Brief regering : Stand van zaken Aanpak online seksueel kindermisbruik
31 015 Kindermishandeling
Nr. 180 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2019
De aanpak van online seksueel kindermisbruik is van groot belang en in mijn voortgangsbrief
van 3 juli 20191 gaf ik aan de problematiek in Europa te agenderen. Inmiddels heb ik de aanpak geagendeerd
en besproken in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-raad) op 7 en 8 oktober
2019 (Kamerstuk 32 317, nr. 577). In een aparte bijeenkomst en marge hiervan heb ik opgeroepen tot een integrale
aanpak van online seksueel kindermisbruik. Voorafgaand aan deze dagen heb ik een bijeenkomst
met justitie ministers van een aantal lidstaten georganiseerd en een effectievere
bestrijding van online seksueel kindermisbruik doorgenomen. In voorliggende brief
geef ik een nadere stand van zaken. Ook benoem ik het bestuursrechtelijke wetgevingstraject
en ga ik kort in op een recente campagne van «Stop It Now».
Ministerieel overleg met de justitie ministers
Op 30 september 2019 organiseerde ik in Den Haag een bijeenkomst van de justitie ministers
(of hun vertegenwoordigers) van Frankrijk, België, Luxemburg, Duitsland, Spanje en
Italië.2 Hier heb ik de bestrijding van online seksueel kindermisbruik geagendeerd, met een
focus op snelle verwijdering van online materiaal. Als aftrap gaven de directeuren
van INHOPE3 en het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) in een onafhankelijke presentatie
een onomwonden beeld van de problematiek. Voor Nederland bracht ik mijn integrale
aanpak naar voren en heb ik de waarde van publiek-private samenwerking benadrukt.
Ik heb daarbij opgeroepen om een stevige aanpak vorm te geven die naast publiek-private
maatregelen ook preventieve, strafrechtelijke en mogelijk toekomstige bestuursrechtelijke
maatregelen combineert. De Ministers verklaarden zich te zullen inzetten om seksueel
misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen te bestrijden, zowel offline als online
op EU-niveau.
Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen
Nederland heeft fors ingezet op Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik
van kinderen4 en tijdens de JBZ-raad op 8 oktober zijn de conclusies aangenomen. De combinatie
van preventieve acties en publiek-privaat samenwerken, naast stevig strafrechtelijk
optreden, hebben hierin een belangrijke plaats gekregen. Daarbij is ook het belang
van internationaal samenwerken onderstreept. De Commissie stelde dat met deze Raadsconclusies
de Raad een duidelijk signaal geeft tegen seksueel kindermisbruik en benoemde het
belang van preventieve maatregelen. Ik heb zelf in een interventie uitdrukkelijke
steun uitgesproken voor de Raadsconclusies en de urgentie aangegeven om de conclusies
in concrete acties om te gaan zetten. Het Finse voorzitterschap concludeerde dat er
brede steun was voor de Nederlandse oproep.
EU internet forum
Tijdens het door de Commissie georganiseerde «EU Internet Forum» en marge van de JBZ-Raad
op 7 oktober, heb ik de aanpak van online seksueel kindermisbruik actief geagendeerd.
Ik heb mijn bijdrage benut om te wijzen op de impact van de problematiek, de urgentie
om hier gezamenlijk binnen de EU tegen te strijden en de bredere integrale aanpak
die ik daarbij succesvol acht. Daartoe heb ik het Nederlandse meersporenbeleid tegen
seksueel kindermisbruik uiteengezet. Naast de versterking van de strafrechtelijke
aanpak, heb ik opgeroepen ook prioriteit te geven aan preventiebeleid en aan een sterke
publiek-private samenwerking. Besloten is de aanpak van online seksueel kindermisbruik
te borgen door het voortaan structureel te agenderen op het EU internet forum.
Encryptie
Naar aanleiding van een aankondiging van een groot social media bedrijf om over te
gaan op end-to-end encryptie, is opnieuw discussie ontstaan over de impact daarvan
op de opsporing van ernstige misdrijven. Kamervragen van het lid Verhoeven (D»66)
heb ik hierover recent beantwoord5. Ik ben bezorgd over de toekomstige effectiviteit van opsporing naar bijvoorbeeld
het vervaardigen, verspreiden of bezitten van kinderporno, zware criminaliteit en
terrorisme, omdat encryptie het (tijdig) verkrijgen van inzicht in de communicatie
ten behoeve van de bescherming van de nationale veiligheid en de opsporing van strafbare
feiten bemoeilijkt, vertraagt of zelfs onmogelijk maakt. Deze zorg doet niets af aan
het belang dat ik ook hecht aan een veilige communicatie tussen burger, bedrijf en
overheid, aan cybersecurity, aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en
aan de toegevoegde waarde van encryptie voor de digitale economie in Nederland. Bovenstaande
uitgangspunten zijn verwoord in het kabinetsstandpunt over encryptie uit 2016 en ik
streef er naar oplossingen te vinden die binnen de kaders van het standpunt passen.
Daarvoor is overleg en samenwerking met publieke en private belanghebbenden noodzakelijk,
daarom start ik een nieuw overleg hierover.
Bestuursrechtelijke aanpak
In eerdergenoemde brief van 3 juli 2019 kondigde ik de start van een wetgevingstraject
aan om de verwijdering van online kinderpornografisch materiaal middels het bestuursrecht
af te dwingen. Het wetsvoorstel introduceert een wettelijke verplichting om online
kinderpornografisch materiaal na een melding binnen een korte termijn ontoegankelijk
te maken. Naleving van deze verplichting wordt afgedwongen met een last onder dwangsom
of een bestuurlijke boete. Dit is voor mij een belangrijk en urgent traject dat voortvarend
is opgepakt, want ik wil zo snel mogelijk ter consultatie.
Nieuwe campagne «Stop It Now»
In november 2019 heeft het EOKM een nieuwe campagne gelanceerd in het kader van «Stop
It Now». Op reguliere pornowebsites zijn banners geplaatst met als landingsplaats
de campagnewebsite: www.stop-kindermisbruik.nl. De campagne roept op kinderporno te melden en het stimuleert mensen een hulplijn
te bellen wanneer ze zelf pedofiele gevoelens denken te hebben, of vermoeden dat iemand
in de omgeving die heeft.
Sluitende aanpak
Nu ik in internationaal verband het voortouw heb kunnen nemen om de aanpak van online
seksueel kindermisbruik te stimuleren, kom ik tot een steeds meer sluitende aanpak.
De combinatie van preventie, publiek-privaat samenwerken, bestuursrechtelijk handhaven
en strafrechtelijk aanpakken biedt ook internationale partners een extra impuls om
de strijd beter vorm te geven. Online seksueel kindermisbruik is een maatschappelijk
probleem dat vanuit alle mogelijke kanten in de samenleving moet worden aangepakt:
zowel binnen als buiten onze landsgrenzen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid