Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van het lid Ellemeet c.s. over de gevolgen van contractering op de kwaliteit van paramedische zorg
33 578 Eerstelijnszorg
Nr. 77
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2019
De vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft mij verzocht
om per brief aan te geven hoe ik de motie van het lid Ellemeet c.s. (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 71) ga afhandelen. Deze motie verzoekt mij om tot bestuurlijke afspraken met de paramedische
sector komen. Aanvullend verzoekt u mij het Zorginstituut Nederland in kaart te laten
brengen wat de gevolgen zijn van de huidige contractering op de kwaliteit van de paramedische
zorg zonder aanvullende administratieve lasten voor zorgverleners te creëren.
In een eerdere brief aan uw Kamer (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 91) heb ik aangegeven dat ik ernaar streefde om te komen tot bestuurlijke afspraken
met partijen in de paramedische zorg. Zoals u weet, is dat gelukt (Kamerstuk 33 578, nr. 67) en ik ben blij met dat resultaat.
Tevens gaf ik u aan dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een monitor paramedische
zorg zou opleveren, waarin zij in gaat op betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid
van de paramedische zorg. Ook deze monitor heeft u ontvangen (Kamerstuk 33 578, nr. 62). Ik heb toen ook aangegeven om na het uitkomen van de NZa-monitor te zullen kijken
of aanvullend onderzoek door het Zorginstituut nodig zou zijn.
U geeft terecht aan dat in de monitor van de NZa niet specifiek is onderzocht wat
het effect is van de behandelindex en het gebruik hiervan in de contractering op de
kwaliteit van zorg. Echter, in de bestuurlijke afspraken heb ik met partijen ook afgesproken
dat zij werken aan:
– de doorontwikkeling van de behandelindex fysiotherapie;
– het vormgeven van het traject om voor de fysiotherapie te komen tot een uniforme resultaatindex;
– een eerste verkenning naar een resultaatindex voor de oefentherapie en logopedie.
Inmiddels zijn partijen voortvarend van start gegaan met de uitvoering van de bestuurlijke
afspraken. Ik heb er dan ook vertrouwen in dat bovenstaande afspraken tot resultaten
zullen leiden. Dit zal bijdragen aan (meer inzicht in) de kwaliteit van de paramedische
zorg.
Met het maken van de bestuurlijke afspraken en het opnemen van deze concrete afspraken
over de behandel- en resultaatindex ben ik van mening dat uw motie op een goede manier
wordt uitgevoerd. Een apart onderzoek naar de huidige behandelindex acht ik niet van
meerwaarde. Bovendien bestaat bij dit soort onderzoek het risico dat dit extra (administratieve)
lasten voor de beroepsgroepen met zich meebrengt. Dit wil ik graag voorkomen, ook
omdat in de uitvoering van de bestuurlijke afspraken al veel van de beroepsgroepen
en hun vertegenwoordigers wordt gevraagd.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg