Brief regering : Uitkomsten van het onderzoek van de Veteranenombudsman naar het Militair Invaliditeitspensioen
30 139 Veteranenzorg
Nr. 225 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2019
De afgelopen periode heeft de Veteranenombudsman (V-ombudsman) onderzoek gedaan naar
de behandelingsduur van de aanvraag voor een Militair Invaliditeitspensioen (MIP).
De uitkomsten van zijn onderzoek werden op maandag 14 oktober openbaar gemaakt en
zijn per brief aan mij gestuurd met afschrift aan uw Kamer1.
Zoals u weet is de V-ombudsman dezelfde persoon als de Nationale ombudsman. Hij mag
klachten behandelen over het Ministerie van Defensie en over organisaties die geen
overheid zijn maar wel ondersteuning bieden aan veteranen. Hij kan zelf het initiatief
nemen om onderzoek te doen en dit onderzoek is daar een voorbeeld van.
De V-ombudsman geeft in zijn brief aan dat hij in de afgelopen jaren verschillende
klachten en signalen heeft ontvangen over de lange doorlooptijd van aanvragen voor
een MIP en over verzoeken om een herbeoordeling of een voorziening. In deze brief
reageer ik op de constateringen en aanbevelingen.
Dit onderwerp is eerder in uw Kamer aan de orde geweest. In mijn brief over keuringen
door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) (Aanhangsel Handelingen II 2018/19,
nr. 3090) gaf ik aan wat de situatie is rondom de behandelingsduur van aanvragen voor het
MIP. Daarbij maakte ik melding van het onderzoek van de V-ombudsman. Tijdens het Notaoverleg
Veteranen van 24 juni 2019 (Kamerstuk 30 139, nr. 220) is dit onderwerp met u besproken en heb ik u toegezegd de uitkomsten van het onderzoek
van de V-ombudsman met u te delen. Dat doe ik bij deze.
Constateringen
De V-ombudsman heeft voor zijn onderzoek gesproken met diverse personen die betrokken
zijn bij het veteranenbeleid. Ook heeft hij een medische beoordeling bijgewoond. Op
16 juli jl. organiseerde hij een rondetafelgesprek met veteranen, vertegenwoordigers
van mijn ministerie, het ABP, het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), het
Veteraneninstituut en de Inspectie Militaire Gezondheidszorg.
Als primair knelpunt constateert de V-ombudsman dat er te weinig verzekeringsartsen
zijn om de beoordeling van de MIP-aanvragen binnen de gestelde termijn van 180 dagen
te verrichten. Hij vindt dat het streven moet zijn om elke beoordeling binnen de 180
dagen af te ronden. Verder is hij van mening dat de informatieverstrekking aan de
veteraan over de voortgang van de procedure veel beter kan. Tot slot geeft hij aan
dat de systematiek van het keuren en vaststellen van het Invaliditeitspercentage (IP)
nu zo is ingericht dat het een perverse prikkel kan geven («beter worden, loont niet»)
en ook druk legt op het bereiken van een medische eindtoestand met oog op de afhandeling
van de schadevergoeding op grond van de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS).
Ik herken het beeld dat de V-ombudsman schetst. Het overschrijden van de 180 dagen
termijn voor een eerste beoordeling of een herbeoordeling op verzoek van de veteraan,
kent weliswaar meerdere oorzaken en treedt ook niet in alle gevallen op, maar wel
dusdanig vaak dat gedurende de periode 2018 deze normtermijn met een jaar moest worden
verlengd. Het ministerie heeft deze termijnverlenging per brief aan de V-ombudsman
gemeld en een afschrift daarvan aan uw Kamer gezonden (2018D57633, dd. 30 november 2018). De hoofdoorzaak van de termijnoverschrijding is, zoals de
V-ombudsman terecht constateert, het tekort aan verzekeringsartsen. Er zijn uiteraard
direct acties genomen om dit tekort op te heffen. Het zogenaamde bedrijf Sociaal Medisch
Onderzoek (SMO) van het ABP heeft in 2019 twee extra verzekeringsartsen aangenomen,
en per 1 januari 2020 is formatie vrijgemaakt voor de aanstelling van een derde verzekeringsarts.
Verder ondersteunen verzekeringsartsen van het Bureau Medische Boordelingen van Defensie
bij het wegwerken van achterstanden bij ABP/SMO. De effecten van deze maatregelen
zullen echter pas op termijn (eind 2020) optreden – dit in verband met de lange inwerktijd
van de artsen en de opgelopen achterstand in de periode hiervoor.
Aanbevelingen
De V-ombudsman geeft in zijn brief een drietal aanbevelingen voor verbeterpunten:
1) het uitstellen van de beoordeling aanvraag MIP tot na het bereiken van de medische
eindtoestand; 2) een actievere regierol voor de zorgcoördinator gedurende het hele
proces; 3) het beoordelen van een voorzieningenaanvraag zonder dat een bezoek aan
de verzekeringsarts noodzakelijk is. Deze aanbevelingen neem ik graag mee in mijn
overwegingen voor aanpassingen die ik ga doen in het stelsel van uitkeringen en voorzieningen.
Daarbij staan re-integratie en maatschappelijke participatie van de veteraan wat Defensie
betreft voorop.
Zoals de V-ombudsman verzoekt, zal ik hem binnen drie maanden een reactie sturen.
Uw Kamer kan daarvan een afschrift tegemoet zien.
Tot slot
Alle veteranen verdienen passende zorg, erkenning en waardering. Ik constateer dat
Defensie het afgelopen jaar volop bezig is geweest met het versterken van de uitvoering
van het veteranenbeleid, mede gebaseerd op de uitkomsten van de evaluatie uit 2016.
Er zijn maatregelen genomen maar we zijn er nog niet. De brief van de V-ombudsman
geeft Defensie inzichten en adviezen om de organisatie en processen rondom de toekenning
van het MIP verder te verbeteren. Wij zijn de V-ombudsman daar erkentelijk voor.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie