Brief regering : Reactie op brieven van de Regioburgemeesters inzake bewaken en beveiligen en politiecapaciteit
29 628 Politie
Nr. 915 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2019
Op verzoek van de Vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid informeer ik u hierbij
                  over mijn reactie op de brief van de Regioburgemeesters inzake bewaken en beveiligen
                  d.d. 11 oktober 2019. In deze reactie heb ik ook de brief inzake de politiecapaciteit
                  betrokken die de Regioburgemeesters op 29 oktober jl. aan uw Kamer hebben gestuurd.
               
De Regioburgemeesters melden in hun brieven dat zij verhoogde druk op de beschikbare
                  politiecapaciteit ervaren als gevolg van toenemende landelijke prioriteiten, die volgens
                  hen voorrang krijgen op lokale prioriteiten. De Regioburgemeesters vragen uw Kamer
                  te waken voor een verdere toename van prioriteiten die extra politiecapaciteit vragen.
                  Ook roepen zij op tot structurele maatregelen om de politiecapaciteit te laten stijgen.
               
Ik herken het beeld dat de Regioburgemeesters schetsen ten aanzien van de druk op
                  het operationele politiepersoneel. Sinds het aantreden van dit kabinet heb ik consequent
                  gemeld dat de politiecapaciteit onder druk staat. Mede daarom is in het Regeerakkoord
                  ook besloten tot de uitbreiding van de operationele formatie met ruim 1.100 fte. Tegelijkertijd
                  staat de politie voor een aanzienlijk vervangingsvraagstuk, omdat de komende jaren
                  relatief veel politiemedewerkers met pensioen gaan. In mijn brief van 3 september
                  2019 heb ik u nader ingelicht over de ontwikkeling van de bezetting van operationele
                  functies1.
               
Ik heb bij meerdere gelegenheden niet onder stoelen of banken gestoken dat het realiseren
                  van de vervanging en uitbreiding van de operationele bezetting een stevige uitdaging
                  vormt, mede vanwege de verschillende ontwikkelingen op de (toekomstige) arbeidsmarkt.
                  Daarnaast heb ik eerder gemeld dat het effect van de verhoogde instroom pas in de
                  komende jaren voelbaar wordt, omdat nieuwe operationele medewerkers eerst moeten worden
                  op geleid en zij gedurende hun opleiding niet volledig inzetbaar zijn. Er is daarmee,
                  weliswaar tijdelijk maar toch, sprake van extra druk op de inzetbaarheid. Zoals ik
                  uw Kamer heb gemeld in mijn brief van 12 november 2018, heb ik daarom voor de jaren
                  2019–2021 € 91 miljoen beschikbaar gesteld aan de eenheden om de inzetbaarheid van
                  de politiecapaciteit zoveel mogelijk op niveau te houden2.
               
Naast de voorziene effecten op het gebied van in-, door- en uitstroom, is er nu ook
                  sprake van een uitzonderlijke situatie na de moord op de advocaat Wiersum. De getroffen
                  maatregelen vragen veel van de betrokken organisaties en van de basisteams die toch
                  al zwaar waren belast. Daarnaast maken de recent aangenomen moties op het terrein
                  van ondermijning, zeden en AVIM/mensenhandel een verdere uitbreiding van de politiecapaciteit
                  noodzakelijk. Daar kijk ik op dit moment ook naar. Extra capaciteit is evenwel niet
                  van vandaag op morgen geregeld. In verband met de reeds geplande vervanging en uitbreiding
                  zal het realiseren van extra capaciteit eenvoudigweg meer tijd dan normaal kosten.
               
Er zullen de komende jaren daarom ongemakkelijke keuzes moeten worden gemaakt ten
                  aanzien van de veiligheidsambities, zoals ik eerder ook al aankondigde in mijn brief
                  inzake de verdeling van de Regeerakkoordgelden van 15 juni 20183. Dat geldt voor mij en voor de gezagen. In het licht van de eerder genoemde moties
                  heeft de korpschef recentelijk naar mij toe, nogmaals de noodzaak hiertoe aangegeven.
               
Ik benadruk dat de huidige situatie niet lang mag voortduren. Omdat extra capaciteit
                  niet van vandaag op morgen is geregeld, werkt de korpschef aan het beter in balans
                  brengen van de operationele bezetting en formatie. De korpschef heeft daartoe een
                  landelijke taskforce Operationele Sterkte en Capaciteit ingesteld. Deze taskforce
                  zal de komende tijd maatregelen voorstellen gericht op het vergroten van mogelijkheden
                  om sterkte uit te breiden, (nieuwe) medewerkers sneller in te kunnen zetten, optimaal
                  benutten van bestaande HRM wet- en regelgeving, het ontwikkelen van specifiekere en
                  snellere opleidingen en o.a. de inzet van technologie en innovatie. De voorstellen
                  van de taskforce zal ik bespreken met de korpschef, de Politieacademie en de gezagen.
                  Vervolgens zal ik uw Kamer hierover informeren.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid