Brief regering : Onderzoek Raad voor de Rechtshandhaving inzake aangifteproces op Bonaire, Sint Eustatius en Saba
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 552 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2019
Hierbij zend ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, in overeenstemming
met artikel 30 van de Rijkswet Raad voor de Rechtshandhaving, het rapport «Het aangifteproces
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, tweede vervolgonderzoek» van de Raad voor de rechtshandhaving
(hierna: de Raad)1, alsmede mijn reactie daarop.
Het aangifteproces is een belangrijk onderdeel van de handhaving en opsporing. Veel
aanhoudingen vinden immers plaats op aanwijzing van een aangever of getuige. Daarom
is het belangrijk dat burgers aangifte doen als zij slachtoffer zijn geworden van
een strafbaar feit. Elke aangifte betekent voor de politie informatie over criminaliteit.
Die informatie is van belang bij de opsporing en handhaving door de politie.
Daarnaast is het doen van aangifte vaak het moment waarop burgers met de politie in
contact treden en daarmee met de rechtshandhaving in aanraking komen.
In 2012 heeft de Raad voor de eerste keer onderzoek gedaan naar het aangifteproces
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Met dat onderzoek bracht de Raad een aantal knelpunten
in kaart. Op basis daarvan deed de Raad elf aanbevelingen. In 2014 bleek uit het vervolgonderzoek
dat op veel terreinen forse stappen waren gezet.
Zowel het politiekorps als het OM onderschrijven het belang van verbetering van het
informeren van aangevers (en slachtoffers). Beide instanties namen daartoe sinds 2014
verdere stappen.
Sinds het derde kwartaal van 2017 is bij de politie en sinds 2018 bij het Openbaar
Ministerie sprake van een eenduidige registratie van informatie. Daartoe gebruiken
deze organisaties de systemen Actpol (politie) en Priem (OM). Daarmee is ten opzichte
van 2014 belangrijke vooruitgang geboekt. Ik realiseer mij hierbij dat de prestaties
van een systeem afhankelijk zijn van een juist gebruik en een juiste invoer. Om hierin
verdere voortgang te boeken, heeft het korps al een gegevensbeheerder aangesteld,
die toeziet op dit proces.
Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie slachtofferbejegening benoemd als één van
de twee prioriteiten waaraan dit jaar, maar ook in 2020, (extra) aandacht zal worden
besteed.
Conclusies Raad
De Raad komt in zijn rapport tot de conclusie dat (nog) onvoldoende invulling is gegeven
aan zijn aanbevelingen uit 2014 m.b.t. de terugkoppeling aan aangevers door zowel
KPCN als OM alswel m.b.t. de onderlinge afstemming hierover tussen OM en KPCN.
Evenwel concludeert de Raad dat vrijwel alle personen met wie de Raad op Bonaire en
Sint Eustatius sprak zeer positief oordeelden over hun eerste contact met de politie.
Op Saba uitten de burgers zich iets minder lovend over de eerste contacten met de
politie, maar nog steeds positief.
De Raad komt met twee aanbevelingen. Hieronder ga ik meer in detail daarop in.
Aanbevelingen Raad
De Raad herhaalt zijn aanbeveling om de terugkoppeling aan aangevers door KPCN en
OM te verbeteren en de Raad herhaalt zijn aanbeveling dat de werkwijzen tussen OM
en KPCN beter moeten worden afgestemd.
Ik neem deze aanbevelingen over en maak deze onderdeel van mijn besprekingen met KPCN
en OM. Daarbij zal ik wijzen op de eerder gemaakte afspraken over terugkoppeling en
het belang van spoedige en eenduidige uitvoering daarvan.
Daarnaast leveren de bevindingen in dit herhalingsonderzoek een zestal aspecten op
die volgens de Raad door het korps en het OM bij het geven van invulling aan de twee
aanbevelingen kunnen worden betrokken, te weten:
– De opvolging van beide aanbevelingen dienen, waar mogelijk, onderdeel te worden van
de lopende en te ondernemen inzet op het verbeteren van het proces slachtofferbejegening.
– Voorlichting voor aangevers dient meertalig beschikbaar te zijn en te worden gebruikt.
– Internetaangifte dient mogelijk te zijn.
– Medewerkers die aangiftes opnemen, dienen daarover feedback te krijgen.
– Wanneer het OM en de politie besluiten nemen over een aangifte of een onderzoek, dient
daarbij altijd een beslissing te worden genomen over het wel of niet informeren van
aangevers, gevolgd door het uitvoeren van die beslissing.
– De frequentie waarmee de «bulkvoorraad» van de afdeling opsporing wordt besproken
met het OM dient te worden verhoogd.
Deze aspecten maak ik ook onderdeel van mijn besprekingen met KPCN en OM.
Het doet mij tot slot deugd dat de Raad het vertrouwen uitspreekt dat OM en KPCN tot
effectieve en structurele maatregelen komen. In 2020 zal de Raad de ontwikkelingen
op dit terrein volgen in het kader van een algehele review.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid