Brief regering : Onderzoeken op het gebied van slotallocatie en de vervolgtrajecten
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 706 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2019
Hierbij zend ik u twee studies die onlangs zijn uitgevoerd in opdracht van mijn departement
op het gebied van slotallocatie (de verdeling van het start- en landingstijden op
gecoördineerde luchthavens). Het betreft de rapporten1:
1. Evaluatie van de werking van het Coordination Committee Netherlands
2. Verbetering van de slotnaleving («Improving Slotcompliance»)
Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten en de vervolgtrajecten.
1. Evaluatie van het Coordination Committee Netherlands
Conform de EU slotverordening is er voor de slot gecoördineerde Nederlandse luchthavens
Schiphol, Rotterdam en Eindhoven een coördinatiecomité ingesteld; het zogenaamde Coordination
Committee Netherlands (verder: CCN)
In het CCN zitten de luchtvaartmaatschappijen (die gebruik maken van één of meerdere
gecoördineerde luchthavens in Nederland) en hun representatieve organisaties, de luchtverkeersleiding
en de luchthavenexploitanten. Airport Coordination Netherlands (de slotcoördinator)
en mijn ministerie zijn waarnemer.
Het CCN adviseert de slotcoördinator en of overheid met name over het bepalen van
de capaciteit, slotmonitoring, lokale richtsnoeren en behandelt klachten.
Bij de internetconsultatie van de wijziging van het Besluit slotallocatie hebben diverse
stakeholders aangegeven dat het functioneren van het CCN beter kan. Naar aanleiding
daarvan heb ik de werking van het CCN laten onderzoeken door Berenschot. Centrale
vraag daarbij was: Hoe functioneert het CCN en, indien nodig, hoe kan het functioneren
worden verbeterd?
Het onderzoek concludeert dat er uiteenlopende meningen zijn over het functioneren
van het CCN, maar dat er consensus lijkt te bestaan om het functioneren te verbeteren.
Berenschot verwacht dat het CCN beter functioneert wanneer er meer helderheid en consensus
bestaat over de wijze waarop ze haar taken vervult. Het adviesbureau komt met vier
aanbevelingen: (1) stem de wederzijdse verwachtingen af tussen het CCN en de ontvangende
partijen; (2) ontwikkel meer heldere procedures voor alle hoofdtaken; (3) stel een
onafhankelijk voorzitter aan; (4) minimaliseer het gebruik van de stemprocedure en
heroverweeg de stemprocedure.
Omdat het CCN zelf verantwoordelijk is voor het verbeteren van het functioneren stemt
het mij tevreden dat het CNN naar aanleiding van dit rapport een werkgroep heeft ingesteld
die met de aanbevelingen aan de slag gaat. Ik volg de uitkomsten hiervan met grote
belangstelling en zal uw Kamer geïnformeerd houden over de voortgang.
2. Verbetering van de slotnaleving («Improving slot compliance»)
Het is van belang dat elk slot goed gebruikt wordt op een gecoördineerde luchthaven
zodat er zorgvuldig met de schaarse luchthaveninfrastructuur wordt omgegaan. Op grond
van de EU slotverordening moet de overheid zorgdragen voor doeltreffende, evenredige
en afschrikkende sancties of gelijkwaardige maatregelen waarmee kan worden opgetreden
tegen slotmisbruik.
Bij de consultatie van de wijziging van het Besluit slotallocatie hebben diverse stakeholders
aangegeven dat de handhaving op slotmisbruik verbeterd moet worden. Naar aanleiding
daarvan heb ik uw Kamer op 2 april jl. geïnformeerd over mijn voornemen om de handhavingsmogelijkheden
tegen slotmisbruik te verbeteren (Kamerstuk 31 936, nr. 586).
In die Kamerbrief heb ik een onderzoek aangekondigd. Dat onderzoek is uitgevoerd door
PA Consulting Group. Doel van het onderzoek was om op basis van een benchmark voor
verduidelijking te zorgen van enkele open normen uit de Europese Slotverordening;
zoals «opzettelijk» en «op tijden die wezenlijk verschillen van de toegewezen slots».
Maar ook om advies in te winnen hoe de slotmonitoring en -handhaving kan worden verbeterd.
Het onderzoek van PA Consulting concludeert dat de huidige situatie voor verbetering
vatbaar is. Zo blijkt de slotmonitoring op andere luchthavens strenger dan in Nederland.
Dat brengt het risico met zich mee dat luchtvaartmaatschappijen hun vertragingen «wegwerken»
in Nederland. Ook wordt geconcludeerd dat de monitoring door de slotcoördinator en
de handhaving door de Inspectie Leefomgeving en Transport beter op elkaar kan worden
afgestemd en dat de personele bezetting bij de slotcoördinator voor slotmonitoring
laag is.
PA Consulting komt met negen aanbevelingen voor de overheid en slotcoördinator om
de slot compliance te verbeteren. De aanbevelingen waar de overheid primair voor verantwoordelijk
is, zijn: (1) breid de bestaande handhavingsregels uit; (2) prioriteer welke vormen
van slot compliance het meest urgent zijn; (3) introduceer een tijdtolerantie; (4) introduceer
een sanctieregime en (5) verbeter de afstemming tussen slotcoördinator en ILT. De
aanbevelingen voor de slotcoördinator hebben betrekking op de bereikbaarheid van de
slotcoördinator buiten kantooruren, de inzet van meer mensen en middelen op slotmonitoring,
inzicht in de systemen waarmee ACNL werkt en het maken van werkprocedures voor speciale
evenementen.
Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek concludeer ik ook dat de huidige situatie
om verbetering vraagt. De aanbevelingen van PA Consulting Group nemen we daarbij als
startpunt. Inmiddels is een aantal voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd om dit
mogelijk te maken. Zo is het verbodsartikel in het Besluit slotallocatie uitgebreid
dat de ILT in staat stelt om op meer vormen van slotmisbruik in te grijpen. Ook werk
ik aan een wetsvoorstel waarmee het sanctie-instrumentarium van de ILT wordt uitgebreid
met een bestuurlijke boete zodat de ILT sneller en effectiever op kan treden tegen
slotmisbruik. Nu ga ik samen met de slotcoördinator en de ILT een proces opstarten
om gefaseerd nadere invulling te geven aan de slotmonitoring en -handhaving. Sectorpartijen
worden hierbij betrokken. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat