Brief regering : Ontwikkelingen Funderingsproblematiek
30 136 Herstructurering en uitvoering Stedelijke vernieuwing
Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2019
Met deze brief geef ik uitvoering aan de volgende twee toezeggingen aan uw Kamer.
Ten eerste dat nader onderzocht moet worden waar in Nederland de funderingsproblematiek
zich nog meer kan voordoen buiten de genoemde 83 gemeenten. Dit in antwoord op Kamervragen
van het lid Nijboer over het bericht dat «Zeker 1 miljoen huizen in Nederland dreigen
te verzakken»1. Ten tweede de toezegging dat de Tweede Kamer eind 2019 wordt geïnformeerd over de
voortgang van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel2.
Aanleiding
In het artikel «Zeker 1 miljoen huizen in Nederland dreigen te verzakken» van 23 februari
2019 wordt aangegeven dat 1 miljoen huizen van voor 1970 risico lopen op verzakkingen.
Deze cijfers waren niet nieuw. Reeds in 2014 heb ik uw Kamer geïnformeerd3 over de omvang van de problematiek van houten paalfunderingen, naar aanleiding van
het DSP-rapport «Gemeentelijke aanpak van schade aan houten paalfunderingen» van mei
2014. Van de 1 miljoen woningen uit voornoemd bericht zijn er 727.000 gebaseerd op
dit rapport. Naast deze woningen lopen ook woningen met staalfunderingen risico. Deze
zijn rechtsreeks gefundeerd op de ondergrond en daarmee gevoelig zijn voor schade
als gevolg van droogte en onregelmatige inklinking van deze ondergrond. In Nederland
zijn naar schatting 300.000 woningen op deze manier gefundeerd.
Het is aannemelijk dat de problematiek van houten paalfunderingen en een aantal staalfunderingen
als gevolg van de klimaatverandering versneld de aandacht gaat vragen. Door de droge
zomers kunnen funderingen langer droog komen te staan, wat de kans op paalrot vergroot
en de noodzaak tot herstel versnelt. Bovendien leidt de droogte tot een snellere inklinking
van de ondergrond en de daarmee gepaard gaande onregelmatige zettingen bij woningen
op staal.
Tot februari van dit jaar waren bij het nationaal Funderingsloket uit 83 gemeenten
meldingen binnengekomen over zakkende funderingen. Uit 23 gemeenten hiervan kwam meer
dan één melding. Bij het nationaal Funderingsloket kan iedereen terecht voor alle
vragen rond funderingsproblematiek. Van funderingsonderzoek tot funderingsherstel,
van aanpak tot financiering, van preventie tot innovatie. Bij het loket werd een toename
van het aantal vragen bemerkt na de extreem droge zomer van 2018.
Rijksprogramma Aanpak Funderingsproblematiek
De toenemende omvang van de problematiek met funderingen, mede als gevolg van de effecten
van klimaatverandering, was aanleiding voor een robuustere aanpak. Per 1 januari 2019
is daarom het Rijksprogramma Aanpak Funderingsproblematiek van start gegaan, dat tot
doel heeft het verzamelen en delen van kennis en het bevorderen van kennisontwikkeling
en innovaties op het gebied van de aanpak van funderingsproblematiek. Dit programma
wordt in opdracht van mijn ministerie uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO), en zal volgend jaar extra inzetten op het delen van kennis met gemeenten
met een hoog risicoprofiel.
Het programma richt zich met name op het ondersteunen van gemeenten en corporaties.
Hoewel eigenaren primair verantwoordelijk zijn voor het herstel van de fundering van
hun woning mag van gemeenten worden verwacht, gelet op hun verantwoordelijkheid bij
de bouwkundige kwaliteit van de woningvoorraad, dat zij optreden wanneer woningen
(dreigen te) verzakken. Het nationaal Funderingsloket maakt onderdeel uit van het
Rijksprogramma. Voor het jaar 2019 is voor het bemensen van het Funderingsloket opdracht
verleend aan het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), dat ook in de
jaren daarvoor in opdracht van BZK het loket uitvoerde.
Landelijke digitale funderingsviewer en de klimaatschadeschatter
In opdracht van mijn ministerie hebben RVO en KCAF in 2017 een landelijke digitale
funderingsviewer4 ontwikkeld. Deze digitale kaart geeft op postcodeniveau, op basis van een combinatie
van bouwjaar van de woning en ondergrond, een eerste indruk van gebieden waar funderingsproblematiek
zich zou kunnen voordoen. Enkele gemeenten, zoals Rotterdam en Zaanstad, hebben zelf
meer gedetailleerde kaarten van waar de problematiek zich voordoet dan wel kan voordoen.
Via de landelijke viewer kunnen deze kaarten ook worden benaderd. De viewer wordt
de laatste maanden circa 1.500 keer per dag geraadpleegd.
Om meer zicht te krijgen op de schade die kan ontstaan als gevolg van de klimaatverandering
werd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de Klimaatschadeschatter
ontwikkeld. De klimaatschadeschatter is nu al beschikbaar via internet (www.klimaatschadeschatter.nl). De tool is nog niet compleet, omdat betrouwbare gegevens over de schaderelaties
en de kwantificering nog niet altijd voorhanden zijn. Het tabblad over funderingsproblemen
als gevolg van klimaatverandering zal de komende periode verder worden ontwikkeld.
Uit de datasets van de klimaatschadeschatter valt wel af te leiden dat voor 92 gemeenten
het risico op funderingsproblemen als gevolg van de klimaatverandering hoog is en
voor 74 gemeenten gemiddeld, Voor circa de helft van de gemeenten (180) is het risico
op funderingsproblemen laag.
Bij de inschatting van deze risico’s is aantasting van paalfunderingen door bacteriën
buiten beschouwing gelaten.
Voortgang Fonds Duurzaam Funderingsherstel
Het Fonds Duurzaam Funderingsherstel is na een grondige voorbereiding in 2017 van
start gegaan. Bij de voorbereiding, waaraan naast mijn ministerie gemeenten, banken,
verzekeraars, de Nationale hypotheekgarantie, SVn en KCAF deelnamen, was de veronderstelling
dat jaarlijks 500 leningen door het fonds aan woningeigenaren zouden worden verstrekt
voor blokgewijs funderingsherstel. De voorbereiding vond grotendeels plaats ten tijde
van de financiële crisis, waar relatief veel woningeigenaren onvoldoende inkomen (LTI)
of vermogen (TLV) hadden om een lening af te sluiten voor funderingsherstel.
Enkele maanden na de start van het fonds in 2017 bleek dat het fonds beperkte slagkracht
had als gevolg van het in de voorwaarden opgenomen LTI-plafond van 120%, de LTI-afkoopregeling
en de verder dalende hypotheekrente. Dit was aanleiding voor het fonds om te gaan
werken aan een verbetering van de propositie. Het aantal uit te zetten leningen werd
verlaagd naar 250 per jaar, het LTI-plafond van 120% werd losgelaten, de LTI-afkoopregeling
werd vervangen door een garantstelling en het rentetarief kon door een aantal ingrepen
worden verlaagd van 3,6% naar 3,1% (30 jaar vast). Daarnaast heeft het fonds actief
dertig gemeenten benaderd om deel te nemen.
Ondanks de media-aandacht begin dit jaar heeft dit niet tot nieuwe deelnemende gemeenten
geleid. Van de gemeenten die wel deelnemen aan het fonds hebben Rotterdam en Zaanstad
de grootste opgave. Ook zij hebben echter beperkte procescapaciteit om het aantal
leningaanvragen op korte termijn te verhogen.
Twee jaar na het operationeel worden van het fonds, heeft het fonds slechts 14 leningen
verstrekt. De gekozen fondsstructuur leidt nu tot relatief hoge kosten bij een laag
leningniveau. Het bestuur van het fonds heeft mij te kennen gegeven dat het fonds
in de huidige vorm niet levensvatbaar is en mij verzocht goedkeuring te verlenen aan
haar voorgenomen besluit om het fonds uiterlijk 1 januari 2021 te sluiten.
Gelet op het belang van blokgewijze aanpak van funderingsherstel, de (latente) omvang
van de problematiek en de verwachtte toename ervan als gevolg van de klimaatverandering
acht ik het van belang dat voor de doelgroep van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel
een leenfaciliteit voor funderingsherstel beschikbaar blijft. Het gaat hierbij dus
specifiek om eigenaar-bewoners die, vanwege onvoldoende inkomen of omdat hun huis
«onder water» staat, op de reguliere hypotheekmarkt geen lening kunnen krijgen om
hun fundering te herstellen. Om die reden wordt nu onderzocht welke alternatieven
denkbaar zijn. De ervaringen van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel alsook de oprichting
van het Warmtefonds worden daarbij betrokken. Ik heb het bestuur van het fonds verzocht
te wachten met het sluiten van het fonds tot een alternatief voorhanden is.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.