Brief regering : Loodinname via kraanwater
27 625 Waterbeleid
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 486 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2019
Met deze brief stuur ik u, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, en
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het signaleringsadvies
van de Gezondheidsraad «Loodinname via kraanwater»1. Het advies is op initiatief van de Gezondheidsraad opgesteld, ingegeven door nieuwe
wetenschappelijke inzichten over de schadelijkheid van lood en het gegeven dat blootstelling
(onbewust) kan plaatsvinden in huizen/gebouwen waar nog loden leidingen aanwezig zijn
en via materialen in contact met drinkwater in nieuwbouwwoningen gedurende de eerste
tijd na oplevering. De Gezondheidsraad doet verschillende aanbevelingen om dit risico
te beheersen. Ik neem dit advies ter harte.
De Gezondheidsraad heeft geconstateerd dat het loodgehalte in het Nederlandse kraanwater
laag is, rond de 1 microgram/L. Hiermee wordt bevestigd dat Nederlandse kraanwater
over het algemeen van hoge kwaliteit is en veilig is om te drinken. De huidige norm
voor lood in drinkwater bedraagt 10 microgram/L. Het aantal overschrijdingen van de
norm is de laatste decennia gedaald. In 2016 werd op basis van het wettelijk meetprogramma
van de drinkwaterbedrijven de norm in 1% van de watermonsters overschreden. De Gezondheidsraad
constateert dat een beperkt deel van de bevolking te maken heeft met een te hoge blootstelling
aan lood via kraanwater en loopt daarmee gezondheidsrisico’s. Lood kan bij jonge kinderen
leiden tot een lager IQ en bij volwassenen het risico verhogen op hart- en vaataandoeningen
en chronische nierziekten. Het advies van de Gezondheidsraad is mede gebaseerd op
het rapport van het RIVM2 opgesteld in opdracht van VWS.
Uit innameberekeningen van het RIVM blijkt dat de hoge blootstelling in huizen met
loden leidingen vooral risico’s meebrengt voor zuigelingen die flesvoeding krijgen,
jonge kinderen tot een jaar of zeven en ongeborenen (via hun zwangere moeder). Zuigelingen
zijn extra kwetsbaar, omdat hun darmen lood makkelijker opnemen en hun hersenen sterk
in ontwikkeling zijn. Ook in nieuwbouwhuizen kan gedurende de eerste maanden na oplevering
verhoogde blootstelling optreden door afgifte van lood uit materialen van de binnenhuisinstallatie
en kranen. Het resterend aantal huizen waar nog loden leidingen aanwezig zijn, is
niet bekend. De inschatting van de Gezondheidsraad is dat er nog 100.000–200.000 huizen
met loden leidingen zijn.
De Gezondheidsraad beveelt een aantal maatregelen aan met de nadruk op bronmaatregelen:
sanering van resterende loden leidingen, handhaving van nationale producteisen en
inzet op Europese producteisen aan producten die lood aan drinkwater kunnen afgeven.
Verder doet de Gezondheidsraad de aanbeveling om in te zetten op een drinkwaternorm
van 5 microgram/L in de lopende herziening van de Europese Drinkwaterrichtlijn en
deze waarde als actiewaarde voor meetprogramma’s te hanteren. Voor de sanering van
loden leidingen ziet de Gezondheidsraad kansen bij de plannen voor verduurzaming van
de woningvoorraad. Zolang loden leidingen in een bepaald gebouw/woning niet zijn vervangen
adviseert de Gezondheidsraad aan bewoners om voor zwangeren, flesgevoede kinderen
en jonge kinderen tot een jaar of zeven flessenwater te gebruiken. Bij nieuwbouwwoningen
adviseert de Gezondheidsraad dat jonge gezinnen gedurende de eerste maanden na installatie
de kraan steeds na enkele uren stilstand doorspoelen voorafgaand aan consumptie. Bij
twijfel over de aanwezigheid van lood in het drinkwater raadt zij aan om metingen
te doen. Tenslotte adviseert de Gezondheidsraad om adviezen van het RIVM en de GGD
opnieuw onder de aandacht te brengen en met alle betrokken partijen een eenduidige
communicatiestrategie te ontwikkelen en daarbij aan te sluiten bij bestaande initiatieven.
Ik acht het van groot belang dat de veiligheid van het drinkwater in samenwerking
met verantwoordelijke partijen zo goed mogelijk wordt geborgd. In Nederland zijn de
Ministeries van IenW, VWS en BZK betrokken, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheden.
De kwaliteit van drinkwater moet op het punt van consumptie voldoen aan de wettelijke
norm voor drinkwater. Voor lood in drinkwater zijn de Europese Drinkwaterrichtlijn,
nationale drinkwaterregelgeving, nationale bouwregelgeving, de Warenwet, de Europese
Verordening voor voedselcontactmaterialen en de Europese REACH Verordening relevant.
Voor lood is het beleid om blootstelling zo veel mogelijk terug te dringen. Ook internationaal
blijft Nederland aandacht vragen voor vermindering van blootstelling aan lood, onder
meer via aanscherping van eisen aan gebruik van lood via de REACH-verordening. Het
advies sluit goed aan bij vigerend beleid en is in die zin ondersteunend. Het sluit
daarnaast aan bij de aanstaande herziening van de Europese Drinkwaterrichtlijn.
In samenwerking met mijn collega’s van BZK en VWS zal ik bekijken op welke wijze de
huidige aanpak mogelijk geïntensiveerd en/of uitgebreid kan worden.
• Over de aanbeveling om in bepaalde gevallen flessenwater te gebruiken, zal mijn collega
van VWS in overleg treden met betrokken instanties zoals het Voedingscentrum, het
RIVM, de GGD en de betrokken beroepsgroepen. Er bestaan al adviezen op dit vlak. Zo
adviseren het Voedingscentrum, de GGD, RIVM en drinkwaterbedrijven zolang in een bepaalde
woning loden leidingen aanwezig zijn, flesvoeding aan te maken met flessenwater. Deze
adviezen kunnen worden aangepast conform de aanbevelingen van de Gezondheidsraad en
expliciet onder de aandacht gebracht worden bij de betreffende doelgroepen.
• De verantwoordelijkheid voor sanering van loden leidingen in woningen, scholen, opvangcentra
en dergelijke, ligt bij de eigenaar van het gebouw. Mijn collega van BZK zal nagaan
hoe we voor de nog resterende loden leidingen gezamenlijk dit proces beter kunnen
faciliteren en stimuleren, en de aandacht hiervoor weer kunnen vergroten, mede gezien
de geplande verduurzamingswerkzaamheden aan gebouwen.
• Ik zal in dit kader de ILT vragen om de jaarlijkse rapportage over de drinkwaterkwaliteit
in Nederland zo aan te passen dat inzicht in individuele overschrijdingen mogelijk
wordt. In de jaarlijkse rapporten Drinkwaterkwaliteit in Nederland van de ILT worden
momenteel namelijk de overschrijdingen gemiddeld per distributiegebied gepresenteerd.
• Ook werkt het RIVM op mijn verzoek aan een overzicht van huizen met een bouwjaar voor
1960 gekoppeld aan kwetsbare groepen in de Atlas Leefomgeving. Dit biedt een aanknopingspunt
voor gerichte voorlichting.
• De drinkwaterbedrijven hebben het grootste deel van de loden leidingen in het distributienetwerk
verwijderd. Voor wat betreft sanering van resterende loden distributieleidingen tot
aan de watermeter, zal ik de drinkwaterbedrijven vragen zich ervoor in te zetten om
de resterende stukken te vervangen.
• De aanbeveling betreffende het doorspoeladvies in nieuwbouwwoningen is ondersteuning
van beleid. Dit punt komt al voor in de voorlichting van het Voedingscentrum, GGD,
RIVM en drinkwaterbedrijven en kan daarin een meer prominente plaats krijgen.
• De Gezondheidsraad adviseert om, bij twijfel, metingen uit te voeren. De drinkwaterbedrijven
meten lood op basis van een wettelijk meetprogramma. Aanvullende metingen in individuele
woningen vallen onder de verantwoordelijkheid van de bewoner/huiseigenaar. Ik zal
met de drinkwatersector overleggen hoe bewoners/huiseigenaren hierbij gefaciliteerd
kunnen worden.
• Voor wat betreft de naleving van nationale producteisen houdt de ILT toezicht op de
drinkwaterbedrijven. De regelgeving wordt op dit punt door hen goed nageleefd. Mijn
collega van BZK zal deze eisen voor de zekerheid opnieuw onder de aandacht brengen
van installateurs en Gemeentelijk Bouwtoezicht.
• Het inzetten op Europese producteisen zie ik als ondersteuning van beleid. Momenteel
zijn geen Europese gezondheidskundige eisen voor producten in contact met drinkwater
tot en met de tap (zoals kranen en leidingen). In Nederland is de Regeling materialen
en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening van kracht. Nederland zet zich al
jarenlang in voor Europese regulering. Dit zal de transparantie, effectiviteit, toezicht
en handhaafbaarheid ten goede komen.3. Er is uitzicht dat dit via de lopende herziening van de Drinkwaterrichtlijn wordt
gerealiseerd4.
• Voor producten die na de tap worden gebruikt zoals koffiezetapparaten, is de Europese
Verordening voor voedselcontactmaterialen van toepassing5 en de nationale Warenwet. Voor metalen zijn er op dit moment geen Europese vereisten
en gelden specifieke nationale eisen. Nederland is voorstander van Europese normen
voor dit soort producten en mijn collega van VWS zal ook deze gewenste harmonisatie
nogmaals onder de aandacht van de Europese Commissie brengen. Tot dat moment blijven
de nationale eisen voor metalen in contact met voedsel en drinkwater van kracht.
• Het advies om met alle betrokken partijen te komen tot een eenduidige communicatiestrategie
wordt door mij en mijn collega’s ondersteund. VWS zal dit op korte termijn gezamenlijk
oppakken met IenW, BZK, RIVM, GGD, drinkwaterbedrijven en overige betrokken partijen.
In de Beleidsnota Drinkwater die ik april 2020 aan uw Kamer zal sturen, zal ik in
meer detail ingaan op de wijze waarop ik en mijn collega’s van BZK en VWS aan de adviezen
van de Gezondheidsraad invulling geven.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat