Brief regering : Resultaten co-voorzitterschap Global Counterterrorism Forum (GCTF)
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 681 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2019
Zoals toegezegd in de brief aan uw Kamer d.d. 11 november 2019 (Kamerstuk 26 150, nr. 184) informeer ik u hierbij over de resultaten van het Nederlandse co-voorzitterschap
                  van het Global Counterterrorism Forum (GCTF) in de periode 2015–20191. Nederland heeft op 25 september jl. tijdens de 10e ministeriële bijeenkomst van de GCTF het co-voorzitterschap overgedragen aan Canada.
               
Oprichting GCTF en het Nederlands voorzitterschap
Het GCTF is een internationaal samenwerkingsverband tegen terrorisme. Het werd in
                  2011 opgericht onder leiding van Turkije en de Verenigde Staten door 29 landen, waaronder
                  Nederland, en de EU. Het forum is informeel en apolitiek en heeft evenveel westerse
                  als niet-westerse leden. Een dergelijk op actie gericht forum voorzag in 2011 in de
                  behoefte om de praktische internationale samenwerking tegen terrorisme te versterken.
                  Binnen het GCTF delen en ontwikkelen landen beleidsaanbevelingen om radicalisering
                  en rekrutering van terroristische groeperingen tegen te gaan en terroristische dreigingen
                  het hoofd te bieden. Daarmee draagt het GCTF direct bij aan de uitvoering van de Global Counter-Terrorism Strategy van de Verenigde Naties (VN).
               
Zoals gedeeld met uw Kamer (Kamerstuk 34 052, nr. 13), volgde Nederland in september 2015 de Verenigde Staten op als covoorzitter. Nederland
                  leidde het GCTF een half jaar lang samen met Turkije, waarna Marokko in april 2016
                  de Turkse positie overnam. In 2017 werd het gezamenlijke voorzitterschap van Marokko
                  en Nederland unaniem voor nog eens twee jaar verlengd. De afgelopen vier jaar heeft
                  Nederland in nauwe samenwerking met Marokko verschillende resultaten geboekt die bijdragen
                  aan het wereldwijd voorkomen en bestrijden van terrorisme. Op die resultaten kan Nederland
                  ook na het voorzitterschap voortbouwen. Daarnaast zal Nederland belangrijke initiatieven
                  die voortkomen uit het GCTF blijven steunen.
               
Inzet van Nederland in het GCTF: verbinden, vernieuwen en versterken
Nederland heeft in haar voorzitterschap erop ingezet om het GCTF actiegerichter en
                  internationaal toonaangevend te maken. De afgelopen vier jaar werden ruim zestig expertbijeenkomsten
                  georganiseerd om nieuwe beleidsaanbevelingen te ontwikkelen. Experts spraken over
                  de dreiging van homegrown terrorisme, detectie van terroristische reisbewegingen en over foreign terrorist fighters (FTF). Ook zijn de technieken die terroristische groepen gebruiken, zoals drones,
                  online propaganda, en de relatie tussen georganiseerde criminaliteit en terroristische
                  netwerken uitvoerig behandeld. Daarnaast keken experts kritisch naar de mogelijkheden
                  voor overheden om de bescherming van zogeheten soft targets te verbeteren, ex-gedetineerden
                  te laten re-integreren in de maatschappij en families en gemeenschappen te helpen
                  om samen radicalisering in de nabije omgeving te signaleren en te voorkomen. Al deze
                  bijeenkomsten leidden gezamenlijk tot achttien nieuwe sets beleidsaanbevelingen onder
                  het leiderschap van Nederland en Marokko (bijlage 1)2. Mocht daar behoefte aan bestaan dan ben ik uiteraard gaarne bereid de Kamer extra
                  informatie te doen toekomen over deze beleidsaanbevelingen.
               
Tijdens het Nederlandse co-voorzitterschap stonden drie doelstellingen centraal: (1) het
                  versterken van het multilaterale samenwerkingskader, (2) het tijdig adresseren van
                  nieuwe dreigingen en (3) het vergroten van de impact van het werk van het GCTF.
               
Verbinden: internationaal, nationaal en lokaal
Internationale steun voor het multilaterale systeem is de afgelopen jaren geen vanzelfsprekendheid,
                  terwijl terrorismedreiging zich niet laat beperken door landsgrenzen. Om deze dreiging
                  effectief tegen te gaan, zijn internationale normen en samenwerking onmisbaar. Nederland
                  heeft via het GCTF op twee manieren ingezet op het verder versterken van de multilaterale
                  inzet tegen deze dreiging. In de eerste plaats de versterking van het GCTF zelf, door
                  het voorzitterschap van het forum,financiële bijdragen aan de duurzaamheid van het
                  forum en de daarbij behorende inspired institutions3. Daarnaast heeft Nederland de samenwerking met de VN geïntensiveerd. Bijvoorbeeld
                  door halfjaarlijkse werksessies te organiseren tussen het GCTF en verschillende VN-agentschappen
                  om coördinatie te versterken en overlap te vermijden. Evenals het beter verbinden
                  van de werkzaamheden van de Under Secretary General for Counterterrorism Vladimir Voronkov en het Counter Terrorism Committee van de VN-Veiligheidsraad (VNVR). In 2018 is een gezamenlijke ministeriële verklaring
                  aangenomen van de VN en het GCTF, waarin de fora de noodzaak voor intensievere samenwerking
                  op het gebied van preventie, accountability en bewijsvergaring, en grensbewaking bevestigen.
               
De overdracht van de Travel Information Portal-software door Nederland aan de VN in
                  2018 vormde eveneens een belangrijke, concrete bijdrage aan het werk van de VN in
                  de strijd tegen terrorisme. Met dit systeem, nu GoTravel genoemd en onder coördinatie van het UN Office on Counter-Terrorism (UNOCT), draagt Nederland direct bij aan de wereldwijde implementatie van VNVR-resolutie
                  2396. Deze resolutie verplicht staten om detectiecapaciteit te ontwikkelen door het
                  gebruik van passagiersgegevens en zo terroristische reisbewegingen te voorkomen, detecteren
                  en onderzoeken.
               
Het GCTF heeft onder Nederlands voorzitterschap ook stappen gezet in de samenwerking
                  met lokale autoriteiten. In 2018 bijvoorbeeld organiseerde Nederland een sessie over
                  de rol van burgemeesters en andere lokale actoren. De burgemeester van Surabaya en
                  sprekers uit Jordaanse en Amerikaanse gemeenten vertelden over hun ervaring met terrorisme
                  en de aanpak daarvan. De sessie vormde de inspiratie voor Australië en Indonesië om
                  dit onderwerp verder te verdiepen en beleidsaanbevelingen worden momenteel ontwikkeld.
                  Daarnaast organiseerde Nederland in 2019 een bijeenkomst voor nationale coördinatoren
                  die verantwoordelijk zijn voor beleid op het terrein van contraterrorisme, zoals de
                  Nederlandse Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en diens
                  evenknieën. Het doel was om de ontwikkeling van een integrale aanpak op nationaal
                  niveau in verschillende landen ter bestrijding van gewelddadig extremisme (CVE – countering
                  violent extremism), en daarmee inbedding van het werk van de GCTF, te versterken.
               
Vernieuwen: staying ahead of the curve, nieuwe dreigingen vroegtijdig aanpakken
De meerwaarde van het GCTF ligt onder meer in het feit dat het GCTF in staat is om
                  nieuwe dreigingen vroegtijdig aan te pakken en de slag te maken van analyse naar advies
                  en implementatie. Dankzij het apolitieke, informele karakter van het GCTF is er ruimte
                  om vaak gevoelige thema’s te bespreken met een diverse groep landen uit verschillende
                  regio’s. Hiermee functioneert het GCTF regelmatig als startplaats voor discussies
                  die later in de VN of andere (regionale) organisaties met een grotere groep landen
                  worden gevoerd.
               
Nederland speelt al jaren een vernieuwende en aanjagende rol in het GCTF door nieuwe
                  uitdagingen te agenderen. Zo leidde Nederland sinds 2017 een reeks GCTF-bijeenkomsten
                  over de verbanden tussen georganiseerde misdaad en terrorisme. Dit vanuit de gedachte
                  dat, hoewel terrorisme in tegenstelling tot de georganiseerde misdaad veelal op ideologische
                  leest is geschoeid, zij ook behoefte hebben aan middelen (wapens, geld) om hun terroristische
                  activiteiten te kunnen uitvoeren. Dit is nu precies waar de georganiseerde misdaad
                  in kan voorzien. De beleidsaanbevelingen die uit deze bijeenkomsten werden ontwikkeld
                  vormen een basis voor andere landen om dit fenomeen aan te pakken, die tot op het
                  niveau van VNVR-resoluties (2482, 2019) zijn erkend.
               
Ook plaatste Nederland de complexe vraagstukken rondom terugkerende families van FTF
                  al in 2013 op de internationale agenda om daarmee beleid te kunnen versterken. Nederland
                  had destijds zelf te maken met een toenemende stroom uitreizigers naar het strijdgebied,
                  maar het ontbrak aan structurele internationale besprekingen over dit probleem. Nu
                  richt de internationale gemeenschap zich op de uitdaging van FTF die willen terugkeren
                  en het vraagstuk hoe FTF te berechten. Bovendien kon Nederland zijn kennis en expertise
                  op de persoonsgerichte aanpak van terugkeerders delen, en daarmee andere landen steunen
                  bij het ontwikkelen van beleid en capaciteit op dit vraagstuk.
               
Tegelijk kan Nederland profiteren van de deskundigheid binnen het GCTF voor nationale
                  uitdagingen, bijvoorbeeld in het tegengaan van het gebruik van drones door terroristen,
                  het verbeteren van bewijsvergaring en aandacht voor accountability.
               
Bij aanvang van het GCTF co-voorzitterschap liep Nederland wereldwijd voorop in zijn
                  preventieve aanpak van gewelddadig extremisme. Als covoorzitter van het GCTF kon Nederland
                  internationaal meer aandacht genereren voor een balans tussen voorkomen en bestrijden
                  van terrorisme en het waarborgen van mensenrechten. Deze benadering vereist geduld
                  van autoriteiten en is niet in alle landen de eerste keus. Maar om effectief te zijn
                  in het terugdringen van rekrutering is naast inzet op bestrijding en vervolging ook
                  aandacht nodig voor preventie en het tegengaan van radicalisering.
               
Op de valreep van het co-voorzitterschap organiseerde Nederland een expert panel over
                  de impact van terrorismefinancieringsmaatregelen op de activiteiten van het maatschappelijk
                  middenveld. Wereldwijd wordt weliswaar erkend dat terrorismefinancieringsmaatregelen
                  het maatschappelijk middenveld kunnen hinderen bij de ontplooiing van hun activiteiten,
                  maar discussies hierover worden te vaak in te beperkte kring gevoerd. Nederland hecht
                  groot belang dat alle relevante spelers, waaronder overheden, mensenrechtenverdedigers,
                  humanitaire organisaties en financiële instanties, bij dit onderwerp worden betrokken.
                  De GCTF-bijeenkomst in New York vormde een perfecte gelegenheid om hier als Nederland
                  actief invulling aan te geven. Naast vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties
                  nam ook de VN Special Rapporteur on Promotion and protection of human rights and fundamental freedoms
                     while countering terrorism deel aan deze discussie. Het was een van de eerste sessies over dit thema waarin
                  de CT-gemeenschap en het maatschappelijk middenveld hierover met elkaar in gesprek
                  gingen.
               
Versterken: van beleidsaanbevelingen naar impact
De aanpak van terrorisme en het voorkomen van radicalisering vereist inzet van verschillende
                  actoren. Daarom heeft Nederland consequent ingezet op het betrekken van het maatschappelijk
                  middenveld en het versterken van samenwerking tussen internationale fora en nationale
                  en lokale autoriteiten. Als voorzitter heeft Nederland ook het belang van preventie
                  hoger op de internationale agenda geplaatst. Dit vanuit de gedachte dat alleen op
                  deze wijze duurzaam aan terrorismebestrijding kan worden gedaan.
               
Internationale beleidsaanbevelingen hebben de grootste waarde wanneer ze bruikbaar
                  zijn in de context van verschillende landen en regio’s. Daarom heeft Nederland zich
                  hard gemaakt voor het betrekken van zoveel mogelijk verschillende visies bij het GCTF.
                  Bijvoorbeeld door bij de expertbijeenkomsten naast de 30 GCTF-leden en de VN ruim
                  100 landen en organisaties uit te nodigen die geen lid zijn van het forum. Het maatschappelijk
                  middenveld en lokale uitvoerende organisaties zijn daar een belangrijk onderdeel van,
                  evenals professionals uit het strafrecht, de zorg en het onderwijs, gemeenschapsleiders,
                  veiligheidsdiensten en academici.
               
Tot slot vervullen de drie GCTF inspired institutions GCERF, Hedayah en IIJ, een belangrijke rol in de verstaalslag van beleid naar praktijk. Met financiële
                  bijdragen van onder andere Nederland trainde het IIJ ruim 4.000 rechters en andere
                  professionals uit de justitiële sector, en heeft GCERF met zijn lokale projecten ruim
                  1 miljoen mensen bereikt.
               
Het Nederlandse leiderschap binnen het GCTF heeft een sterke impuls gegeven aan het
                  internationale aanzien van Nederland op terrorismebestrijding. In de VN, EU en NAVO
                  heeft Nederland een prominentere rol verworven. Ook is door het voorzitterschap de
                  bilaterale samenwerking met enkele hoofdrolspelers in de internationale terrorismebestrijding
                  versterkt. Nederland speelde, mede vanwege de inzet van de Nederlandse Regionale Veiligheidscoördinatoren
                  in Azië, het Midden-Oosten, de Golf, Noord-Afrika en Oost- en West-Afrika, sinds de
                  oprichting van het forum een aanjagende rol in het internationale speelveld en verwierf
                  hier als covoorzitter een leidende en agenderende positie. De waardering voor Nederland
                  als partner in het formuleren van CT-beleid is daarmee aanzienlijk toegenomen.
               
Met de leidende rol in het GCTF heeft Nederland een belangrijke bijdrage geleverd
                  aan de verbetering van de wereldwijde samenwerking tegen terrorisme waarop Nederland
                  ook in de toekomst en als «gewoon» lid van de GCTF kan voortbouwen.
               
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
