Brief regering : Aanpak van de bovengrondse gevolgen van de aardbevingen door gaswinning in Groningen
33 529 Gaswinning
Nr. 696 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK), over enkele onderwerpen met betrekking tot de aanpak
van de bovengrondse gevolgen van de aardbevingen door gaswinning in Groningen. Het
betreft een advies van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) over toepassing van
de NPR, het advies van de commissie waardedaling, toereikende verhuiskostenvergoeding
van woningcorporaties, geestelijke verzorging in het aardbevingsgebied en de halfjaarraportage
van de Onafhankelijke Raadsman.
Advies SodM over toepassing NPR
Het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) ontwikkelt de Nederlandse Praktijk Richtlijn
9998 (NPR). Deze richtlijn wordt bij de versterkingsopgave gebruikt om vast te stellen
of een gebouw voldoet aan de norm voor het individueel risico. De sterkte van een
gebouw wordt vergeleken met de mogelijke seismische belasting, die samenhangt met
de hoogte van de gaswinning. De NEN-webtool kent daartoe drie tijdvakken. NEN heeft
mij op 10 april 2019 een brief gestuurd (bijlage 1)1 waarin NEN aangeeft dat meer houvast gewenst is over hoe bij toepassing van de NPR
rekening moet worden gehouden met de veranderende seismische belasting in de tijd,
als gevolg van de afbouw van de gaswinning. Vooruitlopend op de aanstelling van het
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) die is aangekondigd in onze brief van 16 oktober
jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 695), heb ik deze vraag voorgelegd aan het SodM. Per brief van 10 oktober jl. (bijlage 2)2 heeft de Inspecteur-Generaal der Mijnen geadviseerd over de toepassing van tijdvakken
in de lopende operatie. Ik neem dit advies over. De Nationaal Coördinator Groningen
(NCG) heeft de opdracht gekregen om bij toepassing van de NPR te rekenen met tijdvak 2,
zoals verwerkt in de huidige NEN-webtool.
Adviescommissie waardedaling
Het is mijn voornemen om alle vormen van aardbevingsschade als gevolg van bodembeweging
veroorzaakt door gaswinning uit het Groningerveld of de gasopslag te Norg onafhankelijk
van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) af te wikkelen. Waardedaling van woningen
is een vorm van aardbevingsschade. Om te adviseren over een methode om de schade door
waardedaling los van de verkoop te begroten is de adviescommissie waardedaling ingesteld.
Op 23 april jl. heb ik het advies van de adviescommissie aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk
33 529, nr. 608). De commissie heeft in dit advies aangegeven dat zij de methode van Atlas voor Gemeenten
als de meest geschikte methode ziet voor de waardedalingsregeling. De adviescommissie
acht geen van de overige methodes geschikt, of op afzienbare termijn bruikbaar te
maken voor vergoeding van schade door waardedaling door het IMG. Daarnaast heeft de
adviescommissie destijds een aantal waardevolle aanbevelingen gedaan die de contouren
van een waardedalingsregeling schetsen.
Zoals ik toen aan uw Kamer heb toegezegd is de methode van Atlas voor Gemeenten geactualiseerd
naar de peildatum waartoe de adviescommissie aanbeveelt (1 januari 2019)3. De geactualiseerde methode is aan de adviescommissie voorgelegd. Voorts heb ik aan
de adviescommissie gevraagd om een advies over de interpretatie van de antwoorden
van de Hoge Raad over de prejudiciële vragen inzake waardedaling (ECLI:NL:2019:1278)
Als bijlage bij deze brief treft u het advies en de geactualiseerde methode aan (bijlagen 3
en 4)4.
De adviescommissie herbevestigt in haar advies dat de Methode van Atlas voor Gemeenten
het meest geschikt is. De inzet van de regeling is dat de onzekerheidsmarge bij het
vaststellen van de schade in het voordeel van de gedupeerde is. De adviescommissie
adviseert hieraan invulling te geven door het percentage waardedaling te verhogen
met eenmaal de standaardfout. Dit leidt tot een gemiddeld percentage waardedaling
van 4,4%. Dat is een stijging van 0,4% ten opzichte van het eerdere advies. Het percentage
is verschillend binnen het aardbevingsgebied, al naar gelang het aantal aardbevingen
dat heeft plaatsgevonden (spreiding van 2,7% tot 12,8%). Ook bij het toepassingsgebied
oordeelt de adviescommissie dat de onzekerheidsmarge in het voordeel van de gedupeerde
dient te zijn. Tevens heeft in opdracht van de adviescommissie een analyse van de
WOZ plaatsgevonden waaruit blijkt dat deze niet structureel te laag is vastgesteld
(bijlagen 5 en 6)5. In zijn antwoorden op prejudiciële vragen komt de Hoge Raad tot de conclusie dat
de verplichting tot vergoeding van de waardedaling van gebouwen niet kan worden begroot
buiten het geval van verkoop van een woning, omdat nog geen sprake is van een geofysisch
stabiele situatie. Ten aanzien daarvan adviseert de adviescommissie dat compensatie
voor waardedaling los van de verkoop in 2020 kan plaatsvinden, omdat het besluit tot
het versneld stopzetten van de gaswinning van 10 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 678) leidt tot verminderde seismische risico’s. Dit betekent dat de commissie geen belemmering
ziet om binnen afzienbare tijd over te gaan tot uitkering van vergoeding van schade
door waardedaling. Dit laat onverlet dat zich nieuwe aardbevingen kunnen voordoen
die invloed kunnen hebben op de waarde van woningen in het aardbevingsgebied. Indien
de waardedaling van woningen als gevolg daarvan substantieel toeneemt dan dienen daarvoor
nieuwe voorzieningen getroffen worden, zo oordeelt de adviescommissie. Hiermee geeft
de MEZK tevens uitvoering aan mijn toezegging in het Algemeen Overleg van 12 september
jl. om een schriftelijke reactie op de antwoorden van de Hoge Raad op de prejudiciële
vragen over waardedaling van woningen.
Ik omarm de aanbevelingen van de adviescommissie en de daaruit voortvloeiende gevolgen.
Het past bij mijn voornemen om mensen zo snel als mogelijk de compensatie voor waardedaling
te bieden binnen het publieke domein. Ik stel het advies van de adviescommissie en
de geactualiseerde methode ter beschikking aan de Kwartiermaker IMG. Hij kan dit gebruiken
bij de vormgeving van zijn werkwijze voor afhandeling van schade als gevolg van waardedaling.
Uiteindelijk stelt het IMG een werkwijze vast voor de afhandeling van schade als gevolg
van waardedaling. De Kwartiermaker IMG heeft mij laten weten uiterlijk in februari
2020 een werkwijze omtrent vergoeding van schade door waardedaling te zullen publiceren.
Zodra de Tijdelijke Wet Groningen in werking treedt gaat de TCMG op in het Instituut
Mijnbouwschade Groningen (IMG). Gedupeerden kunnen bij het IMG terecht voor alle vormen
van aardbevingsschade, waaronder waardedaling.
Toereikende verhuiskostenvergoeding van woningcorporaties
Naar aanleiding van zorgen over verhuiskostenvergoedingen van woningcorporaties aan
huurders in Middelstum en ter opvolging van motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk
33 529, nr. 682) heeft BZK het initiatief genomen om in overleg te treden met woningcorporaties,
NCG en EZK. Hieruit volgt het beeld dat de woningcorporaties voldoen aan de wettelijke
vereisten omtrent verhuiskostenvergoedingen. Aanvullend worden in veel gevallen extra
vergoedingen geboden, veelal in de vorm van ontzorgingspakketten. Dit betreft maatwerk
per woningcorporatie en specifieke omstandigheid van de huurder. De ervaring leert
dat het merendeel van de bewoners zich daarin kan vinden. De vergoedingen die het
wettelijk vereiste te boven gaan zijn een zaak van huurders en verhuurders. De rol
van MBZK hierbij geeft geen garantie dat er een uitkomst wordt bereikt die voor beide
partijen acceptabel is. In dat geval staat een gang naar de rechter open. De afspraak
is dat de woningcorporaties, BZK, EZK en NCG in gesprek blijven over de brede problematiek
die in de regio speelt.
Geestelijke verzorging
Met de motie van het lid Dik-Faber c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 673) heeft uw Kamer verzocht om in overleg met de regio en met het bestuur van het Nationaal
Programma Groningen te komen tot een oplossing voor het tekort aan geestelijke zorg.
Het onderwerp is onder de aandacht gebracht van het bestuur van het Nationaal Programma
Groningen (NPG) waarbij is benadrukt dat geestelijk verzorgers een belangrijke rol
kunnen spelen bij de aanpak van de sociale en psychische gevolgen van de aardbevingsproblematiek
in Groningen. Het NPG laat weten binnen het bestuur de mogelijkheden te bespreken.
Hiermee geef ik uitvoering aan deze motie en aan mijn toezeggingen op dit punt in
de Algemeen Overleggen van 27 juni en 12 september jl.
Halfjaarrapportage Onafhankelijke Raadsman
De Onafhankelijke Raadsman (OR) brengt twee keer per jaar een rapportage uit over
de signalen en klachten die hij heeft ontvangen over de schadeafhandeling en versterking.
Als bijlage 3 bij deze brief gaat de onlangs verschenen halfjaarrapportage 2019. De
jaarrapportage 2018 van de OR heb ik op 2 april 2019 aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk
33 529, nr. 593).
In de eerste helft van 2019 zijn 47 meldingen bij de OR gedaan. Dat is een daling
van ruim 60% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar: toen ontving de OR 127
meldingen. Ten aanzien van de schadeafhandeling merk ik op dat een aantal onderwerpen
die de OR in zijn jaarrapportage 2018 aan de orde stelde sindsdien zijn geadresseerd.
In de rapportage van 2018 pleitte de OR voor het inrichten van een schadeproces voor
agrarische bedrijven, monumenten en mkb. Inmiddels zijn hiervoor processen ingericht
en beschikt de TCMG hiervoor over specifieke expertise. Het aantal experts is onlangs
uitgebreid van 5 naar 25. Een aandachtspunt blijft de voortgang van de schadeafhandeling.
Op 26 september jl. heb ik uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over de voortgang van
de schadeafhandeling (Kamerstuk 33 529, nr. 689). TCMG heeft inmiddels ruim 21.000 meldingen afgehandeld en ruim € 100 miljoen aan
schadevergoedingen uitgekeerd. Ik blijf de voortgang van de schadeafhandeling nauwgezet
volgen en zal uw Kamer hierover periodiek informeren.
Ten aanzien van de versterkingsoperatie wijst de OR op het gebrek aan voortgang. Op
16 oktober jl. hebben de Minister van BZK en ik uw Kamer geïnformeerd over het tempo
van de versterkingsopgave (Kamerstuk 33 529, nr. 695). Het tempo is opgevoerd waardoor aan het einde van dit jaar nagenoeg alle adressen
met een verhoogd risico (P50) zullen zijn opgenomen. Met de regio worden verdere versnellingsopties
verkend.
Tot slot vraagt de OR aandacht voor het gezamenlijk oppakken door de NCG en de TCMG
van complexe dossiers waarin zowel schade als versterking aan de orde zijn. Zoals
ik uw Kamer heb bericht bij brief van 11 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 680) is hiermee al een begin gemaakt. De NCG en de TCMG hebben een convenant6 gesloten, waarin is afgesproken bij de schadeafhandeling en versterking stapsgewijs
steeds meer gezamenlijk op te trekken. Bij de formalisering van de taken voor versterken
en schadeafhandeling in de Tijdelijke wet Groningen zal worden voorzien in een regeling
voor de gegevensuitwisseling tussen de NCG en het Instituut Mijnbouwschade Groningen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat