Brief regering : Antwoorden op vragen commissie over de uitvoeringspraktijk van het Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten en reactie op verzoek commisie over de uitkomsten van het overleg met de convenantspartijen
31 571 Voorstel van wet van het lid Thieme tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met het invoeren van een verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten
Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2019
Hierbij stuur ik uw Kamer de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de uitvoeringspraktijk van het Convenant onbedwelmd
slachten volgens religieuze riten. Tevens geef ik met deze antwoorden invulling aan
het verzoek van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om de Kamer
te informeren over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg over het Convenant onbedwelmd
slachten volgens religieuze riten met de betrokken partijen, zoals toegezegd tijdens
het algemeen overleg NVWA op 8 februari 2018 (Kamerstuk 33 835, nr. 76).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Vragen van de leden van de PvdD-fractie
1
Is er in 2018 export geweest van vlees afkomstig van dieren die in Nederland onverdoofd
zijn geslacht? Zo nee, hoe kunt u dit uitsluiten? Zo ja, wat was de omvang van deze
export, naar welke landen ging dit, uit welke slachthuizen is dit vlees afkomstig
en welk deel van de dieren die zijn geslacht voor de export zijn hiervoor met voorafgaande
(reversibele) bedwelming geslacht?
2
Kunt u uitsluiten dat vlees afkomstig van dieren die onverdoofd zijn geslacht in de
reguliere verkoopkanalen terechtkomt en wordt verkocht als «gangbaar» vlees? Zo ja,
hoe wordt hier toezicht op gehouden?
3
Op welke wijze kunt u garanderen dat vlees van dieren die onverdoofd zijn geslacht
maar dat is afgekeurd voor het koosjer-circuit, wordt afgezet in het halal-circuit
en hoe is het toezicht hierop vormgegeven?
Antwoord 1, 2 en 3
De NVWA houdt toezicht op het dierenwelzijn voor en tijdens de slacht en op de hygiëneregels
ten aanzien van het vlees. De NVWA houdt geen toezicht op de bestemming die het vlees
van dieren die onverdoofd geslacht zijn krijgt.
In artikel 3 van het addendum behorende bij het Convenant is vastgelegd dat er een
stelsel wordt vormgegeven waarmee wordt geborgd dat jaarlijks in Nederland niet meer
dieren onbedwelmd ritueel worden geslacht dan noodzakelijk om aan de daadwerkelijke
behoefte van de in Nederland aanwezige religieuze gemeenschappen aan vlees van onbedwelmd
ritueel geslachte dieren te voldoen. De convenantpartners hebben in het bestuurlijk
overleg van 28 november jl. toegezegd in het eerste kwartaal van 2020 informatie aan
te leveren met betrekking tot deze Nederlandse behoefte. Aan de hand hiervan zal ik
in samenspraak met de convenantpartners bezien of hiertoe verdere stappen gezet moeten
worden.
Daarnaast is eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 31 571, nr. 27) dat NIK en CMO zullen werken aan een privaat stelsel voor herkenbare en separate
afzet. In het eerste kwartaal van 2020 zullen de convenantpartners mij informatie
over concrete uitwerking doen toekomen. Door NIK is wederom bevestigd dat wanneer
een dier door de joodse rituele slachter geslacht wordt, maar het vlees daarvan geen
bestemming krijgt binnen de joodse gemeenschap, dit vlees een bestemming kan krijgen
binnen het halal-circuit.
4
Is het nog altijd zo dat 65% van de runderen, na volgens de shechita te zijn aangesneden,
op basis van de beoordeling van interne organen toch als niet-koosjer wordt beoordeeld
door de joods-religieuze autoriteit en dat daarnaast de «achterhand» van karkassen
altijd als niet-koosjer wordt beschouwd?
Antwoord
In de brief van Staatssecretaris Van Dam d.d. 9 juni 2017 (Kamerstuk 31 571, nr. 29) is aangegeven dat er destijds 65% van de runderen, na volgens de shechita te zijn
aangesneden, op basis van de beoordeling van interne organen toch als niet-koosjer
wordt beoordeeld door de joods-religieuze autoriteit en dat daarnaast de «achterhand»
van karkassen altijd als niet-koosjer wordt beschouwd. Er is geen actuele informatie
beschikbaar.
Wel is door NIK bevestigd dat wanneer een dier door de joodse rituele slachter geslacht
wordt, maar het vlees daarvan geen bestemming krijgt binnen de joodse gemeenschap,
dit vlees een bestemming kan krijgen binnen het halal-circuit.
5
Hoe kunt u uitsluiten dat dit afgekeurde vlees in de reguliere verkoop belandt, waardoor
consumenten die vlees kopen mogelijk producten kopen die afkomstig zijn van onbedwelmd
geslachte dieren uit de koosjere slacht, zonder dat te weten?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op de vragen 1 tot en met 3.
6
Kunt u uitsluiten dat de 40-secondenregel in de praktijk leidt tot meer aangesneden
dieren omdat meer vlees afgekeurd wordt naar aanleiding van de 40-secondenregel? Zo
ja, op grond waarvan kunt u dat uitsluiten?
Antwoord
In principe is, zoals de convenantpartners bij de totstandkoming van het addendum
hebben bevestigd, het alsnog krijgen van een bedwelming na het onbedwelmd aansnijden
geen belemmering voor het predicaat koosjer- of halalwaardig. De 40-secondenregel
hoeft dus geen aanleiding te zijn om meer dieren voor onbedwelmde slacht aan te bieden
(Kamerstuk 31 571, nr. 32). Door NIK is voorts bevestigd dat wanneer een dier door de joodse rituele slachter
geslacht wordt, maar het vlees daarvan geen bestemming krijgt binnen de joodse gemeenschap,
dit vlees een bestemming kan krijgen binnen het halal-circuit.
7
Kunt u bevestigen dat wanneer onbedwelmd wordt geslacht voor het verkrijgen van koosjer
vlees, altijd wordt gewacht met het geven van bedwelming tot kort voor het verstrijken
van de 40 seconden?
Antwoord
De NVWA houdt toezicht op de 40-secondenregel. Wanneer een dier na 40 seconden nog
tekenen van bewustzijn vertoont, dan wordt het dier bedwelmd.
8
Wat gebeurt er met het vlees dat is afgekeurd als halal en hoe is het toezicht hierop
vormgegeven?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op de vragen 1 tot en met 3.
9
Hoeveel slachthuizen die slachten voor de halal-markt slachten nu al standaard met
voorafgaande (reversibele) bedwelming?
Antwoord
Over deze informatie beschik ik niet. De NVWA houdt per slachthuis de aantallen dieren
die bedwelmd, dan wel onbedwelmd worden geslacht bij. De methode van bedwelming wordt
niet geregistreerd.
10
Wat zijn de verschillen tussen de verschillende soorten halal-certificaten die in
Nederland worden uitgegeven?
Antwoord
Het uitgeven van certificaten is een private aangelegenheid. Ik kan uw Kamer hier
dan ook niet nader over informeren.
11
Aan welke eisen moeten bedrijven voldoen onder de verschillende halal-certificaten?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 10.
12
Welk deel van de halal-certificaten wordt uitgegeven aan slachthuizen die slachten
met voorafgaande (reversibele) bedwelming?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 10.
13
Waarom wordt niet standaard, maar wel bij de slacht voor het Offerfeest geregistreerd
hoeveel dieren direct na het aansnijden een bedwelming kregen, hoeveel dieren kort
voor het verstrijken van de 40 seconden een bedwelming kregen en hoeveel dieren geen
bedwelming kregen omdat ze binnen 40 seconden na het aansnijden het bewustzijn hadden
verloren?
Antwoord
De NVWA ziet toe op de juiste uitvoering van de wettelijke regels bij slachthuizen,
ook bij onbedwelmde slacht. Registratie van in de vraag genoemde criteria gedurende
het Offerfeest vindt sinds het van kracht worden van het Convenant onbedwelmd slachten
handmatig plaats. Het Offerfeest is namelijk een afgebakende periode van drie dagen
waarbinnen er relatief veel dieren onbedwelmd geslacht worden, waarvan de NVWA dagrapportages
maakt. Deze rapportages geven direct weer hoe de uitvoering van het Convenant gedurende
het Offerfeest verloopt en dit wordt geëvalueerd.
14
Hoeveel slachthuizen zijn bij het ingaan van het Convenant overgestapt op rituele
slacht met bedwelming?
Antwoord
Op, of kort na 1-1-2018 zijn een twintigtal slachthuizen gestopt met onbedwelmd slachten.
Het is mij niet bekend of deze slachthuizen zijn overgestapt op bedwelmd ritueel slachten.
De overheid hanteert alleen het onderscheid bedwelmde of onbedwelmde slacht en niet
of sprake is van een bepaalde rite.
15
Hoe hoog zijn de kosten van de investeringen die slachthuizen hebben moeten maken
om aan de afspraken uit het convenant te voldoen?
Antwoord
Bij de verankering van het Convenant in het Besluit houders van dieren is gekeken
naar de effecten daarvan op de bestaande slachthuizen. Destijds is de inschatting
gemaakt dat een aantal bedrijven mogelijk nieuwe apparatuur aan zou moeten schaffen
voor het fixeren van dieren. Er is uitgegaan van 80 bedrijven waarbij een investering
van € 500 nodig zou zijn. Graag verwijs ik uw Kamer voor overige effecten van de verankering
van het Convenant naar de passage aangaande regeldruk die is opgenomen in de toelichting
bij de totstandkoming van die wijziging van het Besluit houders van dieren (Stb. 2017, nr. 326).
16
Hoeveel van de slachterijen met een registratie om onbedwelmd te slachten, richten
zich exclusief op deze vorm van slacht?
Antwoord
Een tiental slachterijen richt zich exclusief op onbedwelmd slachten. Tijdens het
offerfeest zijn er meer slachthuizen die zich tijdelijk richten op onbedwelmde slacht.
Zij hebben dus wel een registratie om dit te mogen doen, maar slachten gedurende het
jaar voor de reguliere markt.
17
Kunt u garanderen dat alle slachthuizen die onbedwelmd slachten de technische verfijningen
die in het tweede WAC-advies zijn beschreven hebben doorgevoerd, niet alleen in hun
«standaardwerkwijzen» maar ook in de dagelijkse uitvoeringspraktijk? Zo ja, hoe kunt
u dit garanderen?
Antwoord
De Vereniging voor Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven (VSV) heeft toegezegd
dat eind 2019 alle aangesloten slachthuizen de technische verfijningen opgenomen hebben
in hun standaardwerkwijzen. De NVWA ziet erop toe dat dit ook doorgevoerd is in de
dagelijkse uitvoeringspraktijk.
18
Hoeveel overtredingen heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) tot
nu toe geconstateerd bij het onverdoofd slachten van dieren in 2019 en wat waren dit
voor overtredingen?
Antwoord
Tot zover is dit jaar 123 keer een «voldoet niet» geconstateerd. De overtredingen
betroffen:
• Onvoldoende vakbekwaamheid;
• Niet correct fixeren;
• Niet correct steken/verbloeden;
• Niet correct nabedwelmen.
19
Kunt u een nadere toelichting geven op de 242 overtredingen die in 2018 zijn vastgesteld
bij het onbedwelmd slachten?
Antwoord
Het betrof overtredingen aangaande:
• Onvoldoende vakbekwaamheid;
• Niet correct fixeren;
• Niet correct steken/verbloeden;
• Niet correct nabedwelmen.
20
Wat betekent het voor het dier als het steken en verbloeden niet correct wordt uitgevoerd?
21
Wat betekent het voor het dier als het fixeren niet correct wordt uitgevoerd?
22
Wat betekent het voor het dier als de nabedwelming niet correct wordt toegepast?
Antwoord 20, 21, 22
Ik onderstreep het belang van het correct en zorgvuldig uitvoeren van alle handelingen
gedurende het slachtproces. Dit ter bescherming van het welzijn van het dier bij het
doden. Dit belang dient ook geborgd te worden wanneer het gaat om onbedwelmd slachten.
Ter voorkoming van vermijdbaar lijden, dient het steken, verbloeden, fixeren en nabedwelmen
correct toegepast te worden. Het incorrect toepassen van een van deze handelingen
heeft mogelijk tot gevolg dat vermijdbaar lijden optreedt. Een toezichthoudend NVWA
dierenarts ziet hier op toe en geeft wanneer nodig aanwijzingen.
23
Welke omissies zijn er in 2018 en 2019 aangetroffen op het gebied van de vakbekwaamheidseisen
van het personeel?
Antwoord
In 2018 is 16 keer een «voldoet niet» geconstateerd met betrekking tot vakbekwaamheidseisen,
in 2019 tot dusver 12 keer. Het ging om;
• personeel dat zonder getuigschrift was ingezet (dit betekende overigens niet altijd
dat ze niet correct werkte);
• personeel (met getuigschrift) dat niet correct werkte, bijv.: was niet bekend met
werkinstructies of voerde controles op afwezigheid bewustzijn verkeerd uit.
Vragen van de leden van de DENK-fractie
1
Is er al een begin gemaakt met de evaluatie van het Convenant, die er in 2021 zou
moeten zijn?
Antwoord
Als gevolg van de totstandkoming van het Convenant en de verankering daarvan in het
Besluit houders van dieren is het dierenwelzijn bij het proces van onbedwelmd slachten
volgens religieuze riten verbeterd. Zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau wordt
met de convenantpartners gesproken over de stand van zaken en uitvoeringspraktijk.
Een evaluatie van het Convenant zal in 2021 plaatsvinden. Voorbereidingen hiervoor
zullen tijdig getroffen worden. Ik blijf in gesprek met de convenantpartners om geïnformeerd
te blijven over de stand van zaken en de uitvoeringspraktijk. Tevens informeert de
NVWA mij regelmatig over de uitvoering van het Convenant.
2
Hoe gaat de evaluatie ingericht worden, heeft u hiervoor al een onderzoeksbureau op
het oog en hoe zullen de convenantspartijen hierbij betrokken worden?
Antwoord
De inrichting van de evaluatie dient nog vormgegeven te worden. Bij het vormgeven
zal bezien worden of en zo ja welk onderzoeksbureau betrokken zal worden. De convenantspartijen
zullen in ieder geval betrokken worden bij de evaluatie.
3
Is een tussenevaluatie in de maak? Zo nee, kan deze alsnog mogelijk worden gemaakt?
Antwoord
Er is geen tussenevaluatie in de maak. Wel vinden gesprekken plaats met de convenantspartijen
om de gang van zaken te bespreken.
4
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met de convenantspartijen?
Antwoord
September 2019 heeft een ambtelijk overleg met de convenantspartijen plaats gevonden.
Op 28 november jl. heeft een constructief bestuurlijk overleg plaats gevonden met
de convenantpartners. Hierbij is gesproken over de stand van zaken rondom het Convenant,
de opname van technische verfijningen in de standaardwerkwijzen van slachterijen,
artikel 3 van het addendum en de toezegging (Kamerstuk 31 571, nr. 27) dat NIK en CMO zullen werken aan een privaat stelsel voor herkenbare en separate
afzet.
Het Convenant wordt als werkbaar ervaren door de convenantpartners. Gelet op de uitvoeringspraktijk
van het Convenant kan geconcludeerd worden dat het Convenant werkt conform de afspraken.
Ten aanzien van de opname van technische verfijningen in Standaard Werkwijze heeft
de Vereniging voor Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven (VSV) toegezegd dat
eind 2019 alle aangesloten slachthuizen de technische verfijningen opgenomen hebben
in hun standaardwerkwijzen. De NVWA ziet erop toe dat dit ook doorgevoerd is in de
dagelijkse uitvoeringspraktijk.
Met het oog op de uitwerking van het stelsel, bedoeld in artikel 3 van het addendum,
zullen de convenantpartners in het eerste kwartaal van 2020 de informatie aanleveren
om te bepalen wat de daadwerkelijke behoefte van de in Nederland aanwezige religieuze
gemeenschappen is aan vlees van onbedwelmd ritueel geslachte dieren. Aan de hand van
deze informatie zal ik in samenspraak met de convenantpartners bezien of hiertoe verdere
stappen gezet moeten worden. Ten aanzien van een privaat systeem om te borgen dat
vlees van onbedwelmd ritueel geslachte dieren herkenbaar en separaat afgezet wordt,
zullen de convenantpartners mij in het eerste kwartaal van 2020 informatie over de
concrete uitwerking doen toekomen.
5
Zijn de convenantspartijen nog steeds dezelfde (personen) of zijn er nog andere partijen
overwogen?
Antwoord
De convenantspartijen zijn dezelfde organisaties als ten tijde van het ondertekenen
van het Convenant.
6
Wat kunt u zeggen over de voorlopige effecten van het Convenant?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer graag naar mijn antwoord op vraag 4.
7
Wordt het convenant als werkbaar ervaren door alle betrokken partijen, waaronder de
convenantspartijen?
Antwoord
Ik verwijs uw Kamer graag naar mijn antwoord op vraag 4.
8
Op welke manier wordt dit vanuit uw ministerie gemonitord en welke rol speelt de NVWA
hierin?
Antwoord
Mijn ministerie, waaronder de NVWA, heeft contact met alle betrokken convenantspartijen
en voert hier gesprek mee om de werkbaarheid van het convenant te monitoren.
9
Klopt het dat de NVWA betrokken is bij elke rituele slachting?
Antwoord
De NVWA houdt permanent toezicht bij elke onbedwelmde slachting. Dat betekent dat
de NVWA, los van de verplichte reguliere ante-mortemkeuring die bij elke slachting
(bedwelmd en onbedwelmd) plaatsvindt, ook tijdens het onbedwelmd doden van dieren
aanwezig is en toezicht houdt.
10
Wat zouden de voor- en nadelen zijn van alleen controleren op basis van steekproeven
en hoe is dit in andere landen geregeld?
Antwoord
Ter borging van het dierenwelzijn bij onbedwelmd slachten, is er permanent toezicht
van een NVWA dierenarts. Steekproefsgewijs controleren bij onbedwelmd slachten heeft
mogelijk als nadelig gevolg dat het dierenwelzijn niet als zodanig gewaarborgd wordt,
tenzij er een kwaliteitssysteem ingericht wordt waarbij eenzelfde niveau van toezicht
gewaarborgd wordt. Dit zou dan in combinatie moeten met steekproeven door de NVWA.
Ik heb geen informatie over hoe dit in andere landen geregeld is. Indien er alleen
gecontroleerd wordt op basis van steekproeven zouden er minder kosten zijn voor slachterijen.
11
Hoeveel personeelscapaciteit heeft de NVWA gezet op onverdoofd ritueel slachten?
Antwoord
Van mei t/m december 2018 is 1,5 fte (2.037 uur) ingezet voor toezicht op onbedwelmd
slachten.
Van januari t/m de eerste week van oktober 2019 was dit 1,7 fte (2.358 uur).
De NVWA is aanwezig en houdt toezicht bij elke onbedwelmde slacht.
12
Welk percentage van de totale personeelscapaciteit is dit?
Antwoord
Voor 2018 (vanaf mei) was dit circa 4%. Voor 2019 is het tot dusver ook circa 4%.
Hierbij is niet uitgegaan van de totale personeelscapaciteit van de NVWA, maar van
het aantal fte’s voor toezicht op onbedwelmd slachten, dat is afgezet tegen het aantal
fte’s voor het reguliere toezicht bij de ante-mortemkeuring van de dieren na aankomst
op het slachthuis.
13
Wat zijn de kosten van deze controles?
Antwoord
Voor het toezicht op onbedwelmd slachten geldt het reguliere NVWA-tarief voor retribueerbare
activiteiten. Het NVWA-tarief erkende bedrijven 2019 voor toezicht op onbedwelmde
rituele slacht betreft:
Starttarief per persoon
€ 157,52
Kwartier medewerker keuring of inspectie
€ 32,39
Toeslag buiten openingstijd per persoon per kwartier
€ 9,71
Toeslag te late aanmelding per persoon per kwartier
€ 9,71
Toeslag te late aanmelding/onderbreking/uitstel per persoon per kwartier
€ 32,39
Toeslag uitloop per persoon per kwartier
€ 32,39
14
Welk percentage van de dieren moet na 40 seconden alsnog bedwelmd worden en welk gedeelte
daarvan is acceptabel als halalvlees en als koosjervlees?
Antwoord
Ik verwijs u naar mijn antwoord 1 tot en met 3, alsook mijn antwoord 14 op de vragen
van de PvdD-fractie.
15
Klopt het dat de beslissing om alsnog te bedwelmen na 40 seconden wordt genomen op
basis van de cornea- en geïnduceerde ooglidreflectie? Zo ja, wat is het verschil met
de toets op dreigreflex en pijnprikkel?
Antwoord
Ja, dat klopt. De cornea- en geïnduceerde ooglidreflectie tonen volgens wetenschappelijke
normen bewustzijnsverlies aan. De dreigreflex en pijnprikkel tonen dit volgens wetenschappelijke
normen niet aan. De cornea- en geïnduceerde ooglidreflectie zijn dan ook opgenomen
door de overheid als toetsingscriteria voor het verlies van bewustzijn.
16
Hoeveel dieren worden er nu geslacht in Nederland (uitgesplitst naar de diverse dieren)
en hoeveel dieren worden er nu halal cq koosjer geslacht in Nederland (uitgesplitst
naar de diverse dieren)?
Antwoord
In onderstaande tabel zijn de totaal aantallen geslachte dieren opgenomen en het aantal
onbedwelmde dieren per diersoort voor 2018. De cijfers voor 2019 zijn nog niet beschikbaar.
2018
Aantallen geslachte dieren
2018
Aantallen onbedwelmd geslachte dieren
Runderen
584.773
10.849
Kalveren
1.603.695
1.283
Schapen < 1 jaar
389.094
47.154
Schapen > 1 jaar
140.483
5.547
Geiten
177.886
2.025
Totaal
2.895.931
66.858
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit