Brief regering : Verslag Milieuraad 4 oktober 2019 inzake COP25 voor klimaat, het 8e milieuactieprogramma en circulaire economie
21 501-08 Milieuraad
Nr. 792
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2019
Met deze brief informeren wij u over de Milieuraad die op 4 oktober 2019 onder Fins
voorzitterschap bijeenkwam in Luxemburg. De Raad nam conclusies aan over COP25 voor
klimaat, over het 8e milieuactieprogramma, en over circulaire economie. Daarnaast vond een gedachtewisseling
plaats over de langetermijnstrategie voor klimaat.
Onder het agendapunt «diversen» werd gesproken over ontbossing, nulemissievoertuigen,
typegoedkeuring van dieselvoertuigen, duurzame financiering, COP18 van CITES, en het
Chinees-Europees Waterplatform.
In navolging van de gewijzigde motie van het lid Van Tongeren van 3 maart 20161 over de injectie van afvalwater uit mijnbouw kunnen wij u melden dat er in april
dit jaar een Europees richtsnoer2 tot stand is gekomen, dat sterk vergelijkbaar is met de documenten met best beschikbare
technieken onder de Richtlijn industriële emissies3. Het Ministerie van EZK is bevoegd gezag voor vergunningverlening bij injectie van
afvalwater uit de mijnbouw en betrekt dit richtsnoer bij de afgifte van vergunningen.
Daarbij worden in lijn met de motie die technieken toegepast die het milieu zo weinig
mogelijk belasten. Het onderbrengen hiervan in de richtlijn zou naar verwachting geen
milieuwinst opleveren.
In de bijlage vindt u tevens het kwartaaloverzicht van lopende EU-dossiers van IenW4.
Raadsconclusies COP25
In de Raad is na lang onderhandelen een akkoord bereikt over conclusies over de 25e Conferentie van Partijen (COP25) bij het VN-Klimaatverdrag in Chili eind dit jaar,
die op hoofdlijnen de inzet van de EU vormen. De Raadsconclusies gaan onder meer in
op de recent verschenen rapporten van het wetenschappelijk klimaatpanel van de VN
(IPCC) over de impact van klimaatverandering op oceanen en de cryosfeer en over klimaatverandering
en landgebruik.
Het voornaamste discussiepunt was de wijze waarop de EU tijdens de COP25 over haar
voor volgend jaar geplande update van de nationaal bepaalde bijdrage (NDC) voor 2030
zou communiceren. Nederland en andere gelijkgezinde lidstaten hebben daarbij ingezet
op het opnemen van een signaal dat de EU in 2020 zijn NDC voor 2030 onder de Overeenkomst
van Parijs zal aanscherpen. Bij een groep lidstaten was er weerstand om een zinsnede
op te nemen die op dit moment als een ophoging van het doel voor 2030 geïnterpreteerd
zou kunnen worden. Wel kon er overeenstemming worden bereikt over het benadrukken
van de noodzaak van aanvullende klimaatactie van alle partijen, mede in het licht
van het IPCC-rapport over 1,5 °C, ondanks aanvankelijke bezwaren vanuit dezelfde lidstaten
tegen het noemen van dit rapport. Mede door de inzet van Nederland is het bovendien
gelukt om het onderwerp internationale marktmechanismen in de onderhandelingen (Artikel
6 van de Overeenkomst van Parijs), waarover partijen in Chili tot een akkoord hopen
te komen, aan te scherpen. Hierdoor kan de integriteit van het toekomstige systeem
beter worden gewaarborgd.
Langetermijnstrategie voor klimaat
De Raad hield een beleidsdebat over de Commissiemededeling voor een strategische langetermijnvisie
voor een klimaatneutrale economie, die op 28 november 2018 is gepubliceerd en die
de afgelopen maanden in bijna alle Raadsformaties is besproken. Estland kondigde aan
sinds kort ook klimaatneutraliteit voor 2050 te kunnen ondersteunen, waardoor het
aantal landen dat hier nog moeite mee heeft, is gedaald tot drie (Hongarije, Polen,
Tsjechië). Verschillende keren werd gemeld dat de tijd rijp is dat de Europese Raad
eind dit jaar hier een besluit over neemt. Daarnaast werd vanuit verschillende gelijkgezinde
landen aangegeven dat dit ook moet leiden tot een ophoging van het doel voor 2030.
Uit de beleidsdiscussie kwam naar voren dat de klimaattransitie evenwichtig en sociaal
dient te zijn, waarbij het van belang is om burgers en bedrijven mee te krijgen en
hen daarbij te assisteren. Met name de Oost-Europese landen refereerden in dat kader
veelvuldig naar het Just Transition Fund, dat vanuit de nieuwe Commissie is voorgesteld. Daarbij moet ook rekening worden
gehouden met de regionale en economische verschillen in de verschillende lidstaten.
Nederland pleitte er voor dat de EU het eerste klimaatneutrale continent ter wereld
dient te worden. Van belang daarbij zijn voldoende klimaatfinanciering en het klimaatconform
maken van de overige middelen in het meerjarig financieel Kader. Ook andere, met name
gelijkgezinde landen, ondersteunden deze oproep. Daarbij refereerden verschillende
lidstaten aan onderdelen van de Green Deal van de nieuwe Commissie om de nieuwe ambitie in het financieel-economische systeem
te integreren.
Nederland bracht verder op dat een aanscherping van het emissiehandelssyteem ETS noodzakelijk
is, maar ook de andere richtlijnen die daaraan kunnen bijdragen, zoals strengere voertuigen-
en productennormen en de inspanningenverdeling over lidstaten in de non-ETS sectoren.
Deze opvatting werd door veel lidstaten ondersteund en opgebracht.
Raadsconclusies 8e milieuactieprogramma
De Raad nam zonder wijzigingen de conclusies aan, die de wensen van de Raad voor het
volgende milieuactieprogramma (MAP) voor 2021–2030 aangeven. Het 7e MAP loopt eind 2020 af, en het formuleren van een MAP is een verdragsverplichting.
Lidstaten benadrukten hierbij het belang en de meerwaarde van het 7e MAP en riepen op tot een snelle publicatie van het 8e MAP zodat er geen gat tussen beide programma’s ontstaat. Enkele lidstaten riepen
de Commissie daarbij op om spoedig de openstaande acties uit het 7e MAP te realiseren, waaronder specifiek de non-toxic environment strategy.
Nederland riep met enkele anderen specifiek op tot een hoog ambitieniveau met concrete
en meetbare doelen, en coherentie met aanpalende beleidsterreinen met inachtneming
van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s), en tot een MAP dat samenhangt met de
aangekondigde Green Deal. Enkele lidstaten vroegen daarnaast om vaststelling van het programma door zowel
de Raad als het EP en meer aandacht voor de implementatie van het programma.
Raadsconclusies circulaire economie
De Raad heeft conclusies over de toekomst van circulaire economie aangenomen. Nederland
en enkele andere lidstaten riepen de Commissie op spoedig met een bijpassend strategisch
actieplan te komen. Daarnaast werd door een grote groep lidstaten, Nederland incluis,
benadrukt dat EU-actie op circulaire economie integraal aangepakt moet worden. Zeker
met het oog op de verwachtte Green Deal van de Commissie benadrukten lidstaten het verband tussen klimaat en circulaire economie.
Vele lidstaten benadrukten daarnaast dat circulaire economie naast economische voordelen
ook belangrijke voordelen zal hebben op andere beleidsterreinen zoals biodiversiteit.
Nederland heeft met enkele andere lidstaten de Commissie opgeroepen snel met een integrale
aanpak van textiel te komen inclusief ecodesign en uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
Nederland en Frankrijk wezen eveneens op hun gezamenlijk initiatief voor een Europees
Plastic Pact, waar ter plekke een aantal lidstaten positief op reageerden. Nederland
heeft tevens alle lidstaten tezamen opgeroepen meer te investeren in hoogwaardige
recycling. Er was ook een groep lidstaten die benadrukte dat het huidige ambitieniveau
– en ambitieverhoging – gepaard moet gaan met een bijpassend financieel raamwerk voor
implementatie.
De Commissie gaf aan dat zij de conclusies verwelkomt en deze ziet als een duidelijke
boodschap richting de EU waar het gaat om circulaire economie, die de nieuwe Commissie
mee zal moeten nemen in de Green Deal. Daarnaast benadrukte de Commissie dat een actieplan voor de circulaire economie
zich in het bijzonder zal richten op de meeste impactvolle sectoren zoals textiel
en bouw, en het belang van een integrale aanpak over meerdere beleidsterreinen. Het
is aan de nieuwe Commissie om hier verdere invulling aan te geven.
Diversen
Versterken EU-acties om wereldwijd bossen te beschermen en herstellen
De Commissie gaf een korte presentatie van haar recente mededeling5 waarin ze oproept tot meer EU-actie wereldwijd om bossen te beschermen en herstellen.
Het voorzitterschap gaf aan Raadsconclusies op dit onderwerp te willen opstellen voor
het einde van het jaar, die naar verwachting in de Landbouw- en Visserijraad zullen
worden behandeld. Een grote groep lidstaten waaronder Nederland verwelkomde de mededeling
en de aangekondigde Raadsconclusies, en onderstreepten het belang van bossen en de
urgentie van vervolgstappen tegen mondiale ontbossing. Nederland vroeg specifiek aandacht
voor het bevorderen van duurzame consumptiepatronen en producten uit ontbossingsvrije
toeleveringsketens.
Transitie naar een vloot van nulemissievoertuigen
Denemarken deed een oproep aan de Commissie om een strategie te ontwikkelen richting
een volledige Europese vloot van nulemissievoertuigen. Een grote groep West-Europese
lidstaten, waaronder Nederland, steunde deze oproep. Een aantal Oost-Europese lidstaten
vroeg aandacht voor tweedehands diesels uit West-Europa, voor de samenhang met andere
transportmodaliteiten, en voor de betaalbaarheid van de transitie met inachtneming
van nationale omstandigheden. Enkele lidstaten riepen daarbij op tot een Europees
verbod op de verkoop van dieselauto’s per 2040. De Commissie gaf aan dat nationale
verboden, zoals bijvoorbeeld om per 2030 geen nieuwe brandstofauto’s te verkopen,
tegen de interne marktregels zijn, maar wel zeer effectief. De nieuwe Commissie zal
voorzichtig moeten kijken naar de mogelijke maatregelen.
Verordening voor typegoedkeuring van voertuigen (Euro 5 en 6)
Het voorzitterschap gaf, evenals bij de Raad voor Concurrentievermogen op 26 september
2019, informatie over de voortgang van onderhandelingen in Raadswerkgroepen over het
voorstel tot herziening van de verordening voor typegoedkeuringseisen6. Dit voorstel was eerder als gedelegeerde handeling vastgesteld door de Commissie,
maar het Hof van Justitie heeft dit onwettig gevonden7. De Commissie en het voorzitterschap streven er daarom naar zo snel mogelijk de huidige
afspraken in een verordening vast te leggen. Nederland en enkele andere lidstaten
gaven aan dat schone lucht en de gezondheid van burgers voorop staan, en dat de zogenaamde
conformiteitsfactoren zo snel mogelijk verlaagd moeten worden op basis van het meest
recente wetenschappelijke inzicht. Een andere groep lidstaten wil juist zo snel mogelijk
de verordening vaststellen met de huidige conformiteitsfactoren om de automobielsector
zekerheid te geven.
Verordening voor een taxonomie voor duurzame financiering
Enkele lidstaten gaven informatie over hun zorgen over de bereikte algemene oriëntatie
op de taxonomie voor duurzame financiering8 waarbij nucleaire energie niet is uitgesloten van de lijst investeringen die als
duurzaam aangemerkt kunnen worden. Een enkele lidstaat had daarbij ook zorgen dat
er onvoldoende onderscheid tussen afvalverbranding en waste-to-energy is in het voorstel, waarbij de laatste als duurzaam aangemerkt zou moeten worden.
Een andere groep lidstaten gaf juist aan dat de taxonomie technologieneutraal moet
zijn en daarbij niet specifieke technieken moet uitsluiten, mede in het licht van
het soevereine recht van lidstaten om de eigen energiemix te bepalen. Dit wetgevingsdossier
wordt primair behandeld in de Ecofin Raad.
Terugkoppeling COP18 CITES, Geneve 17-28 augustus
Het voorzitterschap en de Commissie gaven een terugkoppeling van de EU-inzet op en
de resultaten van COP18 van de internationale conventie over de handel in beschermde
dier- en plantensoorten (CITES), die gehouden werd in Genève van 17-28 augustus. Tijdens
de COP18 zijn besluiten genomen over de beschermingsstatus van bedreigde plant- en
diersoorten die internationaal gelden bij handel in deze soorten, alsmede over een
groot aantal uitvoeringsaspecten. De uitkomsten zijn in lijn met de doelstellingen
van de EU en haar lidstaten. Alle door de EU (mede)-ingediende voorstellen zijn aangenomen,
in de meeste gevallen in consensus.
Aankondiging 7e high-level dialoog China-Europa Water Platform
Portugal nodigde ten slotte de aanwezige ministers uit voor het 7e «High-Level Dialogue Conference» van het Chinees-Europees Waterplatform in Guimarães
van 6-9 november 2019.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven – Van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat