Brief regering : Schiphol Gebruiksprognose 2020
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 377 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2019
Schiphol Group stelt jaarlijks een gebruiksprognose op voor het nieuwe gebruiksjaar
van de luchthaven Schiphol. Over elke gebruiksprognose wordt in mijn opdracht een
contra-expertise uitgevoerd. Daarnaast stelt de Omgevingsraad Schiphol (ORS) een advies
op over de gebruiksprognose. Na afloop van elk gebruiksjaar wordt de gebruiksprognose
van dat gebruiksjaar geëvalueerd. Daarbij wordt onder meer de werkelijk opgetreden
geluidbelasting vergeleken met de verwachting in de gebruiksprognose.
Met deze brief bied ik u aan de evaluatie van de Schiphol Gebruiksprognose 2018 en
de Schiphol Gebruiksprognose 20201. In de Schiphol Gebruiksprognose 2020 zijn de uitkomsten van de evaluatie en de bevindingen
van de contra-expertise over de Schiphol Gebruiksprognose 2019 meegenomen. Tevens
bied ik aan de bij de Schiphol Gebruiksprognose 2020 horende contra-expertise en het
ORS-advies2. In de hiernavolgende paragrafen geef ik een korte toelichting op de afzonderlijke
documenten.
1. Evaluatie van de Schiphol Gebruiksprognose 2018
In de evaluatie van de Schiphol Gebruiksprognose 2018 zijn het in gebruiksjaar 2018
werkelijk opgetreden gebruik van de luchthaven en de milieueffecten daarvan vergeleken
met de verwachtingen in de gebruiksprognose voor het gebruiksjaar 2018.
Enkele conclusies uit de evaluatie:
• Er zijn in 2018 circa 497.400 gerealiseerde vliegtuigbewegingen. De Gebruiksprognose
2018 prognosticeerde er 496.600.
• In de nachtperiode zijn 31.200 vliegtuigbewegingen uitgevoerd, terwijl in de Gebruiksprognose
2018 er 31.700 waren voorzien.
• Het gerealiseerde baangebruik vertoont verschillen met het in de Gebruiksprognose
2018 opgenomen geprognosticeerde baangebruik. Deze verschillen zijn het gevolg van:
– groot baanonderhoud: er is 4 weken onderhoud geweest aan de preferente Polderbaan
in 2018. Hiervan was 1 week ongepland vanwege een spoedreparatie. Tijdens onderhoud
aan de Polderbaan neemt de Zwanenburgbaan veel van het verkeer over;
– de weerscondities: in gebruiksjaar 2018 was er bovengemiddeld veel noorderwind, waardoor
er meer inzet is geweest van noordelijke baancombinaties dan geprognosticeerd voor
gemiddeld weer;
– operationele omstandigheden: het gaat hierbij met name om wijziging in zichtlimieten,
de normale onderhoudsweken en overige operationele verstoringen op de dag, zoals vertragingen,
stakingen, enz.
• De werkelijk opgetreden geluidbelasting wijkt af van de in de Gebruiksprognose 2018
opgenomen geprognosticeerde geluidbelasting. De redenen hiervoor zijn met name de
in het vorige punt genoemde oorzaken voor het afwijkend baangebruik en de veroorzaakte
geluidbelasting door helikoptervluchten. Er is gebleken dat de in de gebruiksprognose
gebruikte opschaling van de totale geluidbelasting met 2,5% vanwege niet-handelsverkeer,
niet voldoende is om de effecten van helikopterverkeer mee te nemen in de gebruiksprognose
(zie hiervoor ook paragraaf 3 en 4 van deze brief). In de Schiphol Gebruiksprognose
2020 is wel ter informatie aangeven wat de bijdrage van helikopterverkeer is aan de
prognose van de geluidbelasting, door het gerealiseerde helikopterverkeer uit 2018
mee te nemen in de voorspelling van de geluidbelasting als gevolg van helikopterverkeer
in 2020.
• De milieueffecten (geluidbelasting, emissies en externe veiligheid) vallen binnen
de grenzen voor gelijkwaardigheid.
2. Schiphol Gebruiksprognose 2020
In de Schiphol Gebruiksprognose 2020 wordt aangegeven wat het verwachte gebruik van
de luchthaven Schiphol is in het gebruiksjaar 2020. Dat gebruiksjaar loopt van 1 november
2019 tot en met 31 oktober 2020. Ook wordt in de gebruiksprognose aangegeven wat dit
gebruik betekent voor de geluidbelasting van de omgeving, externe veiligheid en emissies
per ton startgewicht.
In de Gebruiksprognose 2020 wordt ervan uitgegaan dat de operatie van de luchthaven
wordt uitgevoerd conform de regels en normen van het Nieuw Normen- en Handhavingstelsel
Schiphol (NNHS). De European Civil Aviation Conference (ECAC) beveelt aan om de geluidbelasting
rondom civiele luchthavens volgens ECAC Doc29 te bepalen. Alle geluidberekeningen
in de Gebruiksprognose 2020 zijn, in tegenstelling tot voorgaande jaren, uitgevoerd
volgens de «ECAC Doc29 implementatie voor Schiphol»3. Voor de toets aan gelijkwaardigheid, zijn ook berekeningen uitgevoerd volgens de
rekenvoorschriften voor het Nederlands RekenModel (NRM), omdat de geldende gelijkwaardigheidscriteria
op basis van berekeningen met het NRM zijn vastgelegd. ECAC Doc29 implementatie voor
Schiphol maakt het mogelijk de geluidbelasting als gevolg van handelsverkeer nauwkeuriger
te prognosticeren, omdat het dichter aansluit bij de werkelijkheid dan de uitkomsten
volgens het NRM.
Enkele belangrijke onderdelen van de Gebruiksprognose 2020 zijn:
• In het gebruiksjaar 2020 worden circa 497.400 vliegtuigbewegingen verwacht. Dit is
vergelijkbaar met het aantal vliegtuigbewegingen dat in gebruiksjaar 2019 heeft plaatsgevonden.
• Dit betekent dat Schiphol in het volgend gebruiksjaar geen verdere groei van het aantal
vliegtuigbewegingen toestaat. Hiermee voldoet Schiphol aan de afspraak die is gemaakt
in het kader van het NNHS dat het aantal vliegtuigbewegingen tot en met 2020 niet
meer mag bedragen dan 500.000 per jaar.
• Van de totaal circa 497.400 vliegtuigbewegingen worden er 31.200 in de nacht verwacht.
Daarmee blijft Schiphol onder de in het LVB vastgelegde 32.000.
• In de gebruiksprognose wordt aangetoond dat de geluidbelasting bij het verwachte gebruik
van Schiphol in gebruiksjaar 2020 past binnen de criteria voor gelijkwaardige bescherming.
Ook wordt aangetoond dat naar verwachting aan de van toepassing zijnde normen voor
externe veiligheid en emissies wordt voldaan.
3. Contra-expertise van de Schiphol Gebruiksprognose 2020
Advanced Decision Systems Airinfra BV (ADECS) heeft in mijn opdracht een contra-expertise
uitgevoerd op de berekeningen in de Gebruiksprognose 2020. De contra-expertise heeft
tot doel om na te gaan of de berekeningen in de gebruiksprognose, waaruit blijkt of
binnen gelijkwaardigheid wordt gebleven en of de regels van het NNHS correct worden
toegepast, op een juiste wijze zijn uitgevoerd.
De contra-expertise geeft aan dat de berekeningen in de Gebruiksprognose 2020 correct
zijn uitgevoerd. De onjuistheden die waren geconstateerd tijdens de contra-expertise
zijn gecorrigeerd vóór het opleveren van de gebruiksprognose. Verder stelt de contra-expertise
dat aan de geldende gelijkwaardigheidscriteria wordt voldaan.
Er zijn enkele aandachtspunten voor de volgende gebruiksprognose opgenomen. Twee belangrijke
aanbevelingen, waar ik in paragraaf 4 verder op in ga, betreffen het (1) meer realistisch
meenemen in de gebruiksprognose van niet-handelsverkeer, zodat de verdeling op lokaal
niveau meer met de werkelijkheid overeenkomt en (2) het blijven volgen van ontwikkelingen
op Europees niveau wat betreft de implementatie van helikoptergeluid in het Doc29
rekenmodel. Aanbevolen wordt om de bijdrage van helikopters aan de geluidbelasting
toe te voegen aan de gebruiksprognose. Tot die tijd wordt aanbevolen om in de gebruiksprognose
door middel van gegevens uit het meest recente gebruiksjaar inzichtelijk te maken
hoe de geluidbelasting van het helikopterverkeer zich verdeelt over de omgeving.
4. Het advies van Omgevingsraad Schiphol (ORS)
Europese rekensystematiek (ECAC Doc29)
Het opstellen van de Gebruiksprognose 2020 met ECAC Doc29 implementatie voor Schiphol
geeft invulling aan eerdere verzoeken van de omgevingspartijen om de informatievoorziening
van de gebruiksprognose te verbeteren door gebruik te maken van het Europese rekenmodel.
Verschillen
De ORS wijst op het verschil tussen het aantal ernstig gehinderden in de Gebruiksprognose
2018 en de daadwerkelijke realisatie in het gebruiksjaar 2018. De ORS geeft aan dat
hinder lijkt te worden onderschat in de gebruiksprognose. Zoals in paragraaf 1 van
deze brief is aangegeven, zijn de verschillen geheel te verklaren door groot baanonderhoud,
de weerscondities, operationele omstandigheden en de geluidbelasting als gevolg van
het helikopterverkeer.
Groot en klein onderhoud
De ORS verzoekt aan Schiphol Group om zich in te spannen om bij de uitvoering van
het onderhoud de omgeving proactief te informeren over de te verwachten effecten.
Ik heb Schiphol Group gevraagd om aan dit verzoek gehoor te geven.
Aandeel niet-handelsverkeer in de geluidbelasting
De ORS herhaalt haar verzoek aan mij om al het gerealiseerde niet-handelsverkeer (hieronder
vallen bijvoorbeeld helikopters) en de hinder daarvan mee te nemen bij de toetsing
op gelijkwaardigheid. Hiermee bedoelt de ORS dat de groei van het niet-handelsverkeer
ertoe heeft geleid dat de omvang van dit niet-handelsverkeer groter is dan de 2,5%
opschaling die gebruikt wordt bij de toets op de gelijkwaardigheidscriteria. In beide
rekenmodellen (ECAC Doc29 implementatie voor Schiphol en NRM) wordt voor de toets
op gelijkwaardigheid de geluidbelasting als gevolg van niet-handelsverkeer geprognosticeerd
door de berekende geluidbelasting van het handelsverkeer met 2,5 procent te verhogen.
Hoewel de groei past binnen de criteria voor gelijkwaardigheid, wil ik bezien of deze
ook op een andere manier kunnen worden meegenomen. Een structurele oplossing voor
de wijze waarop niet-handelsverkeer kan worden meegenomen, moet in ieder geval recht doen aan twee voorwaarden:
de grootte van de geluidbelasting en de locatie van de geluidbelasting moeten voldoende
kunnen worden geprognosticeerd. Een gevolg van de opschaling is namelijk met name
dat zij onvoldoende recht doet aan de locatie waar de geluidbelasting van het niet-handelsverkeer
optreedt. Dit is zichtbaar in de evaluatie van de Gebruiksprognose 2018, waarin het
verschil tussen gerealiseerde geluidbelasting en de verwachte geluidbelasting als
gevolg van helikoptergeluid inzichtelijk is gemaakt.
In mijn brief over de Schiphol Gebruiksprognose 2019 (Kamerstuk 29 665, nr. 349) gaf ik aan uw Kamer te zullen informeren over een rekenmodel voor helikoptergeluid.
Onderstaand ga ik hier nader op in.
ECAC Doc29 bevat alleen voorschriften over de modellering met betrekking tot een «fixed
wing aircraft» en bevat geen voorschriften voor een «rotory wing aircraft», waaronder
helikopters. EASA (European Union Aviation Safety Agency), het agentschap van de Europese
Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, heeft een model, NORAH (Noise of Rotorcraft
Assessed by Hemispheres), laten ontwikkelen waarmee helikoptergeluid kan worden berekend.
Het NLR is één van de instituten die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit
helikoptermodel. De werkgroep die ECAC Doc29 beheert, heeft recent besloten een eerste
aanbeveling te publiceren waarin dit helikoptermodel is opgenomen. Dat is een positieve
ontwikkeling. Publicatie is voorzien begin 2021. Tevens heeft EASA een onderzoeksprogramma
in voorbereiding om dit helikoptermodel verder te verbeteren.
De richtlijn 2002/49/EG van het Europees parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake
de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai verplicht om rekenmethoden waarmee
geluidbelastingen worden berekend in Europees verband te harmoniseren. Ik voldoe met
het toepassen van ECAC Doc29 aan deze verplichting. Voor helikoptergeluid is, zoals
aangegeven, op dit moment nog geen geharmoniseerde rekenmethode beschikbaar. Nadat
het helikoptermodel door ECAC is gepubliceerd, zal ik bezien hoe dit model voor de
situatie van Schiphol kan worden ingezet.
Het meeste helikopterverkeer op Schiphol is maatschappelijke verkeer. Maatschappelijk
verkeer bestaat uit helikopervluchten die worden uitgevoerd door politie en kustwacht
ten behoeve van toezicht, opsporing, handhaving, en hulpverlening in geval van een
noodsituatie. De Schiphol Group heeft geen mogelijkheid om hierin te sturen. Ik zal
de Schiphol Group vragen om de geluidbelasting als gevolg van maatschappelijk verkeer
mee te blijven nemen in de gebruiksprognose.
Bespreken van aandachtspunten uit de contra-expertise
Zoals in paragraaf 3 van deze brief is aangegeven, zijn in de contra-expertise van
de Gebruiksprognose 2020 aanbevelingen gedaan voor een volgende gebruiksprognose.
De ORS verzoekt om de opsteller van de contra-expertise (het bureau ADECS) in de komende
periode te laten toezien of deze aanbevelingen door Schiphol Group worden overgenomen.
Ik onderschrijf deze vraag van de ORS. Het nagaan wat er met de aanbevelingen uit
de contra-expertise is gedaan maak ik onderdeel van de contra-expertise van de volgende
gebruiksprognose.
Toetsbare criteria voor beoordelen uitvoering nieuwe stelsel
Enkele partijen in de ORS hebben de wens geuit om zo snel mogelijk te komen tot toetsbare
criteria voor de uitvoering van het NNHS en de handhaving van die criteria. Dit betreft
in het bijzonder het gebruik van de vierde baan en de van toepassing zijnde uitzonderingsgronden.
Zoals bekend werk ik voor de korte termijn aan de vastlegging van het NNHS in het
LVB-1. De uitvoering van het nieuwe stelsel (het geluidpreferentieel vliegen) wordt
al beoordeeld door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). ILT anticipeert hiermee
op toekomstige regelgeving. De ORS wenst, vooruitlopend op het vastleggen van handhaving
in regelgeving, om na afloop van ieder kwartaal in het gebruiksjaar geïnformeerd te
worden over de naleving van de regels (ten aanzien van het gebruik van de vierde baan
en de van toepassing zijnde uitzonderingsgronden).
Ik onderschrijf de wens van omwonenden om actueel inzicht te hebben in dit soort informatie.
Ik constateer dat Schiphol Group het afgelopen gebruiksjaar de kwartaalrapportage
relatief laat na afloop van een kwartaal uit het gebruiksjaar (31 januari, 30 april,
31 juli, 31 oktober) publiekelijk beschikbaar heeft gesteld. Ik zal aandacht vragen
bij Schiphol Group voor een tijdige informatievoorziening aan de omgeving.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat