Hiermee vertrouwt het kabinet
voldoende ruimte te scheppen voor gemeenten om de belangrijke opgaven waar zij voor
staan aan te kunnen pakken.
Mede namens de Staatssecretaris van Financiën,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties