Brief regering : Kabinetsreactie op het onderzoek over hoe het gebruik van open standaarden kan worden gestimuleerd en verbeterd
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 649 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2019
Toegankelijker, begrijpelijker en persoonlijker
Het kabinet wil met NLDIGIbeter1 de Nederlandse overheid voor burgers en bedrijven toegankelijker, begrijpelijker
en persoonlijker maken. Het veilig en gemakkelijk uitwisselen van elektronische gegevens
tussen burgers, bedrijven en overheid draagt daaraan bij.
Het gebruik van open standaarden is nodig om het veilig en betrouwbaar elektronisch
uitwisselen van gegevens tussen ICT-systemen en met burgers en bedrijven mogelijk
te maken. Een standaard is een afspraak die is vastgelegd in een specificatiedocument.
Een standaard is open, wanneer die vrij bruikbaar is en door iedere softwareleverancier
kan worden ingebouwd in een ICT-systeem. Standaardiseren kan overigens ook door het
maken van procesafspraken of door te werken met een gemeenschappelijke aanpak of voorzieningen
zoals shared services.
Ik heb VKA/Berenschot gevraagd te onderzoeken hoe het gebruik van open standaarden
kan worden gestimuleerd en verbeterd. Ook heb ik hen gevraagd om aanbevelingen te
doen voor een betere handhaving van, en het toezicht op, de toepassing van open standaarden
door overheden.
Kabinetsreactie
In de bijlage bij deze brief komen per thema de belangrijkste bevindingen van de onderzoekers
aan bod2. Vervolgens volgt de reactie daarop van het kabinet. De brief is tot stand gekomen
met inbreng van diverse partijen, zoals het Forum Standaardisatie3.
Hiermee zet het kabinet een aantal acties in gang die ondersteunend kunnen zijn aan
de realisatie van de maatschappelijke doelstellingen voor burgers en bedrijven, zoals
verwoord in NLDIGIbeter. De acties vergen een inspanning van meerdere partijen. Uiteindelijk
komt het aan op de implementatie in de praktijk. Daarom zal ik u, wanneer de acties
leiden tot aanpassingen in wet- en regelgeving, en er sprake is van substantiële (neven)effecten
voor uitvoerende en handhavende instanties, een uitvoeringstoets meesturen.
In de bijlage ga ik ook in op de vraag van mevrouw Özütok4 over de verschillende manieren van beschikbaar stellen van informatie door overheden.
De Kamer wordt via de reguliere voortgang van NLDIGIbeter geïnformeerd over de vervolgacties.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
BIJLAGE KABINETSREACTIE INVENTARISATIE STANDAARDISATIE
Algemene bevindingen
Het rapport benoemt enkele goede voorbeelden die met behulp van standaardisatie en
standaarden in de afgelopen jaren zijn gerealiseerd. Zo worden het Nederlandse stelsel
van basisregistraties en de overheidsbrede overeenstemming over wat een informatieveilige
overheid is en wat partijen daarvoor moeten doen, genoemd. Verder wordt als voorbeeld
genoemd dat gegevens in de fysieke leefomgeving in samenhang en gestandaardiseerd
worden ontsloten. Tegelijkertijd worden aanbevelingen gedaan voor het realiseren van
maatschappelijke doelstellingen met behulp van standaardisatie. In het rapport wordt
verder benadrukt dat het perspectief van de gebruiker of een levensgebeurtenis centraal
zou moeten staan.
Kabinetsreactie
Het rapport bevat waardevolle inzichten en aanbevelingen op diverse beleidsdoelstellingen
van NLDIGIbeter. Om standaardisatie te realiseren, is samenwerking vanuit verschillende
invalshoeken (zoals beleid, wetgeving, uitvoering, belangenvertegenwoordigers, ICT-ers,
opdrachtgevers en uitvoerders) nodig. Alhoewel de toepassing van open standaarden
in de afgelopen jaren is toegenomen, is verdere verbetering nog wel noodzakelijk om
de effecten van beleid voor burgers en bedrijven te realiseren.5 Standaardisatie is daarbij niet het einddoel, maar een middel om doelstellingen te
bereiken. Standaardisatie kan op verschillende manieren plaatsvinden. Bijvoorbeeld
door het maken van afspraken, door te werken met open standaarden of door te werken
met gemeenschappelijke voorzieningen zoals shared services.
Het realiseren van de maatregelen vergt een inspanning van diverse belanghebbenden,
zoals hiervoor benoemd. Daarom zal in de komende periode in overleg met hen verder
worden besproken op welke wijze de aanbevelingen uit het rapport worden opgepakt.
Dit zal onder meer gebeuren tijdens een werkconferentie.6 Bij alle voorstellen die leiden tot aanpassingen in wet- en regelgeving zal een uitvoeringstoets
uitgevoerd worden om de impact en politieke afweging te kunnen maken. Bij een uitvoeringstoets
wordt onder meer gekeken naar de benodigde investeringen om de verandering door te
voeren en de uitvoeringskosten na implementatie.
Investeren in innovatie
De onderzoekers beschrijven de wisselwerking die er bestaat tussen standaardisatie
en innovatie. Zo wordt aangegeven dat standaarden de basis kunnen vormen voor innovatie,
maar ook innovatie kunnen tegenwerken. Zij adviseren om als overheid de randvoorwaarden
te scheppen voor decentrale initiatieven en afsprakenstelsels, zowel in het publieke
als private domein, waarmee de randvoorwaarden om tot afspraken te komen rond innovaties
worden benoemd en ingevuld.
Kabinetsreactie
Digitalisering maakt het mogelijk om op een innovatieve manier, bijvoorbeeld met voorbeeldprojecten7, te werken aan maatschappelijke opgaven en het kabinet zet daar fors op in binnen
NLDIGIbeter. Ook is door mij in juli jl. het Digicampus8-initiatief gelanceerd. Daarin staan de behoeften van burgers en bedrijven centraal
bij experimenten met innovatieve overheidsdiensten. Bovendien heb ik middelen beschikbaar
gesteld voor innovatieve ideeën. Belangrijke criteria bij deze initiatieven zijn de
meerwaarde voor burgers en bedrijven, de herbruikbaarheid van oplossingen en het gebruik
van open standaarden. De inzet van deze instrumenten zou ook kunnen leiden tot een
gedragsverandering ten aanzien van het gebruik van open standaarden, doordat met de
experimenten nieuwe inzichten worden verkregen.
Verder heeft het kabinet in het kader van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
onderzoek gedaan naar het bevorderen van datadelen in het MKB door het maken van afspraken.9 In het voorjaar is gestart met de vorming van een datadeelcoalitie. Doel is om data
delen tussen bedrijven mogelijk te maken en verder te stimuleren.
Beschermen grondrechten en publieke waarden
Ter bevordering van de bescherming van de grondrechten en publieke waarden, adviseren
de onderzoekers om te komen tot een standaard voor goed digitaal bestuur, met bijvoorbeeld
als element een keurmerk voor algoritmen.
Kabinetsreactie
Tijdens het iBestuurcongres in juli jl. is het startschot gegeven om te komen tot
een code «goed digitaal openbaar bestuur».
De Minister voor Rechtsbescherming heeft op 8 oktober jl. de Tweede Kamer mede namens
mij een brief gezonden over waarborgen tegen risico’s van data-analyses door de overheid
met daarbij richtlijnen voor de toepassing van algoritmes door overheden (Kamerstuk
26 643, nr. 641). De richtlijnen bevatten onder meer aanbevelingen met betrekking tot de vraag hoe
het publiek te informeren over het gebruik van modellen, de inzet van data en effecten
van algoritmen. Mijn ministerie gaat deze richtlijnen toetsen met overheden in het
Transparantielab.10
Gelijktijdig hiermee is de beleidsbrief over Artificial Intelligence (AI), publieke
waarden en mensenrechten aan de Kamer aangeboden. De beleidsbrief geeft een overzicht
van de kansen en risico’s van AI voor publieke waarden die gestoeld zijn op mensenrechten.
Het beschrijft tevens bestaande en toekomstige beleidsmaatregelen om risico’s voor
deze fundamentele publieke waarden te adresseren.
Dienstverlening
Voor het ontwerpen van een goede dienstverlening voor burgers en bedrijven, een andere
pijler van NLDIGIbeter, komen de onderzoekers met verschillende aanbevelingen, waaronder
het advies om kaders voor publiek-private samenwerking in afsprakenstelsels voor regie
op gegevens te ontwikkelen.
Voor het bevorderen van de toegankelijkheid voor burgers en bedrijven wordt geadviseerd
om de toegankelijkheidsrichtlijnen te vertalen naar praktische handvatten voor ontwerpers
van websites, mobiele apps en digitale documenten.
Om de dienstverlening en begrijpelijkheid te bevorderen suggereren de onderzoekers
om meer in te zetten op semantische standaardisatie rondom een levensgebeurtenis.
Semantische standaarden hebben betrekking op de betekenis van begrippen. Het kan voorkomen
dat onder hetzelfde begrip verschillende definities bestaan of ontstaan zonder dat
daar inhoudelijke noodzaak voor is. Daarom wordt geadviseerd om werk te maken van
integratie van dienstverlening, begrijpelijke en geharmoniseerde wetgeving en gebruiksvriendelijk
ingerichte websites.
Daarnaast wordt ter bevordering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven aanbevolen
om parallel te werken aan het uniformeren van de websites van de overheid en de wijze
waarop de overheid (via websites) communiceert zodat dit herkenbaar is. Volgens het
rapport kan dit in positieve zin bijdragen aan de veiligheid van deze websites. Deze
afspraken kunnen bovendien helpen bij het verbeteren van de dienstverlening bij (mede)overheden
en binnen ketens van meerdere betrokken partijen. Ze helpen bij het eenduidig zichtbaar
maken van de communicatie naar burgers en bedrijven.
Kabinetsreactie regie op gegevens
Het kabinet heeft op 11 juli jl. de beleidsbrief Regie op Gegevens aan de Kamer gestuurd.11 De hierin vastgelegde lijnen zijn, zoals de onderzoekers aangeven, nog niet of maar
gedeeltelijk in het voorliggende rapport meegenomen.
Het kabinet zet, als het gaat om het digitaal delen van gegevens nu vooral in op standaardisatie
in de vorm van spelregels, zodat burgers, overheidsorganisaties en private organisaties
weten wat zij kunnen verwachten en welke eisen zij mogen stellen bij het digitaal
delen van gegevens. Dit creëert zekerheid en veiligheid voor alle betrokkenen, en
is daarmee een voorwaarde voor brede acceptatie. Het kabinet zal deze spelregels verankeren
in een tweede tranche van de Wet Digitale Overheid.
Het kabinet zet, bij het digitaal delen van gegevens, nu nog níet in op standaardisatie
ten aanzien van de gebruikte technologie en/of functionaliteit. Hierin is op dit moment
nog een grote diversiteit aan technische en functionele oplossingen, vaak vanuit het
private of publiek-private domein. Dit past bij de fase waarin deze innovatie zich
bevindt en is naar de mening van het kabinet niet alleen verklaarbaar, maar ook wenselijk.
Het is in deze fase juist belangrijk om ruimte te bieden aan nieuwe initiatieven en
diversiteit te bevorderen, en deze nog niet in te beperken. Op middellange termijn
is ook hierin echter wel degelijk standaardisatie nodig.
Kabinetsreactie digitale toegankelijkheid
De aanbeveling van de onderzoekers sluit goed aan bij reeds lopende trajecten. Zo
zijn relevante taken en rollen binnen organisaties geïnventariseerd. Verder wordt
gewerkt aan de vertaling van de toegankelijkheidsspecificatie naar het Nederlands.
Naar verwachting wordt deze in het eerste kwartaal van 2020 afgerond.
Ik zal daarnaast uiterlijk begin 2020 in afstemming met experts en ketenpartners onderzoeken
welke aanpak het meest geschikt is om de naleving door overheidsinstanties makkelijker
te maken.
Kabinetsreactie semantische standaardisatie
Burgers en bedrijven hebben in verschillende omstandigheden en hoedanigheden te maken
met de overheid. In sommige gevallen kan de complexiteit die is ontstaan in regelingen
en toepassingen, ertoe leiden dat er voor hetzelfde begrip verschillende definities
ontstaan. Het kan voorkomen dat een inhoudelijk noodzaak daarvoor niet (meer) bestaat
en dat de verschillen ongewenste bijeffecten hebben voor burgers en bedrijven. Ik
heb daarom het Forum Standaardisatie en het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale
Overheid (OBDO) gevraagd om vanaf begin volgend jaar samen met belanghebbenden de
kansen van semantische standaardisatie in kaart te brengen aan de hand van de levensgebeurtenis
«van werkloosheid naar werk». Hierbij worden onder meer ervaringen opgedaan binnen
het publiek-private afsprakenstelsel Standard Business Reporting (SBR) meegenomen.
Uitgangspunt bij deze aanpak is dat wordt bekeken of ongewenste samenloop kan worden
vermeden door het maken van afspraken, en zo mogelijk standaardisatie. Bij concrete
suggesties zal een impactanalyse (uitvoeringstoets) worden uitgevoerd om de uitvoeringsconsequenties
te bepalen. Hoewel standaardisatie in het algemeen voor vereenvoudiging zorgt, kunnen
er bijvoorbeeld wel transitiekosten zijn.
Kabinetsreactie eenduidige digitale overheidsdienstverlening en communicatie
Het kabinet vindt het belangrijk dat de digitale dienstverlening van de overheid voor
burgers en bedrijven begrijpelijk, toegankelijk, veilig en open is georganiseerd.
Het is de taak van overheidsorganisaties om samen te werken en de overheidsdienstverlening
zo te organiseren dat deze begrijpelijk en eenduidig is voor burgers en bedrijven.
Tegelijkertijd dient elke overheidsorganisatie daarbinnen zijn eigen keuzes kan maken,
passend bij de eigen taak, doelgroep en ontwikkelstadium. Ook dat is uiteindelijk
in het belang van burgers en bedrijven. Ik ga vanaf begin volgend jaar met relevante
belanghebbenden, zoals de expertgroep Gebruiker Centraal, het programma Mens Centraal12 en het Forum Standaardisatie, om tafel. Ik streef ernaar om uiterlijk eind 2020 met
hen uit te werken op welke wijze de samenwerking tussen overheden op dit terrein vormgegeven
kan worden en welk ambitieniveau daarbij passend is.
Een ander aspect hiervan is de variëteit aan digitaal gepubliceerde overheidsinformatie.
Die informatie dient beter toegankelijk, vindbaar en herbruikbaar te zijn. Met de
wettelijke verplichting voor digitale toegankelijkheid is al een belangrijke stap
in de goede richting gezet. De invoering van de Wet open overheid zal de komende jaren
op het terrein van transparantie tot verdere verbeteringen leiden. Open data (van
de overheid) breed laten hergebruiken door professionals, bedrijven en burgers, maakt
deel uit van de Data Agenda van het kabinet.
Deze zomer is een initiatief gestart om verschillende praktijken op het gebied van
informatie produceren en publiceren bij elkaar te brengen. Onder andere Digitoegankelijk,
het Forum Standaardisatie, KOOP13 en het Nationaal Archief zijn daarbij betrokken. Doel is om verschillende aanpakken
en alternatieven bij elkaar te brengen en overheidsorganisaties inzicht te geven in
afwegingen en keuzes. Die keuzes kunnen wisselen per proces, product of organisatie.
Digitaal en duurzaam toegankelijk vergt goed in kaart brengen welk doel de informatie
dient, voor wie en hoe lang.
Ik heb het Forum Standaardisatie gevraagd om in samenwerking met andere (overheids)organisaties
tot een handreiking te komen met «beste overwegingen» voor de verschillende situaties
van publiceren van informatie en de daarbij behorende standaarden, zoals PDF en HTML.14 De afgelopen jaren is door KOOP een infrastructuur gerealiseerd voor het in samenhang
ontsluiten van overheidsinformatie als «linked open data»15, op basis van daarvoor beschikbare open standaarden en in directe relatie met wet-
en regelgeving. Breder hergebruik van de werkwijze van KOOP kan de realisatie van
eenduidige en samenhangende overheidsinformatie versterken; daarvoor is het nodig
om hierop al in de fase van het genereren van informatie te anticiperen door gebruik
van bepaalde standaarden. Ik heb het Forum Standaardisatie gevraagd ook op dit punt
een aanjagende functie te vervullen. Het Forum Standaardisatie is onlangs met deze
actie gestart en verwacht deze medio 2020 af te ronden. Hiermee wordt ook de vraag
van mevrouw Özütok over de verschillende manieren van beschikbaar stellen van informatie
door overheden afgedaan.16
Bovendien heb ik onlangs een initiatief gepresenteerd dat het doel heeft om de overheid
duidelijker met burgers te laten communiceren.17 Om landelijk echt een verschil te kunnen maken, is een impuls nodig zodat alle overheidsorganisaties
in begrijpelijke taal gaan communiceren. Direct duidelijke taal kan bijdragen aan
het voorkomen van problemen bij kwetsbare groepen.
Vergroten informatieveiligheid overheid
Standaardisatie is een belangrijk instrument bij het vergroten van informatieveiligheid.
De constateringen in het rapport sluiten aan op de initiatieven van het kabinet voor
het vergroten van de informatieveiligheid bij de overheid. Deze initiatieven staan
in de Kamerbrief die het kabinet op 16 oktober 2018 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.18
Deze initiatieven zijn inmiddels ter hand genomen. Zo is de Baseline Informatiebeveiliging
Overheid (BIO; overheidsbrede baseline ter vervanging baselines per bestuurslaag;
daarmee een overheidsbrede standaardisatie) inmiddels in de Staatscourant gepubliceerd.19 Het onderzoek naar herkenbare websites is in gang gezet, de verplichtstelling van
HTTPS en HSTS standaarden heeft onlangs ter consultatie voorgelegen.20 Het Forum Standaardisatie meet halfjaarlijks de mate van toepassing van informatieveiligheidstandaarden
die gericht zijn op het voorkomen van phishing bij circa 550 overheidsdomeinen.
Klaar voor de toekomst
Zoals in NLDIGIbeter is aangegeven, stellen wij onze visie op de rol en functie van
de digitale overheid van de toekomst periodiek bij en maken we daarvoor gebruik van
lopende trajecten. De onderzoekers adviseren om te investeren in het over beleidssectoren
heen kunnen sturen op de doelstellingen van NLDIGIbeter door meer te sturen op prioritering
en aandacht en afstemming in het OBDO op het gebied van standaardisatie. De onderzoekers
suggereren de regie op de standaardisatie te versterken door een regieraad standaardisatie
in te stellen die nadrukkelijk stuurt op de intersectorale standaardisatieagenda.
Verder wordt geadviseerd om te komen tot een «Digitoets» op nut en noodzaak van het
gebruik van open standaarden en de digitale uitvoerbaarheid.
Ter bevordering van de interoperabiliteit, is het van belang dat de adoptie van open
standaarden binnen het huidige pas-toe-of-leg-uit beleid wordt vergroot. De onderzoekers
pleiten ervoor om voor handhaving en toezicht daarvan aan te sluiten bij het bestaand
instrumentarium, zoals verplichte audits, standaard rapportages en horizontaal en
verticaal toezicht.
Kabinetsreactie regie op standaardisatie versterken
Voor het kabinet staat het realiseren van de beleidsdoelstellingen uit NLDIGIbeter,
voor burgers en bedrijven, voorop. Het kabinet onderschrijft dat het van belang kan
zijn om vraagstukken op het gebied van standaardisatie die zich tussen verschillende
sectoren voordoen, op te pakken, echter wel nadrukkelijk vanuit de invalshoek van
de beleidsdoelstellingen. Momenteel loopt een evaluatie naar de governance van de
digitale overheid. Naar verwachting zal de evaluatie in het voorjaar van 2020 worden
afgerond. De suggestie over de aandacht voor standaardisatie zal ik mede in het licht
van de conclusies van de evaluatie bezien.
Kabinetsreactie op Digitoets
Het belang van standaardisatie is onderkend in het wetgevingsbeleid. Zowel de Aanwijzingen
voor de regelgeving als het Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)21 borgen aandacht voor standaardisatie. Bovendien zal er, zoals reeds aangekondigd
in NLDIGIbeter, een Handreiking ICT en wetgeving worden opgesteld; juist om ICT en
wetgeving dichter bij elkaar te brengen en de actuele informatie daarover handzaam
beschikbaar te stellen. In de handreiking worden daarom relevante aspecten met betrekking
tot ICT en wetgeving meegenomen, mede aan de hand van goede praktijkvoorbeelden. Aandachtspunten
en praktijkvoorbeelden met betrekking tot standaardisatie zullen daar ook onderdeel
van zijn. De verwachting is dat betrokkenen bij nieuwe wetgeving met de handreiking
als nadere invulling van de Aanwijzingen voor de regelgeving en het IAK tijdig en
adequaat de relevante ICT-aspecten kunnen afwegen. Die wijze van werken versterkt
het internaliseren van aandacht voor diverse ICT-aspecten bij het opstellen van nieuwe
wetgeving. Het invoeren van een zelfstandige formele Digitoets inclusief een toetsende
instantie is daarvoor niet noodzakelijk. De aanbeveling wordt daarom op hiervoor genoemde
wijze ingevuld.
In tijden van continue technische ontwikkelingen en innovaties is het essentieel dat
open standaarden toekomstbestendig zijn. Het kabinet vindt het belangrijk dat zoveel
mogelijk partijen geraadpleegd worden in het proces van opnemen van open standaarden
op de pas-toe-of-leg-uit lijst. Het Forum Standaardisatie onderzoekt dit najaar hoe
consultaties van standaarden een nóg breder publiek kunnen bereiken. De resultaten
van het onderzoek worden in het voorjaar van 2020 verwacht. Dit is van belang omdat
het implementeren van standaarden een complex proces is, waarin verschillende belangen
meegewogen moeten worden.
Kabinetsreactie handhaving en toezicht
De aanbeveling dat aan implementatiekracht gewonnen kan worden wanneer de standaarden
van de pas-toe-of-leg-uit lijst onderdeel gaan uitmaken van bestaande constructies,
spreekt mij aan. Hiermee worden de open standaarden van de pas-toe-of-leg-uit lijst
verder in bestaande kaders vervlochten, waardoor redelijkerwijs verwacht mag worden
dat de adoptie zal toenemen.
Het is staand beleid dat overheidsorganisaties zich via het jaarverslag verantwoorden
over standaarden op de pas-toe-of-leg-uit lijst. In de praktijk blijkt dat daar in
het jaarverslag doorgaans weinig tot geen aandacht aan wordt besteed. Tegelijkertijd
zijn er goede voorbeelden van organisaties die, om meer inzicht te geven in de achterliggende
redenen, elders meer gedetailleerde informatie publiceren.22 Ik vind dat deze voorbeelden andere organisaties kunnen inspireren, en zal dit actief
stimuleren. Ik zal daarnaast nog dit jaar met de Audit Dienst Rijk overleggen over
prioritering van het auditen op open standaarden.
Ik zal vanaf begin 2020 verkennen hoe de toepassing van onder andere informatieveiligheid-standaarden
van de pas-toe-of-leg-uit lijst in de reguliere informatieveiligheids-, bedrijfsvoerings-
en controlprocessen kan worden versterkt. Ik streef ernaar om medio 2020 de verkenning
af te ronden.
Daarnaast heb ik het Forum Standaardisatie gevraagd om in het eerste kwartaal van
2020 een analyse te maken naar de oorzaken waarom open standaarden niet altijd worden
toegepast. De oorzaken daarvan kunnen per standaard anders zijn en zullen afhangen
van de mate waarin de standaarden bijdragen aan het realiseren van prioritaire maatschappelijke
doelstellingen. Aan de hand van dat inzicht kan bepaald worden welke vervolgacties
noodzakelijk zijn.
Verder zal ik nog dit jaar, onder meer met opdrachtgevers en inkopers, verkennen welke
mogelijkheden er zijn binnen het bestaand instrumentarium die benut kunnen worden
om de toepassing van open standaarden te vergroten. Ik streef ernaar de verkenning
eind 2020 af te ronden.
Als sluitstuk van het instrumentarium, heb ik een grondslag opgenomen in de ontwerpwet
Digitale Overheid, waarmee nader te bepalen standaarden van de «pas-toe-of-leg-uit»
lijst wettelijk verplicht kunnen worden. Dat zal het geval kunnen zijn wanneer het
pas-toe-of-leg-uit-beleid in onvoldoende tempo tot resultaat leidt.
De bovengenoemde acties kunnen ondersteunend zijn aan de realisatie van de maatschappelijke
doelstellingen voor burgers en bedrijven, zoals verwoord in NLDIGIbeter. Standaardisatie
kan daarvoor een hulpmiddel zijn. Het primaire doel van mijn beleid is het toegankelijker,
begrijpelijker en persoonlijker maken van de digitale overheid voor burgers en bedrijven.
Uiteindelijk komt het aan op implementatie in de praktijk. Daarom zal ik u bij nieuwe
voorstellen, waarbij sprake is van substantiële (neven)effecten voor uitvoerende en
handhavende instanties, een uitvoeringstoets toesturen.
Indieners
-
Indiener
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties