Brief regering : Invulling van de motie van het lid Van der Lee over het onderzoeken van de wijze waarop waterzijdig inregelen toegevoegd kan worden aan de lijst van erkende maatregelen (Kamerstuk 35000-XIII-71) en de motie van de leden Van der Lee en Agnes Mulder over het verplichten van ledverlichting voor bedrijven (Kamerstuk 35000-XIII-24)
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 405
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2019
Hierbij informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik invulling heb gegeven aan de
gewijzigde motie van het lid Van der Lee over het onderzoeken van de wijze waarop
waterzijdig inregelen toegevoegd kan worden aan de Erkende Maatregelenlijst (EML)
(Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 71) en de motie van de leden Van der Lee en Agnes Mulder over het verplichten van ledverlichting
voor bedrijven (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 24). Met uw Kamer is, tijdens de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat voor het jaar 2019, afgesproken om ook door middel
van de actualisatie van de EML en op basis van het terugverdientijdvereiste van vijf
jaar invulling te geven aan deze tweede motie.
Op basis van deze moties heb ik twee aanvullende onderzoeken uit laten voeren, waarvan
ik het resultaat bij deze brief gevoegd heb1. Uit de onderzoeken concludeer ik dat bij de actualisatie van EML in het najaar 2018
reeds alle relevante led-toepassingen zijn opgenomen en dat waterzijdig inregelen
een te hoge terugverdientijd heeft. Een verdere aanpassing van de EML op deze punten
is op dit moment dan ook niet nodig.
Uitgangspunten van de onderzoeken en de Erkende Maatregelenlijst
De uitgevoerde onderzoeken naar waterzijdig inregelen en ledverlichting zijn gebaseerd
op de EML-systematiek. Op de EML staan energiebesparende maatregelen die een terugverdientijd
hebben van vijf jaar of minder voor het overgrote deel van een bedrijfstak. Door het
nemen van deze maatregelen geeft een bedrijf invulling aan de energiebesparingsplicht
uit het Activiteitenbesluit. Het gaat hierbij om daadwerkelijke tastbare maatregelen
en bijvoorbeeld niet om handelingen of gedragsveranderingen. Daarnaast is het van
belang dat maatregelen in lijn zijn met andere maatregelen van de EML en met andere
wet- en regelgeving, zoals de Ecodesign-richtlijn, de Richtlijn Energieprestatie van
Gebouwen (EPBD) en relevante NEN-normen. In het onderzoek is niet gekeken naar de
terugverdientijd bij bedrijven en instellingen die niet onder de energiebesparingsplicht
vallen.
Om te zorgen dat de EML is gebaseerd op de laatste stand van de techniek en actuele
investeringskosten en energieprijzen, wordt de EML periodiek geactualiseerd. In het
najaar van 2018 heeft een grootschalig actualisatie van de EML plaatsgevonden. Ledverlichting
is voor een belangrijk deel in deze actualisatie meegenomen, maar waterzijdig inregelen
bleek een complexe maatregel te zijn.
Om de twee moties zorgvuldig te kunnen uitvoeren, heb ik ervoor gekozen extra tijd
te nemen en de maatregelen nog niet volledig mee te nemen bij de actualisatie van
2018. Op deze manier konden de geactualiseerde bedrijfsspecifieke EML tijdig gepubliceerd
worden voor de inwerkingtreding van de informatieplicht energiebesparing en was er
tijd de onderzoeken uit te voeren.
Bij de opzet en uitvoering van de onderzoeken heb ik de gerelateerde branches en onafhankelijke
experts betrokken, zoals Techniek Nederland, de Federatie Elektrotechniek – Nederlandse
Licht Associatie (FEDET-NLA) en de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV).
Uitkomsten onderzoek naar waterzijdig inregelen
Waterzijdig inregelen is het optimaliseren van de volumestromen naar radiatoren, zodanig
dat naar elke radiator de juiste hoeveelheid water stroomt die nodig is om het verwarmingsvermogen
in de betreffende ruimte te leveren. Bij niet ingeregelde cv-installaties stroomt
soms teveel warm water naar de radiator die zich het dichtst bij de pomp bevindt en
te weinig naar de verst afgelegen radiator. Om een beter debiet door alle radiatoren
te bereiken kan een cv-installatie waterzijdig ingeregeld worden. Hierbij kan een
onderscheid gemaakt worden tussen dynamisch en statisch waterzijdig inregelen.
Statisch waterzijdig inregelen betreft het eenmalig inregelen met een stelschroef
van radiatoren wanneer er een voetventiel of statische radiatorafsluiter aanwezig
is en deze niet goed ingeregeld is. Deze maatregel komt echter niet in aanmerking
voor de EML, aangezien dit statisch waterzijdig inregelen een handeling is. Er is
dan geen sprake is van een maatregel waar een investering die terugverdiend kan worden
voor nodig is. Statisch waterzijdig inregelen in het geval dat de regelmogelijkheid
van de cv-installatie wel al aanwezig is, maar niet goed is afgesteld, staat overigens
wel al op de lijst voor Doelmatig Beheer en Onderhoud (DBO). Dit is een lijst, te
vinden op de website van Rijkswaterstaat – kenniscentrum InfoMil, die aangeeft op
welke wijze de erkende maatregelen goed gebruikt en onderhouden worden.
Dynamisch waterzijdig behelst daarentegen technische toepassingen die tijdens de levensduur
van het cv-systeem continu zorgen voor een optimaal debiet door radiatoren. In het
onderzoek is een selectie gemaakt van de bedrijfstakken waar met waterzijdig inregelen
energetisch voordeel behaald kan worden. Deze bedrijfstakken zijn: gezondheids- en
welzijnszorginstellingen, kantoren en onderwijsinstellingen. Daarnaast zijn verschillende
technieken voor dynamisch waterzijdig inregelen in kaart gebracht. Om het energiebesparingspotentieel
van waterzijdig inregelen adequaat te onderzoeken, zijn in het onderzoek vervolgens
meerdere referentiesituaties onderzocht, die leidden tot verschillende uitkomsten:
– De energetische besparing van dynamisch waterzijdig inregelen is bepaald ten opzichte
van statisch goed waterzijdig ingeregelde cv-installaties. De energiebesparing is
hierbij 0,79–1,06% en de terugverdientijd van de verschillende technieken in de verschillende
bedrijfstakken ligt daarbij tussen de 9 en 75 jaar;
– De energetische besparing van dynamisch waterzijdig inregelen is bepaald ten opzichte
van nog niet ingeregelde cv-installaties (wanneer er geen statische radiatorafsluiters
met debietregelaar aanwezig zijn). De energiebesparing is hierbij 1,25–1,55% en de
terugverdientijd van de verschillende technieken in de verschillende bedrijfstakken
ligt daarbij tussen de 19 en 73 jaar;
– De energetische besparing van statisch waterzijdig inregelen is bepaald ten opzichte
van nog niet ingeregelde cv-installaties (wanneer er geen statische radiatorafsluiters
met debietregelaar aanwezig zijn). De energiebesparing is hierbij 0,18–0,64% en de
terugverdientijd van de verschillende technieken in de verschillende bedrijfstakken
ligt daarbij tussen de 31 en 84 jaar.
Uit het onderzoek blijkt dat dynamisch waterzijdig inregelen-technieken vanwege een
te laag energiebesparingspotentieel in de verschillende referentiesituaties en bedrijfstakken
niet voldoet aan het criterium van vijf jaar terugverdientijd. Het onderzoek concludeerde
wel dat er bij radiatoren en bij indirect gestookte luchtverwarming één specifieke
situatie is waarbij de terugverdientijd wel minder dan vijf jaar is.2 De onderzoekers geven echter aan dat de daarbij gebruikte ontwerptemperatuur en de
specifieke omstandigheden zelden voorkomen en adviseren tegen het opnemen ervan op
de EML.
Overigens betreffen de technieken die met dit onderzoek in kaart zijn gebracht het
daadwerkelijk waterzijdig inregelen van installaties. Bij het uitvoeren van waterzijdig
inregelen worden vaak ook andere technieken betrokken, zoals weersafhankelijke optimaliseringsregeling,
naregeling van de temperatuur per ruimte, uitschakelen of nachtverlaging buiten bedrijfstijd
en vraagafhankelijke pompregeling, waardoor aan waterzijdig inregelen vaak een grote
besparing toegekend wordt. Deze aparte technieken staan echter al op de EML. Ik wijs
verder op de verwachte implementatie van de tweede herziening van de Europese richtlijn
Energieprestatie van Gebouwen, waarmee belangrijke stappen gezet worden voor de verbetering
(van de inregeling) van verwarmingsinstallaties.3
Uitkomsten onderzoek naar ledverlichting
Naast waterzijdig inregelen heb ik ook een onderzoek naar het toevoegen van additionele
led-toepassingen op de EML uit laten voeren. Naar aanleiding van de motie van de leden
Van der Lee en Agnes Mulder (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 24) is er nog tijdens het afronden van de actualisatie eind 2018 en begin 2019 extra
aandacht geweest voor het opnemen van led-toepassingen. Er staan reeds maatregelen
voor ledverlichting op de EML. Het onderzoek had dan ook tot doel om te kijken of
er nog meer maatregelen toegevoegd kunnen worden. Het onderzoek concludeert dat de
EML momenteel de belangrijkste energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd
van vijf jaar of minder voor ledverlichting bevatten. Het gaat om 194 led-maatregelen
verspreid over 19 bedrijfstakken.
Het onderzoek doet wel suggesties voor een nieuwe opzet waarbij in plaats van de gebruiksfunctie
het armatuurtype leidend wordt. Op die manier wordt de reikwijdte iets verbreed, wat
op termijn kan leiden tot een (beperkt) extra energiebesparingspotentieel. Ik neem
dit voorstel dan ook mee bij de volgende actualisatie van de EML.
Europese stand van zaken ledverlichting
In het Algemeen Overleg Klimaat en Energie van 4 september 2019 (Kamerstuk 32 813, nr. 395) heb ik toegezegd in de gaan op de Europese stand van zaken rondom ledverlichting.
Op 5 december 2019 zal de herziene Ecodesign maatregel voor lampen gepubliceerd worden.
Hier zijn minimum efficiëntie-eisen in opgenomen. Vanaf de ingangsdatum van de eisen
op 1 september 2021 zullen veel TL-verlichtingstoepassingen op basis hiervan uitgefaseerd
worden. Led-toepassingen worden dan automatisch het voor de hand liggende alternatief
bij vervangingsmomenten. De Ecodesign-aanpassingen worden indien nodig ook meegenomen
bij de volgende EML-actualisatie.
Wijzigen van de EML
Tot slot wil ik uw Kamer informeren dat ik van plan ben om, los van de geplande omzetting
van de EML in de Omgevingsregeling, tot 2022 geen grootschalige wijzigingen van de
EML meer plaats te laten vinden. De geactualiseerde EML zijn begin 2019 gepubliceerd
en het actualisatieproces rond ik af met het informeren van uw Kamer over de uitvoering
van de genoemde moties. Het actualiseren van de EML is een periodiek proces dat, tenzij
daar vanwege beleidsontwikkelingen aanleiding voor is, in principe vierjaarlijks plaatsvindt.
Door het aanhouden van de periodieke wijzigingsmomenten wordt stabiliteit in regelgeving
geborgd voor bedrijven, die vallen onder de energiebesparings- en informatieplicht.
Wel zal ik ruim voor het volgende wijzigingsmoment met het actualisatieproces beginnen
en daar de relevante belanghebbenden bij betrekken. Eventuele nieuwe maatregelen kunnen
dan meegenomen worden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat