Brief regering : Onderzoek SAR helikopters
30 490 Kustwacht In Nederland
Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2019
Op 17 oktober jongstleden heeft de Minister van Defensie mede namens mij en de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid u de antwoorden toegestuurd op vragen van de
leden Belhaj, Van Weyenberg en Paternotte (allen D66) over het bericht «Een ongeluk
waar je niets van leert».1 In aanvulling op deze beantwoording wil ik u laten weten dat een onderzoek is gestart
naar de levering van de Search and Rescue (SAR) helikopterdiensten.
De SAR-diensten omvatten het 24 uur per dag, zeven dagen per week garanderen dat in
nood verkerende bemanningen en passagiers van schepen, luchtvaartuigen en mijnbouwinstallaties
of mensen betrokken bij andere activiteiten op zee snel kunnen worden opgespoord en
gered.
Dit betekent dat de SAR helikopter in veel gevallen een laatste redmiddel is. Op dit
is onvoldoende zekerheid over het functioneren van de SAR-dienstverlening. Dit moet
worden onderzocht en opgelost. Ik verwacht u begin 2020 te informeren over de uitkomsten
van dit onderzoek.
Daarnaast ben ik gestart met het uitwerken van de wijze waarop het toezicht op de
vliegende eenheden (vliegtuigen en helikopters) van de Kustwacht en de SAR organisatie
in Nederland en Caribisch Nederland vormgegeven moet worden. Dit wordt gedaan in gezamenlijkheid
met de andere ministeries die betrokken zijn bij de Kustwacht.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat