Brief regering : Uitspraak kort geding tegen de Staat namens 23 vrouwen en 56 kinderen
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 533
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2019
Op 11 november 2019 heeft de rechtbank van Den Haag uitspraak gedaan in het kort geding
dat tegen de Staat is aangespannen namens 23 vrouwen en 56 kinderen. In deze brief
informeert het kabinet uw Kamer over de uitspraak.
De rechter heeft bepaald dat het kabinet een inspanningsverplichting heeft om de kinderen
van Nederlandse uitreizigers in veiligheid te brengen. De rechter heeft daarbij bepaald
dat het vonnis dat er nu ligt direct uitgevoerd moet worden. Dat betekent dat het
kabinet een aanvang zal maken met de nakoming van de inspanningsverplichting.
De uitspraak roept vragen op over een aantal aspecten dat mogelijk onvoldoende is
meegewogen, waaronder de internationale betrekkingen. Het kabinet heeft besloten in
beroep te gaan bij een hogere rechter om hier zo spoedig mogelijk duidelijkheid over
te krijgen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken