Brief regering : Inzet middelen onderzoeksdeel Toekomstfonds
32 637 Bedrijfslevenbeleid
31 288
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 389
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2019
In de toelichting op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
is de toezegging opgenomen dat uw Kamer in het laatste kwartaal van 2019 zal worden
geïnformeerd over de inzet van de in 2020 beschikbare middelen in het deel fundamenteel
en toegepast onderzoek van het Toekomstfonds (hierna: onderzoeksdeel van het Toekomstfonds)
(Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 2). Mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap informeer ik u met
deze brief over de door ons voorgenomen inzet.
In de brieven aan uw Kamer van 11 december1 en 21 december 20182 is de nieuwe subsidieregeling Thematische Technology Transfer aangekondigd (TTT-regeling).
Doel hiervan was en is om thematische samenwerkingsinitiatieven tussen publieke kennisinstellingen
en private partijen te stimuleren die specifieke combinaties van sterke wetenschapsgebieden,
nieuwe innovatieve bedrijvigheid en maatschappelijke impact verbinden.
De TTT-regeling is op 1 februari 2019 gepubliceerd en het indienen van aanvragen voor
de regeling was mogelijk van 1 april tot en met 3 juni. Op 26 september jl. is bekend
gemaakt dat drie consortia van onderzoeksorganisaties en durfinvesteerders ieder € 8
miljoen uit het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds krijgen.3 Het gaat om de thema’s regeneratieve geneeskunde/cardiovasculair onderzoek, smart systems en circulaire oplossingen. Het eerste consortium levert een bijdrage aan oplossingen
voor bijvoorbeeld hart- en nierziekten. Bij smart systems worden slimme oplossingen ontwikkeld op tal van terreinen uiteenlopend van thuistoepassingen
tot voedselproductie. Het consortium circulaire technologie draagt bij aan het behalen
van de doelstellingen met betrekking tot het (her)gebruik van grondstoffen. Op deze
drie thema’s zal er met de toegekende middelen extra aandacht zijn voor kennisverspreiding
en is startkapitaal beschikbaar ten behoeve van kennisstarters die binnen deze thema’s
actief willen worden. De TTT-regeling stimuleert dat de samenleving de vruchten plukt
van de kennis van wetenschappers en dat hoogwaardige kennisbedrijven van de grond
komen die economisch belang koppelen aan maatschappelijke uitdagingen.
De ervaringen met de TTT-regeling zijn zo goed dat ik samen met de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap de in 2019 en 2020 beschikbare middelen in het onderzoeksdeel
van het Toekomstfonds zal inzetten voor een tweede tender. Het niveau van de aanvragen
ligt hoog en de belangstelling voor de regeling blijkt groot, evenals het belang van
de gehonoreerde thema’s. Zo konden enkele door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO.nl) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) positief
beoordeelde aanvragen vanwege de hoeveelheid beschikbare middelen niet worden gehonoreerd.
Daarnaast waren er aanvragen die potentie hebben als zij op onderdelen worden verbeterd.
Er zijn ook signalen dat er mogelijke consortia met relevante thema’s zijn die geen
aanvraag hebben gedaan bij de eerste tender, maar die dat naar verwachting bij een
tweede tender wel zullen doen. De ervaringen met de eerste tender hebben geleerd dat
thematische krachtenbundeling maximaal is als zoveel mogelijk onderzoeksorganisaties
die in Nederland werken aan het thema, betrokken zijn bij het kennisoverdrachtplan.
Dat betekent dat naast de universiteiten en toegepaste onderzoeksorganisaties ook
de hogescholen in beeld moeten zijn.
Een tweede tender bij de TTT-regeling maakt het mogelijk om verdere kennisoverdracht
op relevante thema’s te stimuleren en om innovatieve bedrijven te ontwikkelen die
bijdragen aan het toekomstig groeivermogen van de Nederlandse economie en oplossingen
kunnen leveren voor maatschappelijk vraagstukken.
Ik streef ernaar om in de eerste helft van 2020 de periode van openstelling van de
tweede tender publiceren met daarbij het subsidieplafond.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat